Hoewel sommigen (zo'n 2-3 procent) met muziek "niets hebben", speelt muziek een grote rol in ons leven. Veel mensen maken graag muziek en nog veel meer luisteren er naar. Dat vinden we opvallend omdat muziek eigenlijk geen nut lijkt te hebben. Hoe valt de plaats van muziek in ons leven evolutionair te verklaren?
Margreet Vermeulen schreef daarover zaterdag in De Volkskrant het artikel Human Beatbox. Ze interviewt hersenonderzoekers die zich met die vraag hebben beziggehouden. Interessant artikel. Maar mij viel op dat het mogelijke verband tussen muziek en taal niet aan de orde komt. Er is alleen de opmerking dat er veel meer onderzoek naar taal is dan naar muziek.
Opmerkelijk, omdat er zich toch meteen aan je opdringt dat taal en muziek allebei gaan over communiceren. Dat taal is om te communiceren, spreekt vanzelf. Maar muziek is natuurlijk ook een communicatiemedium. Margreet Vermeulen vermeldt al dat iedereen het er over eens is dat muziek het groepsgevoel verhoogt en de samenwerking bevordert. Samen muziek maken of samen op muziek dansen. Dat daar iets gecommuniceerd wordt, dat lijkt wel duidelijk.
Maar muziek en taal zouden wel eens veel nauwer kunnen samenhangen. Denk eens terug aan het bericht Muziek, taal en coöperatief grootbrengen van kinderen. Dat verwijst naar onderzoek dat doet vermoeden dat baby's eigenlijk naar muziek luisteren als wij tegen ze praten. En dat wij intuïtief op diezelfde lijn gaan zitten, omdat wij tegenover baby's niet "het woord voeren", maar een babytaal hanteren.
En die babytaal, met veel herhalingen, ritme en melodie (waaristiedan? waaristiedan? enzovoort) lijkt net als de brabbeltaal van die baby's zelf veel op muziek. Er is eerst de synchronisatie door middel van zoiets als muziek en die lijkt een soort vloer te leggen waarop taal zich ontwikkelt. Taal zou dus zonder die oorspronkelijke muziek niet kunnen ontstaan.
En dat betekent dus ook dat het coöperatief grootbrengen van kinderen ten grondslag ligt aan zowel taal als muziek. Want dat baby's en wij die synchronisatie willen, is kenmerkend voor de coöperatieve zorg. Baby's zijn er op voorbereid dat ze niet alleen de eigen moeder, maar ook andere nabije personen, voor zich moeten zien te engageren. De moeder kan het niet alleen. Er is hulp van anderen nodig (allocare). Vandaar dat baby's hun muzikale brabbeltaal gebruiken om door ons schattig gevonden te kunnen worden. Ze zijn niet in zichzelf gekeerde wezentjes, maar uit op contact. En wij zijn er op voorbereid om dat alles schattig te vinden en om er een warm en zorgzaam gevoel bij te krijgen.
Vandaar dat andere soorten die aan coöperatieve zorg doen, neem de klauwaapjes, datzelfde interactiepatroon tussen pasgeborenen en volwassenen kennen. Jonge klauwaapjes hebben ook een soort brabbeltaal, die door volwassen aapjes wordt beantwoord. Wie weet, ontwikkelen klauwaapjes ooit ook eens taal.
Om het evolutionaire raadsel van de muziek op te lossen, lijkt het dus zaak om muziek niet los van de taal te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten