Ik bedacht me dat je er naar zou kunnen kijken vanuit het gezichtspunt van de marginale nutstheorie. Dat is een economische theorie die gedragskeuzes verklaart uit wat de verschillende alternatieven aan de marge opbrengen. Dat moet ik eerst even uitleggen.
Denk aan een consument die zijn geld zo over de verschillende beschikbare bestedingsmogelijkheden verdeelt dat hij uiteindelijk in een toestand terechtkomt, waarin aan de marge elke bestede euro evenveel "nut" oplevert. Die consument zou dan in zijn optimum zijn beland. Die marginale nutstheorie zegt eigenlijk dat consumenten altijd proberen om dat optimum te bereiken. De theorie is nogal abstract en wat triviaal en in het onderzoek naar consumentengedrag kom je hem nauwelijks tegen. Maar toch kan hij helpen om je gedachten op orde te houden. Is mijn ervaring.
Een toepassing van de theorie gaat niet over geld, maar over tijd en de besteding van tijd. In die versie voorspelt hij dat mensen in een ideale wereld hun tijd zo over verschillende bestedingen zouden verdelen, dat elke besteding even veel "nut" oplevert. Maar je kunt ook van dat ongedefinieerde, economische nutsbegrip afstappen en denken aan geluk, welbevinden of positieve gevoelens.
En dan kom je op het terrein van het onderzoek naar de welzijnseffecten van verschillende tijdsbestedingen. Neem de studie A Survey Method for CharacterizingDaily Life Experience: The Day Reconstruction Method van Daniel Kahneman en anderen. De onderzoekers lieten mensen een dagboekje bijhouden, waarin ze aan het einde van elke dag bijhielden wat ze die dag zoal gedaan hadden. Bovendien scoorden ze bij elke activiteit hoe positief of hoe negatief hun gevoelens daarbij waren geweest.
Wat kwam daaruit? Dat de gevoelens het meest positief waren bij de tijdsbesteding aan sociale contacten, in het bijzonder contacten met vrienden, familie en gezinsleden. En het laagst bij de tijdsbesteding aan betaald werk, alleen zijn en woon-werkverkeer. Zie ook nog eens het bericht Verhoogt werk ons welzijn? Ja en nee. Merk op dat het hier gaat om contacten met vertrouwde anderen en niet om "zomaar" contacten. Contacten met vreemden kwamen niet voor of werden niet als zodanig geregistreerd. Maar de gedachte ligt voor de hand dat de vertrouwdheid een belangrijke ingrediënt is voor die positieve gevoelens.
En wat natuurlijk ook meteen opvalt is dat de onderzochte personen zich bepaald niet in hun optimale toestand bevonden. Het is overduidelijk dat ze liever minder gewerkt hadden, liever minder alleen waren geweest en liever minder onderweg waren geweest naar en van het werk. En dat ze liever meer te midden van vertrouwde contacten hadden verkeerd.
Dat is wel iets om even bij stil te staan. Want als we deze uitkomsten even mogen generaliseren naar de hele bevolking, dan moet er in hoe wij ons leven inrichten een flinke sociale winst zijn te behalen. We zouden ons beter voelen bij meer vertrouwde sociale contacten. Uiteraard zou ook daar weer een grens aan zijn. Je kunt een zo rijk sociaal leven hebben, dat je ook wel weer eens een poosje alleen wilt zijn.
Maar in het optimum zitten we dus voorlopig duidelijk niet. Dat komt overigens geheel overeen met de grote mate van verspreiding van eenzaamheidsgevoelens onder de bevolking. Zie het bericht Bijna veertig procent van de volwassen Nederlanders voelt zich eenzaam - RIVM.
Wat kunnen we daar nu aan doen? Het lijkt me dat we drie opties hebben, oplopend van "klein" naar "groot":
- We kunnen besluiten om meer tijd te besteden aan de vertrouwde contacten die we al hebben, die met familie en vrienden. Ja, dat vereist natuurlijk wel overleg en coördinatie. We zullen van elkaar moeten weten dat we meer contact willen. Want stel dat je in je eentje besluit om wat minder te gaan werken ten behoeve van je sociale leven. Maar als je vrienden dat niet doen, zit je alleen thuis en dat blijkt vrijwel net zo erg te zijn als werken.
- We kunnen de contacten aanhalen met degenen aan de periferie van onze kring van vertrouwde contacten. Mensen die we wel kennen ("kennissen"), maar waar we weinig omgang mee hebben. Want het blijkt dat je je beter voelt op de dagen dat je met deze "zwakke bindingen" meer contact hebt gehad. Zie het bericht Is de kring van mensen waarmee we omgaan te klein? Dus waarom niet meer van zulke dagen?
- En tenslotte: maak wat vaker contact met vreemden! Want daarmee worden vreemden iets minder vreemd en iets meer vertrouwd. Toegegeven, zolang we dat niet allemaal wat meer doen, lijkt dat onbegonnen werk. We moeten eigenlijk met zijn allen naar een toestand waarin het normaal is voor vreemden om een gesprekje te hebben. Ook hier is een soort coördinatie nodig, een "cultuuromslag". Want het lijkt cultureel bepaald. Mensen met een meer collectivistische culturele achtergrond schijnen er zich in ons land over te verbazen dat wij Nederlanders in de openbare ruimte en in het openbaar vervoer zo langs elkaar heen kijken. We praten nooit eens met elkaar en dat vinden ze raar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten