De tegenwoordige sociale omgeving waarin mensen hun leven doorbrengen, wijkt daar sterk vanaf. De groep van vertrouwde anderen is ingekrompen, tot het kringetje van gezin, familie en wat vrienden.
Dat betekent dat er buiten die vertrouwde groep een heel nieuw sociaal domein is bijgekomen: al onze contacten met anderen die we niet zo goed kennen, helemaal (nog) niet kennen of die we nooit beter zullen leren kennen. Ik noem dat het domein van de sociale vluchtigheid. Volg de link voor een onderzoek naar hoe mensen met uitdagingen van sociale vluchtigheid omgaan.
Als je je een keer realiseert hoe nieuw die sociale vluchtigheid voor de mens als groepsdier is, krijg je er gemakkelijker aandacht voor hoeveel van onze huidige individuele en maatschappelijke problemen eruit lijken voort te komen of ermee samenhangen.
Ik stond daar bij stil in het college dat ik dinsdag gaf aan Groningse sociologiestudenten, waarvan je de dia's hier kunt bekijken: Van nature sociaal. Maar blijft dat zo? Daar tref je ook het onderstaande plaatje aan, waarin het verschil tussen "TOEN" en "NU" wordt afgebeeld.
Ga naar de presentatie voor een overzicht van allerlei individuele en maatschappelijke problemen die met sociale vluchtigheid samen hangen.
Een probleem dat daar niet aan de orde komt, is dat van de zogenaamde zelf-continuïteit. Dat hangt ermee samen dat sociale vluchtigheid ons er altijd toe aanzet om onszelf zo gunstig mogelijk te presenteren tegenover anderen. We willen immers voorkomen dat anderen op ons zouden neerkijken, ons niet voor vol of zelfs als loser zouden zien. Dat is de statuscompetitie die zonder sociale vertrouwdheid al gauw de kop opsteekt.
Doordat we ons dus voortdurend beter of anders voordoen dan we echt zijn, kan het gebeuren dat we ons in onze meer reflexieve ogenblikken gaan afvragen wie we nu eigenlijk echt zijn. Wat is ons authentieke zelf? Achter al die mini-toneelstukjes die we opvoeren?
Dat is een vraag die we onvermijdelijk in ons eentje moeten beantwoorden. Want al die anderen kennen ons alleen van wat wij hen hebben voorgespiegeld.
En dat betekent dat met die vraag naar het authentieke zelf de vraag naar zelf-continuïteit naar voren komt. Want de zoektocht naar het authentieke zelf is niets anders dan de zoektocht naar zelf-continuïteit: naar datgene wat er in je leven tot dan toe gemeenschappelijk was aan al die rollen die je hebt gespeeld.
In dat verband is er nu de interessante studie How nostalgia infuses life with meaning: From social connectedness to self‐continuity. Waaruit aanwijzingen naar voren komen dat een versterking van het gevoel van zelf-continuïteit de verbindende schakel vormt tussen het nostalgisch terugkijken naar gebeurtenissen in het verleden en het gevoel van zinvolheid van je leven.
En wat blijkt? Die nostalgie blijkt je ertoe aan te zetten je meer verbonden te voelen met anderen. Waarschijnlijk doordat je terugdenkt aan episodes waarin die verbondenheid groot was. En het is precies dat gevoel van verbondenheid dat maakt dat je meer zelf-continuïteit ervaart.
Dat lijkt te bevestigen dat we die zelf-continuïteit inderdaad ontlenen aan die kleine kringetjes van vertrouwde anderen waar we in ons leven toe hebben behoord. Voor zelf-continuïteit is verbondenheid nodig. Met alleen maar sociale vluchtigheid lukt het niet.
En maakt het wat uit? Jazeker, want dat gevoel van zelf-continuïteit die verschaft ons dat o zo fundamentele gevoel dat ons leven zin heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten