Waarom zijn de hoorzittingen van het House Select Committee to Investigate the January 6th Attack on the U.S. Capitol van historisch belang? Lees hier mijn vorige bericht daarover naar aanleiding van de eerste zitting.
Dat grote historische belang zit er in dat je het allesoverheersende thema van de mensheidsgeschiedenis, dat van de strijd tussen gemeenschap en statuscompetitie, er sterk gecondenseerd in aantreft.
Een hedendaagse uitingsvorm van die strijd is de strijd om de democratie. Als in een land de democratie gevestigd is, dan is die strijd voor het moment beslist in het voordeel van de morele gemeenschapsintuïties. Het zijn immers die intuïties, die van het iedereen-telt-mee en van het wij-met-zijn-allen, die in de democratie, in het algemeen kiesrecht en in de opdracht tot het vinden van het beste beleid voor iedereen, vorm krijgen.
En net zo als die gemeenschapsintuïties er zijn om de statuscompetitie bij onszelf en bij anderen te onderdrukken, is de democratie er om diezelfde statuscompetitie buiten de deur van de nationale staat te houden. In een democratie wordt zoals in elke staatsvorm macht uitgeoefend, maar die macht is een vertegenwoordigende en toegekende macht. Die door algemeen kiesrecht en eerlijke verkiezingen is verleend. Op grond van de verkiezingsuitslag wordt een regering gevormd, die door het gekozen parlement gecontroleerd wordt en kan worden weggestemd. Als cruciaal sluitstuk is er de onafhankelijke rechterlijke macht, een erkenning van het inzicht dat er een kern is van die gemeenschapsintuïties, fundamentele gelijkheid voor de wet, waarover niet bij meerderheid moet kunnen worden beslist. Zie ook De democratische rechtsstaat. (En denk ook aan de erkenning van dat inzicht in de vorm van mensenrechtenverdragen tussen democratische nationale staten.)
Dat die democratie niet vanzelfsprekend is en moet worden verdedigd, ligt er aan dat de menselijke sociale natuur ook dat andere patroon kent, dat van de statuscompetitie. Als je gedrag door dat patroon wordt aangestuurd, dan worden status en macht doelen op zich. Alles is er op gericht om in de statuscompetitie zo hoog mogelijk te eindigen. Anderen zijn altijd bedreigend en horen zoveel als mogelijk te worden overheerst en onderdrukt. En naar de mate waarin dat lukt, zullen die anderen zich daarbij neerleggen. De uitingsvorm daarvan is de onderdanigheidsvariant van het statuscompetitiepatroon. Onderdanig gedrag dient om de schade nog zoveel mogelijk te beperken. Niet langer geldt het iedereen-telt-mee.
De democratie wordt dus altijd bedreigd door de aanwezigheid van het statuscompetitiepatroon. Ook als de democratie goed lijkt te functioneren, zijn er altijd degenen die zich er niet bij willen neerleggen en voor wie de gecontroleerde macht van de democratie hoogstens een opstapje is naar de onbeperkte macht van de statushiërarchie.
Die hoorzittingen, waarvan je gisteren de vijfde kon volgen (er komen er meer), geven inzicht in hoe zich dat proces bijna van uur tot uur afspeelde in het geval van de reactie van Donald Trump op zijn verkiezingsnederlaag. Die reactie was stereotiep. Namelijk geheel volgens het gedragspatroon van de ultieme narcist, die immers geen andere wereld kent dan die van de statuscompetitie, die met de onvermijdelijke nederlaag wordt geconfronteerd. Je daarbij neerleggen, zoals we in een democratie verwachten, is ondenkbaar. Lees de weergave die Heather Cox Richardson geeft van die hoorzitting van gisteren: Letters from an American, June 23, 2022.
Alles maar dan ook alles, ook als dat het omverwerpen van de democratie is, moet in het werk worden gesteld om aan de macht te blijven. Nu alweer ruim een jaar geleden schreef ik daarover: De narcistische leider en zijn nederlaag - over Trump en Hitler. (2) Trump en zijn nederlaag, waarbij ik een vergelijking trok met de uiteindelijke nederlaag, niet in een democratie, maar in een oorlog, van Adolf Hitler. Zie (1) Hitler en zijn nederlaag.
Het grote verschil is natuurlijk dat Hitler meteen toen hij aan de macht kwam, de democratie afschafte en ook in staat was dat te doen. Waardoor hij de vrije hand kreeg om zijn extreme statuscompetitieve fantasieën van genocide en Lebensraum te verwerkelijken - tot aan de onvermijdelijke nederlaag.
Daarentegen kwam de nederlaag van Donald Trump er uit voort dat de democratie zich, naar nu blijkt op het nippertje, wist te handhaven. Trump had zijn handlangers, maar daar stonden genoeg anderen tegenover die de democratie verdedigden. Uiteindelijk zijn het de moreel gemotiveerde personen waar de democratie van afhankelijk is. Gisteren werd duidelijk dat de minister van Justitie en anderen op dat departement massaal ontslag hadden genomen als Trump die minister (Jeffrey Rosen) had vervangen door een handlanger (Jeffrey Clark). Heather Cox Richardson doet verslag:
De democratie was dus sterk genoeg. Maar het is duidelijk dat de strijd doorgaat. Want achter Trump stond en staat tot nu toe vrijwel de hele Republikeinse partij. Waarbinnen al heel lang een antidemocratische stroming bestaat, die zich, gesteund door het Grote Geld, nooit bij het iedereen-telt-mee heeft willen neerleggen. Die in een narcistische televisiepersoonlijkheid met politieke ambities een mogelijkheid zag om de eigen achterban te mobiliseren. En voor de rest probeerde en probeert om andere kiezers zoveel mogelijk te ontmoedigen om te gaan stemmen of om hun stem zo weinig mogelijk te laten meetellen.
Iemand als Trump komt dan van pas. Ook als zijn rol is uitgespeeld en hij, als de democratische rechtsstaat zijn werk doet, wordt veroordeeld en in de gevangenis belandt, kan er zo weer een nieuwe, door Dark Money ondersteunde, narcistische populist opstaan.
De maatschappelijke voorwaarden daarvoor, grote ongelijkheid en bestaansonzekerheid voor velen, zijn nog aanwezig. Niet alleen in de Verenigde Staten trouwens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten