woensdag 3 september 2014

Hoe in vredesnaam te verklaren dat politici het verkeerde economische beleid (blijven) voeren? Maar weer eens over de eurocrisis en de bezuinigingszeepbel

Mijn eerste blogberichten over de eurocrisis dateren van november 2011. In de vele berichten die daarop volgden, ging het steeds over drie onderling samenhangende thema's:
  1. de verkeerde gedachte dat een muntunie (de eurozone) het kan stellen zonder een normale centrale bank, dat wil zeggen een bank met een functie als lener in laatste instantie en met een werkgelegenheidsdoelstelling naast het streven naar prijsstabiliteit
  2. de verkeerde gedachte dat de economische crisis voortkwam uit te hoge overheidstekorten en dat er dus zo snel mogelijk moest worden bezuinigd. Ik noemde de wijde verbreiding van die gedachte de bezuinigingszeepbel (zie ook de vele berichten achter dat label)
  3. de verkeerde gedachte dat de economie het best floreert bij een kleine overheid, lage belastingen en weinig regulering en in het bijzonder een overheid die geen schulden maakt (neoliberalisme, balanced-budget fundamentalism). Alles zou draaien om hervormingen, dus om deregulering en lage arbeidskosten (lonen). Als de aanbodkant van de economie maar goed functioneert, komt alles goed. Overheden moeten afzien van een beleid om de vraag te stimuleren. Dat zou niet helpen en zou bovendien de inflatie aanwakkeren en hoge inflatie moet ten koste van alles worden voorkomen.
Drie jaar later is overduidelijk dat het verkeerde economische beleid dat op deze drie misvattingen is gebaseerd, inderdaad de rampzalige consequenties heeft die waren voorspeld. Europa komt maar niet uit de crisis en de werkloosheidscijfers blijven onaanvaardbaar hoog. Er is geen uitzicht op verbetering en dat is vanwege mogelijke politieke gevolgen beangstigend. Dat de eurozone nog niet uit elkaar is gevallen is alleen te danken aan het whatever it takes van Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, in juli 2012. Waarmee een stap werd gezet in de richting van een normale centrale bank.

Door dat alles is het raadselachtig dat de politieke Europese elite nog altijd geen blijk geeft van enige reflectie en kritisch inzicht. Hoe kan het dat de machthebbers zo halsstarrig vasthouden aan een verkeerd beleid en hoe kan het dat ze niet allang zijn weggestemd? Hoe komt het dat de Europese bevolking dit alles zo dociel ondergaat? Hoe komt het dat de Franse, Italiaanse, Spaanse en Griekse regeringen geen pact hebben gesloten om de hegemonie van het Duitse ordoliberalisme te bstrijden? Wat verklaart de slaafsheid van de Nederlandse VVD-PvdA regering?

Over zulke vragen breekt ook Paul Krugman zich het hoofd. Zie Austerity and the Hapless Left, Inflation, Septaphobia, and the Shock Doctrine, Class Interests and Monetary Policy, Take II en Three Roads to Hard Money. Maar ook John Cassidy is wanhopig. Zie Objecting to Austerity, French Style. En Simon Wren-Lewis stelt zich dezelfde vragen. Zie o.a. Austerity, France, and Memories.

Het is denk ik nogal een dringend probleem om de goede antwoorden te vinden. Is hier een belangenstrijd aan de gang? Is het gewoon incompetentie? Waardoor een sociale zeepbel kan ontstaan, van elkaar napraten om maar vooral "serieus" over te komen. Ik probeer om in volgende berichten, op de schouders van Krugman, Cassidy en Wren-Lewis (en??? graag suggesties), stapjes verder te komen. Update. Zie nu: Een economische (en sociale) calamiteit van historische omvang - de Schwäbische Hausfrau en de bezuinigingszeepbel

Geen opmerkingen: