Op www.volkskrant.nl pleitten Lans Bovenberg en Bas Van Os van de Stichting Innovatie Economie Onderwijs (SIEO) voor een economie onderwijs dat vertelt dat mensen morele wezens zijn, die niet alleen maar uit zijn op eigenbelang, maar integendeel zich willen inzetten voor anderen. Omdat ze erop zijn ingesteld om met anderen samen te werken en anderen te ondersteunen. Zie Opinie: Leer jongeren meer dan louter het marktdenken in het economieonderwijs. In de papieren krant van vandaag is een sterk ingekorte versie terug te vinden in een hoekje van p. 28.
Het is een pleidooi dat natuurlijk veel meer aandacht verdient dan een opiniestukje. Bovendien zou die aandacht zich niet horen te beperken tot het onderwijs in het vak economie, maar zich moeten uitstrekken tot het vak zelf. Want we weten van de morele luchtledigheid van dat vak. Zie eerdere berichten op dit blog:
- Over morele luchtledigheid. Van het vak economie, maar ook van het vak sociologie
- Is het eigenlijk niet eigenaardig dat economen het morele domein uit hun vak hebben verbannen en aan de politiek hebben overgelaten?
- Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat ondernemingen zich niet alleen aan de wet dienen te houden, maar daarbovenop ook moreel verantwoord horen te handelen.
- Nu, in 2021, komen we misschien tot de conclusie dat de maatschappij als geheel, inclusief de markt, toch een moreel project is
Het achterliggende probleem is natuurlijk dat er zo'n tweehonderd jaar geleden een vak economie ontstond dat de menselijke morele gemeenschapsintuïties van het iedereen-telt-mee en wij-met-zijn-allen meende te kunnen negeren. Die zouden in de nieuwe marktmaatschappij niet langer nodig zijn. Alles wat goed is tot stand te brengen, zou aan de werking van de markt kunnen worden gedelegeerd. Dat was het moment in de geschiedenis van het menselijk denken over de maatschappij dat Karl Polanyi de waterscheiding noemde. Zie Over Polanyi's waterscheiding van eind 18e eeuw en wat daaraan voorafging - En over hoe het moreel luchtledige kapitalisme doorbrak.
Dat moreel luchtledige vak economie was nieuw en kreeg, als je daar nu op terugkijkt, een veel groter maatschappelijk en wetenschappelijk prestige dan het verdiende. Natuurlijk had dat nieuwe fenomeen van de markt ook gunstige effecten. Maar dat er de ontwikkeling van een vak economie mee gepaard ging dat de menselijke moraal buiten de deur hield, dat heeft overduidelijk negatief uitgewerkt. Het heeft grote ongelijkheid en groei van bestaansonzekerheid voor velen aangewakkerd en dat heeft bijgedragen aan de grote maatschappelijke ontwrichting die we sindsdien tot op de dag van vandaag hebben leren kennen. Als politici hun oren laten hangen naar een vak dat de menselijke moraal buiten de deur houdt, dan loopt dat niet goed af. Dan krijgt het statuscompetitiepatroon de overhand over het gemeenschapspatroon.
Er is dus veel meer aan de hand dan dat economiestudenten ook nog even moeten leren dat er morele sentimenten bestaan. Dat lesje moet dan opboksen tegen al die lessen die hen vertellen dat integendeel de markt de maat der dingen is.
Natuurlijk is het de hoogste tijd dat het vak zelf grondig verandert. Dat het opnieuw theoretisch wordt opgebouwd, op de grondslag van alle bestaande inzichten over de menselijke sociale natuur.
Net zo, als we het daar toch over hebben, het vak sociologie zich op die inzichten zou moeten baseren.
Wat er overigens naar alle waarschijnlijkheid toe zou leiden dat we ontdekken dat beide vakken in een en hetzelfde nieuwe en intellectueel veel interessantere en maatschappelijk belangrijkere vak zouden opgaan. Misschien het vak "Toegepaste sociale wetenschap"?
Maar helaas, als een universitair vak eenmaal gevestigd is, met leerstoelen, leerboeken, tijdschriftredacties, "gebruikelijke inzichten" en bestaande reputaties, dan is fundamentele verandering wel heel erg uit zicht. Daar kunnen generaties over heen gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten