Veel televisiekijken op jonge leeftijd heeft negatieve gevolgen. Zo zijn er aanwijzingen dat de introductie van de televisie heeft bijgedragen (via gen-omgevingsinteractie) aan de groei van autismestoornissen. Ook lijkt het veel televisiekijken op jonge leeftijd de kans op crimineel gedrag en op antisociale en agressieve persoonlijkheidstrekken te verhogen. (Over de negatieve gevolgen van veel televisiekijken op oudere leeftijd heb ik het even niet.)
De nieuwe studie The Relation Between Television Exposure and Executive Function Among Preschoolers (betaalpoort) geeft nu inzicht wat de onderliggende oorzaak zou kunnen zijn.
De onderzoekers noemen eerst eerder onderzoek dat negatieve gevolgen laat zien voor schoolprestaties, aandachtsproblemen, woordenschat en sociale vaardigheden. Deze negatieve gevolgen lijken te maken te hebben met de executieve functies, dat wil zeggen, met de vermogens tot impulsonderdrukking, werkgeheugen en aandachtsflexibiliteit. Gebrekkige executieve functies lijken ten grondslag te liggen aan allerlei alledaagse problemen, zoals overdreven impulsief gedrag, problemen met het opvolgen van aanwijzingen en met geconcentreerd blijven. Wat al snel gepaard gaat met sociale en leerproblemen.
Tussen 2 en 5 jaar is er een snelle groei van de hersengebieden voor de executieve functies. Individuele verschillen zijn er al snel en lijken naast genetische oorzaken ook te maken te hebben met omgevingsverschillen. Het lijkt bijvoorbeeld dat een te controlerende, te veeleisende en te bestraffende omgeving slecht uitwerkt op de executieve functies. Maar daarnaast zou dus televisiekijken ook zo´n omgevingsoorzaak kunnen zijn.
En dat blijkt ook het geval te zijn. Uit dit nieuwe onderzoek blijkt dat hoe meer kinderen (van ruim vier jaar) televisiekijken en hoe vroeger ze er mee beginnen, hoe minder hun executieve functies zich hebben ontwikkeld. Het maakt wel uit naar welk soort programma´s ze vooral hebben gekeken. Kinderprogramma´s waarin verhalen verteld worden zonder onderbrekende reclameblokken blijken juist positief uit te werken. (Weg met reclame!) Maar voor het overige zijn de effecten negatief.
Hoe werden die executieve functies vastgesteld? Met behulp van bekende testjes. Kinderen moesten bijvoorbeeld namen noemen van cartoonfiguren op kaartjes die ze te zien kregen, maar dan op fluistertoon. Of gekeken werd hoe goed ze samen met de onderzoeker van blokken een toren konden bouwen en zich daarbij hielden aan de afspraak om dat om de beurt te doen.
Hoe belangrijk is nu de invloed van televisiekijken? Behoorlijk belangrijk. Zo ongeveer de helft van de verschillen in de scores van de kinderen op die testjes bleek te kunnen worden verklaard door de verschillen in televisiekijken.
Dat deze negatieve gevolgen er zijn, kan natuurlijk te maken hebben met het soort inhoud van televisieprogramma's. Dat sommige soorten programma's juist positief uitwerken, maar de meeste negatief, wijst daarop. Maar het kan ook zijn dat het televisiekijken andere activiteiten (buiten spelen, sociale omgang) verdringt, die veel beter waren geweest voor de ontwikkeling van die executieve functies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten