dinsdag 6 april 2021

Thomas Piketty over The Great Transformation van Karl Polanyi - "a magisterial work"

Na de waterscheiding van eind achttiende eeuw ging het moreel luchtledige economisch denken domineren. Dus de overtuiging dat de markt de kans moest krijgen om zonder overheidsbemoeienis het altijd  "goede" evenwicht te vinden (laissez faire). Met de welbewuste keuze om de sociale, en dus morele, inbedding van alle economische processen vaarwel te zeggen en als achterhaald en ouderwets af te doen. Zie hier het vorige bericht: Over Polanyi's waterscheiding van eind 18e eeuw en wat daaraan voorafging - En over hoe het moreel luchtledige kapitalisme doorbrak.

De moraal mag in de sfeer van de persoonlijke verhoudingen zijn werk blijven doen, in het nieuwe domein van de onpersoonlijke, economische verhoudingen draait alles om concurrentie. Met als wenselijk resultaat een tot dan ongekende materiële welvaartstoename. Waarbij "materieel" slaat op dat deel van welvaart dat "niet-sociaal" is, dus niet voortkomt uit het tegemoetkomen aan sociale behoeften. Denk aan Sociale welvaart

Die morele luchtledigheid hield onder meer in dat niet langer iedereen hoefde mee te tellen. "Iedereen" kon zonder morele scrupules worden onderscheiden in bezitters (van grond en andere kapitaalgoederen) en arbeiders. En omdat arbeid een goed moest zijn als alle andere, zoals dat hoort op een ongereguleerde arbeidsmarkt, hoorden arbeiders hun arbeid te verkopen tegen elke prijs dan ook die op die markt tot stand kwam. Als die prijs zo laag was dat honger werd geleden, dan was dat nu eenmaal zo. Polanyi (The Great Transformation, p.115-6):

Since the emerging society was no other than the market system, human society was now in danger of being shifted to foundations utterly foreign to the moral world of which the body politic hitherto had formed part.

De markt werd de maat der dingen. Met als enige morele rechtvaardiging de (fictieve) claim dat op de markt immers iedereen vrij was in zijn doen en laten. Een claim die zo weinig voorstelde dat je wel van morele luchtledigheid mag spreken.

Dat bracht met zich mee dat de welvaartstoename, die er wel degelijk was, zeer ongelijk werd verdeeld. De negentiende eeuw was er een van toenemende ongelijkheid. Want ja, morele intuïties van iedereen telt mee en van rechtvaardigheid, die hoorden immers geen rol meer te spelen. 

Polanyi schreef zijn The Great Transformation tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek verscheen in 1944. Hij was toen al vanuit Engeland naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Hij kan dan terugkijken op wat er in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw gebeurd is met die marktmaatschappij. En hij zag de twintigste-eeuwse aanzetten tot wat na de Tweede Wereldoorlog de verzorgingsstaten zouden worden (zoals algemeen kiesrecht, leerplicht, ongevallenwet, kinderwetten). 

Ik vroeg me af of het werk van Polanyi ook ter sprake komt in Piketty's Capital and Ideology  Een boek van meer dan duizend pagina's, dat je dus eigenlijk nooit "uit" hebt. Dus ik sloeg het er op na.

En jawel, Piketty besteedt zeker aandacht aan The Great Transformation. Zoals op p. 417, waar hij het boek (a magisterial work) aanhaalt om stil te staan bij die aanzetten tot en de naoorlogse opbouw van de verzorgingsstaten:

those decisions ( de besluiten om de invloed van privébezit terug te dringen, zoals progressieve belastingheffing) stemmed from profound and lasting changes in social perception sof the system of private property and its legitimacy and ability to bring prosperity and offer protection against crisis and war. This challenge to capitalism had been in gestation since the middle of the nineteenth century before crystallizing as majority opinion in the wake of two world wars, the Bolshevik Revolution, and the Great Depression of the 1930s. After such shocks, it was no longer possible to fall back on the ideology that had been dominant until 1914, which relied on the quasi-sacralization of private property and the unquestioned belief in the benefits of generalized competition, whether among individuals of among states. The contending political forces therefore set out in search of new avenues, including various forms of social democracy and socialism in Europe and the New Deal in the United States. 

En dan verwacht je een passage over de lessen daarvan voor nu, die inderdaad volgt:

The lessons that can be drawn from this history are obviously relevant to what is happening today, especially since a neo-proprietarian ideology began to gain influence in the final decades of the twentieth century.

Want ja, met dat neoliberalisme van Thatcher, Reagan en Pinochet en van de opzet van de eurozone  zetten we enkele stappen terug naar de negentiende eeuw. Waar we dus nu, als de tekenen niet bedriegen, weer afscheid van nemen. Zie Wat is hier aan de hand? Is dit echt het begin van een historische omslag van statuscompetitief overheidsbeleid naar gemeenschapsbeleid?

Verderop in Capital and Ideology komt Polanyi nog twee (eigenlijk drie) keer aan de orde. Daarover meer in het volgende bericht.

Geen opmerkingen: