maandag 26 april 2021

Neoliberalisme is via toenemende ongelijkheid een bedreiging voor de democratie - In de VS. In het UK. En in Nederland?

Bericht voor degenen die dit blog via email abonnement volgen (Follow by email): als ik het goed begrijp wordt deze mogelijkheid in juli opgeheven. Ik kan daar helaas niets aan veranderen. Probeer een andere manier te vinden om dit blog te blijven volgen.

Het neoliberalisme als politiek-ideologische toespitsing van het moreel luchtledige vak economie, waar we de afgelopen decennia zo onder geleden hebben, heeft geen problemen met grote ongelijkheid. Sterker, de ongelijkheid die er is, is altijd een uitkomst van de werking van de markt en is dus altijd precies de juiste verdeling. Iedereen krijgt wat hij "verdient". En de rijken verdienen hun rijkdom omdat ze zo goed tegemoetkomen aan 'de wensen van de markt". Bovendien is er de neoliberale mythe dat die rijkdom uiteindelijk iedereen ten goede zou komen (trickle-down).

Tot dat oordeel kom je doordat je de morele noties van iedereen telt mee en van rechtvaardigheid niet kent of als niet van toepassing hebt verklaard. Ze gelden niet en horen niet te gelden, want ze zouden de juiste werking van de markt belemmeren. En die juiste werking is noodzakelijk want de markt wordt geacht de enige bron van welvaart te zijn.

Maar de geschiedenis, juist ook de recente, heeft ons gewezen op de vele negatieve gevolgen van grote ongelijkheid, die bovendien een zichzelf versterkend proces in werking stellen. Waardoor toenemende ongelijkheid een onomkeerbaar proces dreigt te worden (linkt naar een bericht uit 2014).

Een en ander wijst erop dat de markt niet neutraal is tussen gemeenschap en statuscompetitie. Als je de morele gemeenschapsintuïties buitenspel zet, dus het gemeenschapsevenwicht welbewust verlaat, dan blijf je niet ergens halverwege hangen, maar schiet je meteen door naar het statuscompetitie-evenwicht. (Ga voor die evenwichten even weer naar Een sociologie die ertoe doet: een realistisch normatief kader voor sociale hervormingen.)

Dat houdt onder meer ook in dat grote ongelijkheid een bedreiging is voor de democratie. Want de democratie is immers de hedendaagse vormgeving van onze morele gemeenschapsintuïties op het niveau van de nationale staat. En het houdt in dat de democratie zich in de loop van de vorige eeuw in veel landen doorzette, terwijl het moreel luchtledige vak economie, dat die neutraliteit van de markt als vanzelfsprekend aannam, aan de zijlijn toekeek. Het vak economie kan niet goed uit de voeten met de democratie, anders dan dat het daar altijd alleen maar zou draaien om ieders eigenbelang. 

Al met al komt dit er op neer dat het neoliberalisme, via die tolerantie voor, ja, zelfs omarming van, toenemende ongelijkheid, een bedreiging vormt voor de democratie. Simon Wren-Lewis boog zich daarover vorige week in Why neoliberalism’s evolution into a populist plutocracy was inevitable. Boeiend. Lezen! Conclusie:

To summarise, neoliberalism in the US and UK was bound to lead to plutocratic populism, because it promoted growing inequality at the top, drastically reduced the power of trade unions, deregulated the media, and adopted culture war politics. These create the conditions in which populists acting in the interests of private money can take over the main party of the right.

Zou het zo zijn dat een soortgelijk proces zich onder onze ogen ook in Nederland voltrekt? 

Geen opmerkingen: