Reinbert de Leeuw vertelt verder over de muziek van Leoš Janáček. Hier het bericht van een week geleden. Over Janáčeks Vioolsonate uit 1914 en over waarom hij die pas laat begon te spelen:
... in mijn conservatoriumtijd begreep ik dat stuk niet. Ik kwam niet uit de notatie, dus ik kón het gewoon niet spelen. In die late periode schrijft Janáček dingen waarvan ik denk, dat heeft iets onspeelbaars en dat interesseerde me toen niet. Er zijn dingen die technisch eigenlijk niet mogelijk zijn. Hij noteert af en toe iets waarvan je niet weet wat hij daarmee bedoelt. Dat werd destijds gezien als onkunde, alsof hij niet wist wat hij opschreef. Maar dat is absoluut niet zo. Het heeft een sterke ambiguïteit die te maken heeft met hoe hij met harmonie en tonaliteit omgaat, en dat heeft weer een relatie met zijn fascinatie voor de Tsjechische taal. (...) In dat laatste deel van de Vioolsonate staan de piano en de viool lijnrecht tegenover elkaar. Dat spreken van de taal is de grond waaruit die geheel eigen muziektaal van Janáček is geboren. Dat komt door de spreekmelodiën die hij in noten opschreef, precies zoals hij ze hoorde. (Over de grens, p. 72-3)
Dit is dus geen muziek van het lichaam en de beweging, dus van de dans, en ook niet van het landschap en de natuur, maar van het gesprek.
Dat is boeiend, want er zijn aanwijzingen dat muziek voorafgaat aan de taal. Zowel evolutionair als bij de taalverwerving. Denk aan Waarom muziek? Omdat er daarzonder geen taal zou zijn en aan Muziek, taal en coöperatief grootbrengen van kinderen. In zekere zin is het dus muziek die teruggaat naar de oorsprong. Verwonderlijk dat van al die componisten alleen Janáček zulke muziek schreef, en dan nog pas op latere leeftijd.
Reinbert de Leeuw is die Vioolsonate dus op een gegeven moment toch gaan spelen, samen met Vera Beths:
Wederom, alle conventies die je kent moet je vergeten, die tellen niet. (...) En dan groeit langzaam het besef: natuurlijk, het moet zó, mijn god, ja, en dan gaat het leven. Toen we eindelijk het geheim van dat stuk ontdekt hadden, was die Vioolsonate een openbaring voor me. (p. 83-4)
Dit is een uitvoering uit 2016 door Peter Rainer, viool, en Paul Rivinius, piano.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten