Gistermiddag waren we met zijn allen, in een uitverkocht Amsterdams Concertgebouw, volledig in de ban van Barbara Hannigan. Ze is dit jaar artist in residence van de Zaterdagmatinee en dirigeerde en zong, samen met het nieuwe ensemble Ludwig, een prachtig programma. Nono, Haydn, Stravinsky (tweemaal) en Mozart.
Hier zingt ze die drie Mozartaria's samen met het Gotenburgs Symfonie Orkest. Dat was in April vorig jaar. En daar zong ze ook Luigi Nono's Djamila Boupachà uit de Canti di vita e d'amore, wat je hier kunt zien.
De Canadese sopraan Barbara Hannigan, die in Amsterdam woont, is een fenomeen. Misschien heb je al de documentaire over haar gezien die de NTR een week geleden uitzond. Zo niet: Uitzending Gemist.
En als je er dan nog niet genoeg van krijgt, en waarom zou je, kijk dan ook naar het interview dat Sarah Willis met haar had. Ze legt er fascinerend uit hoe ze het optreden, het zingen en het dirigeren benadert. Wat me vooral bijbleef is hoe geconcentreerd ze kan zijn en hoe intensief ze zich voorbereidt.
Uit die documentaire blijft me het beeld voor ogen dat ze repeteert met een soort kinderpianootje, om haar stem te sparen. Ze loopt dan rond om het hele stuk niet zozeer in haar hoofd als wel in haar hele lijf te krijgen. Daardoor hoeft ze tijdens het optreden nooit te bedenken hoe het ook al weer was. Alles komt natuurlijk uit het geheel voort. Het lichaam als geheugen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten