vrijdag 28 oktober 2022

Door de verleidingen van de statuscompetitie piekt de stress op middelbare leeftijd. Wat te doen?

Update. Hoe maak je zo'n algemeen inzicht op basis van de cijfers concreet? Welnu, lees 'Ik moest die ratrace loslaten. Het is geen race' in het FD over Rutger Jonkman, geboren in 1991, die hard op weg was om carrière te maken op de Zuidas en met een angststoornis thuis kwam te zitten.

Het was al bekend dat als je mensen langere tijd volgt en ze steeds vraagt naar hun welbevinden of tevredenheid met het leven, dus als je longitudinaal onderzoek doet, dat dan blijkt dat die levenstevredenheid gedurende de levensloop een dal laat zien. Tot een jaar of 40 daalt de tevredenheid, om daarna weer langzaam toe te nemen. Dat gegeven wordt soms wel geïnterpreteerd als het bestaan van een midlife crisis. Zie eerder het bericht Tevredenheid met het leven daalt tot je 40ste en neemt daarna weer toe

Nu is er nieuw onderzoek dat hetzelfde fenomeen laat zien voor meer objectieve indicatoren voor hoe goed of slecht mensen zich voelen: The Midlife Crisis

De onderzoekers haalden longitudinale data bij elkaar over ongeveer 500.000 bewoners van rijkere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Australië, de Verenigde Staten, Nederland, Frankrijk. Statistische analyses wezen toen uit dat de middelbare leeftijd het meest stressvol is, terwijl dat de leeftijd is dat de meeste mensen bijna op de top van hun inkomen zitten en nog niet last hebben van ouderdomsziekten. Dat die periode zo stressvol is, blijkt eruit dat dan de cijfers pieken voor: depressie, angststoornis, zelfmoord, zelfmoordgedachten, slaapproblemen, migraine, stress op het werk en alcoholverslaving. 

Tot die middelbare leeftijd nemen al die stressindicatoren toe en daarna nemen ze weer af. Geheel in lijn met dat dat dal in de tevredenheid met het leven.

De verklaring voor dit fenomeen lijkt er niet in te liggen dat ouders tot die leeftijd nog de zorg hebben voor hun kinderen. Ook lijkt het niet (alleen maar) een selectie-effect te zijn, het effect dus van het vroegtijdig overlijden van degenen met de meeste stress. 

Een mogelijke verklaring die de onderzoekers "intuïtief aantrekkelijk" vinden is die van de teleurgestelde ambities. Dat zou betekenen dat we de eerste veertig jaar van ons leven verleid worden tot het nastreven van te hoge, onrealistische, ambities en dat we op middelbare leeftijd onder ogen moeten zien dat we die niet zullen kunnen realiseren. We moeten dan dus anders over het leven en over onszelf gaan nadenken. Maar dat is een opgave.

De onderzoekers noemen de interessante studie Unmet aspirations as an explanation for the age U-shape in wellbeing van Hannes Schwandt uit 2016, die laat zien dat mensen ten onrechte verwachten dat hun tevredenheid met hun leven gedurende de jongvolwassenheid zal toenemen en pas op veel latere leeftijd zal afnemen. Dat dal in hun tevredenheid op middelbare leeftijd zien ze dus niet aankomen, integendeel, ze verwachten daar een piek. 

Ook noemen de onderzoekers de mogelijkheid dat de wijsheid pas met de jaren komt, dus pas op latere leeftijd, met een verwijzing naar Individual and societal wisdom: explaining the paradox of human aging and high well-being.

Opvallend is dat die twee mogelijke verklaringen sterk overeenkomen met de verklaring die zich aandient als je er naar kijkt met de blik van de Dual Mode-theorie. We worden geboren en groeien op in een maatschappij waarin we niet alleen met het gemeenschapspatroon, zoals meestal in het ouderlijk gezin, maar ook met het statuscompetitiepatroon te maken krijgen. Vooral bij het opgroeien en de jongvolwassenheid staan we sterk bloot aan de verleidingen van het statuscompetitiepatroon. We moeten op school beter presteren dan anderen. We moeten concurreren op de arbeidsmarkt. Vrijwel alles wat we waarnemen, het gedrag van anderen, de sociale media, de televisieprogramma's, de reclame, duwt ons in de richting van de statuscompetitie. Die altijd alleen maar verliezers kent, omdat zelfs de "winnaars" zich nimmer veilig kunnen voelen.

Die statuscompetitie doet ons uit het oog verliezen dat we ons beter zouden voelen als we hadden kunnen kiezen voor het gemeenschapspatroon. Maar die keuze kunnen we maar heel beperkt in ons eentje maken. Veel meer mensen, ja, iedereen, zou dat moeten doen. Maar dat zou niets minder dan een maatschappijverandering vereisen. Een grootscheepse beweging weg van het statuscompetitie-evenwicht en in de richting van het gemeenschapsevenwicht.

Dan zou dat merkwaardige fenomeen, dat we ons tot en met die middelbare leeftijd steeds slechter gaan voelen en pas daarna weer beter, verdwijnen. We zouden vanaf het begin een leven kunnen leiden dat recht doet aan de wenselijkheden van het gemeenschapspatroon en de onwenselijkheden van het statuscompetitiepatroon weet te vermijden. 

In plaats van een leven waarin de wijsheid pas heel laat tot ons komt.

Geen opmerkingen: