De onderzoekers van de studie Morality in everyday life (betaalpoort) wisten 1252 volwassenen (Amerikanen en Canadezen) zover te krijgen dat ze drie dagen lang 5 keer per dag op willekeurige momenten een berichtje op hun smartphone kregen met een vragenlijstje. Daarin konden ze aangeven of ze in het voorafgaande uur zelf een morele of een immorele daad hadden verricht, of iemand anders hen moreel of immoreel had bejegend, of ze een morele of immorele daad van anderen hadden waargenomen en of ze van een morele of immorele daad via anderen of via media hadden gehoord.
Het lijkt voor het eerst dat we op deze manier heel direct een inkijkje krijgen in de rol van moreel gedrag in ons dagelijks leven. Het ging om de volgende 8 soorten gedragstegenstellingen, links moreel en rechts immoreel:
zorg hebben voor anderen - schade toebrengen aan anderen
rechtvaardig zijn - onrechtvaardig zijn
loyaal (trouw) zijn - disloyaal (ontrouw) zijn
gezag aanvaarden - gezag ondermijnen
heiligheid respecteren - heiligheid onteren
vrijheid van anderen respecteren - anderen onderdrukken
eerlijk zijn - oneerlijk zijn
zelfdiscipline opbrengen - gebrek aan zelfdiscipline
Verreweg de meeste van de gerapporteerde daden sloegen op die eerste tegenstelling: zorg hebben versus schade toebrengen.
Mij vielen een paar dingen op. In de eerste plaats meldden mensen van henzelf meer morele dan immorele daden. Ongeveer twee en een half maal zoveel. Misschien deden ze zich wat beter voor dan ze waren. Maar ze meldden ook wat vaker dat iemand anders hen moreel bejegende in plaats van immoreel. Dat wijst er op dat mensen in hun persoonlijke dagelijkse interacties meer met moreel dan met immoreel gedrag in directe aanraking komen.
En het valt op dat dat omslaat als je kijkt naar gedrag dat mensen van anderen waarnemen of waarvan ze te weten komen. Ze nemen iets meer immoreel gedrag waar dan moreel gedrag. En ze komen van ruim twee maal zoveel immorele daden te weten dan van morele daden.
Dat roept het beeld op van kleine morele eilandjes, morele gemeenschapjes, waarop elk van ons zich bevindt in een zee van vooral immoreel gedrag. Als die zee er niet was, dan leefden we in een overwegend morele sociale omgeving. Het is een boze buitenwereld waarmee we in aanraking komen als we wat verder om ons heen kijken.
En wat zijn de bronnen van die informatie die we over die buitenwereld krijgen? De Supplementary Materials bij het artikel geven daar enig zicht op. Naast de informatie die je van andere personen krijgt (zeg maar, roddel over derden of bekende persoonlijkheden) zijn het bovenal de sociale media, het internet, de televisie, de radio en de kranten, die overwegend berichten over immorele daden. De wereld om ons eigen eilandje heen is, lijkt het, een kwade wereld.
En dat is eigenlijk een merkwaardige toestand waarin we leven. Want uit dat zelfde onderzoek blijkt ook dat het morele gedrag waarmee we in aanraking komen en waarvan we te weten komen, besmettelijk is. De kans op moreel gedrag is groter als we daar voor moreel gedrag van anderen hebben meegemaakt of daarvan gehoord hebben. Maar het blijkt dus dat we die goede voorbeelden vooral dicht om ons heen aantreffen. De buitenwereld stuurt ons veel eerder de immorele kant op.
Bovendien voelen we ons beter als we moreel gedrag ervaren of meemaken. Maar dat goede gevoel komt dus meer voort uit wat we meemaken op ons eigen eilandje dan uit wat we over de buitenwereld horen.
Wat tragisch is dat wel. Want alle andere mensen hebben natuurlijk net als wij zo'n moreel eilandje om hen heen. Maar berichten daarover bereiken ons niet.
Die merkwaardige sociale omgeving waarin wij verkeren, dat is iets om nog lang over na te denken. Update. Zie hier het vervolg op dit bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten