De proefpersonen kregen, terwijl ze in een fMRI scanner lagen, keuzes voorgelegd over verdelingen van munten over henzelf en een andere persoon, die ze niet kenden. Ze konden, in een zogenaamd Dictator Spel, steeds paarsgewijs en enkele malen achter elkaar kiezen tussen een gelijke verdeling (allebei 1 munt) en de volgende ongelijke verdelingen:
- zelf 1 en de ander 0,
- zelf 2 en de ander 0,
- zelf 1 en de ander 2.
Uit de analyses van de hersenactiviteit bleek dat bij alle onrechtvaardige keuzes een hersengebied verhoogd actief was, de cortex cingularis anterior. Dit is een gebied dat o.a. betrokken is bij de verwerking van pijn en het signaleren van conflictsituaties. Zoals situaties waarin je rechtvaardig zou kunnen handelen, maar ook egoïstisch of genereus zou kunnen zijn.
Kennelijk werd het (kunnen) afwijken van de sociale norm van de rechtvaardigheid, in dit geval dus van de gelijke verdeling, ervaren als een conflictsituatie. Je zou eigenlijk rechtvaardig moeten handelen, maar je beslist om dat niet te doen. Je doet iets wat niet helemaal oké voelt, ook niet als je de ander meer geeft dan jezelf krijgt.
Was er dan geen verschil te zien tussen die beide onrechtvaardige keuzes, de egoïstisch/competitieve en de pro-sociale keuze? Jawel, want in het geval van de pro-sociale keuze waren er bovendien andere hersengebieden verhoogd actief, zoals het ventrale striatum. Dat zijn gebieden die betrokken zijn bij situaties waarin het om beloningen gaat, niet alleen om beloningen voor jezelf, maar ook om het belonen van anderen, zoals bij het geven aan goede doelen of bij het samenwerken met anderen voor het gezamenlijk belang. Bovendien zijn ze betrokken bij empathie, dus bij het je verplaatsen in anderen.
Opmerkelijk is dat we dus kennelijk ambivalent zijn ten aanzien van een schenking aan een ander. Het voelt enerzijds niet helemaal oké, want het wijkt af van rechtvaardigheid. Maar anderzijds voelt het ook goed. Als de beloning die je ervaart als je iets goeds doet voor een ander.
De onderzoekers gaan er aan voorbij, maar mij viel op dat dat beloningencircuit dus niet verhoogd actief was als de proefpersonen egoïstisch/competitieve keuzes maakten. Dat zou er op kunnen duiden dat wij mensen zo hypersociaal zijn dat we weliswaar egoïstisch en competitief kunnen zijn, maar dat ons dat niet een goed gevoel geeft.
Intrigerend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten