Mensen behoren tot de omvangrijke groep van sociale dieren. Daardoor kunnen wij zo goed opschieten met andere sociale dieren, zoals honden en katten. De aanwezigheid van een huisdier blijkt tegemoet te komen aan onze sociale behoeften, aan onze behoefte aan gezelschap. Het nemen van een huisdier blijkt de gezondheid te verbeteren: lagere hartslag, lagere bloeddruk, sneller herstel na stress. Zie Gezondheid en sociale omgeving (12): tellen honden en katten mee?
We weten dat. Vandaar dat huisdieren zo talrijk zijn. Maar daardoor weten we dat die huisdieren zelf ook behoefte hebben aan gezelschap. We weten dat je een hond of kat (vooral een hond) niet te lang alleen thuis moet laten.
Maar dat laatste inzicht is nog niet algemeen doorgedrongen als het om andere huisdieren gaat. We nemen bijvoorbeeld een konijntje voor de kinderen. Maar we beseffen niet altijd dat zo'n beestje in zijn eentje een ongelukkig en gestresst leventje leidt. Vandaar dat je in Zwitserland, als je een cavia wilt, er altijd tenminste twee moet aanschaffen. Het houden van één cavia of één konijn is verboden, omdat zulks neerkomt op marteling. Daar zit wat in. Zie Eenzaamheid verbieden....
Ik moet daar vaak aan denken als ik op een van mijn fietstochtjes langs een boerderij kom waar kalveren elk in een soort hondenhok met minieme uitloopmogelijkheid langs de kant van de weg in de berm staan. Dat is natuurlijk al een vooruitgang vergeleken met de kistkalveren, een gebruik dat al jaren (Europees!) is verboden. Maar toch word je van de aanblik wat treurig.
Hebben die kalveren zelf last van hun geïsoleerde huisvesting? Runderen zijn groepsdieren, dus dat zou je wel verwachten. En volgens het nieuwe onderzoek Social Housing Improves Dairy Calves’ Performance in Two Cognitive Tests klopt dat ook.
De onderzoekers vergeleken kalveren die geïsoleerd en sociaal gehuisvest waren op twee cognitieve testen. De eerste bestond er uit dat ze aan het begin van een Y-vormig gangenstelsel werden geplaatst en dat aan het eind van een van de poten van de Y melk te krijgen was. Dat was of links of rechts. En de kleur van de muur aan het eind van beide poten kon of wit of zwart zijn. Nadat de kalveren hadden geleerd waar de melk zich bevond, werd daarna die plaats veranderd of werd de kleur veranderd. En vervolgens werd gekeken hoe snel de kalveren dat doorhadden en niet meer de verkeerde poot inliepen.
En de tweede test bestond eruit dat werd gekeken hoe de kalveren reageerden op de aanwezigheid van een nieuw object.
Het bleek toen dat de sociaal gehuisveste kalveren op de eerste test beter presteerden. Ze hadden minder keren nodig om de juiste poot te kiezen na een verandering. Ze waren dus cognitief flexibeler. Bovendien waren de sociaal gehuisveste kalveren eerder aan een nieuw object gewend. Ze gingen minder lang door met het te inspecteren en er aandacht aan te besteden. Het lijkt er op dat sociale huisvesting cognitief rijker is, wat de flexibiliteit bevordert. Terwijl die sociale huisvesting er in dit onderzoek er alleen nog maar uit bestond dat de kalfjes paarsgewijs werden gekoppeld.
Nu hoef je je er natuurlijk niet zo druk om te maken dat kalveren zich door geïsoleerde huisvesting cognitief minder ontwikkelen. Maar het is plausibel om de oorzaak daarvan te zoeken bij de angst en de stress van het sociale isolement. En je kunt je afvragen of wij, die graag eens een kalfslapje eten, niet ook de verantwoordelijkheid hebben om kalveren in zo stressvrij mogelijke omstandigheden te laten opgroeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten