Zoals we hebben gezien (zie Waar komt ons rechtsvaardigheidsgevoel vandaan?) werkt ons rechtvaardigheidsgevoel over het algemeen zo dat wij het onaangenaam vinden om onrechtvaardig te worden behandeld. Maar ook ervaren we het over het algemeen als onaangenaam om zelf anderen onrechtvaardig te behandelen. Dat uit zich er in dat we het niet prettig vinden om meer toebedeeld te krijgen dan anderen.
Dat alles wordt voor de helft bevestigd door nieuw onderzoek waarin gekeken is naar wat verdelingskeuzes in het Ultimatum Spel met onze hartslag doen. In het Ultimatum Spel, dat in laboratoriumonderzoek vaak aan proefpersonen wordt voorgelegd, legt de ene persoon, de Proposer, een zelf gekozen verdeling van een bepaalde som geld voor aan een andere persoon, de Responder. Die kan dan het bod accepteren, waarna het bedrag volgens dat geaccepteerde bod verdeeld wordt. Maar hij kan het ook weigeren, waarna het bedrag in de pot blijft. Geen van beide krijgt dan iets. Zie ook het bericht Hoe leren kinderen eerlijk delen? voor meer uitleg.
Voor de studie Heartbeat and Economic Decisions: Observing Mental Stress among Proposers and Responders in the Ultimatum Bargaining Game lieten onderzoekers eerstejaars economiestudenten het Ultimatum Spel Spelen, waarbij ze hun hartslag registreerden. Het ging met name om de hartslagvariabiliteit, die een maat is voor de ervaren stress. Je kunt er namelijk aan aflezen in welke mate de activiteit van het het sympathisch zenuwstelsel toeneemt (vechten of vluchten) en die van het para-sympatisch zenuwstelsel (rust en ontspanning) afneemt.
Het bleek toen dat de Proposer meer last van stress had, hoe lager de verdeling die hij voorstelde. Dat laatste kwam dus wel voor, maar die egoïstische keus, die bovendien gepaard ging met een groter risico op het niet accepteren van het bod, leidde tot verhoogde stress.
Van de kant van de Responder ging het accepteren van zo een onrechtvaardige verdeling ook gepaard met een hoge mate van stress. Dat is de stress van de verontwaardiging over het oneerlijke bod, samen met de verzuchting dat je het wel moet accepteren omdat je anders helemaal niets krijgt. De stress dus van het moeten berusten in onrechtvaardigheid.
Maar hoe reageerden de Responders op een heel genereus bod? Waarbij dus de Proposer jou meer toebedeelt dan hij zelf overhoudt? Opvallend is dat het verwerpen van dat bod gepaard ging met een verhoging van het stressniveau. En niet het accepteren. Het incasseren van een onrechtvaardig voordeel, jij meer dan de helft, kostte dus in dit onderzoek, bij economiestudenten (!), geen moeite. Maar het handhaven van rechtvaardigheid, ten koste van je eigen opbrengst, door een genereus bod te weigeren, dat kostte flink wat moeite.
Je zou dat onderzoek ook eens op andere faculteiten moeten doen. Ik ben benieuwd wat er uit zou komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten