Kaj van der Plas attendeerde me op de reportage Het kinderbrein, die in Brandpunt van 13 april werd uitgezonden. De Amerikaanse kinderpsychiater en hersenwetenschapper Bruce Perry noemt daarin een schatting van hoeveel tijd onze kinderen minder deelnemen aan sociale interacties met de eigen ouders en vooral met andere volwassenen dan kinderen van jagers-verzamelaars. De reportage is hier nog te zien op Uitzending gemist.
Volgens die schatting is dat 1/25. Tegenover elke minuut die een kind in onze maatschappij aan zulke interacties besteedt, staan dus vijfentwintig minuten voor een kind in een jagers-verzamelaars samenleving (de Paleo Sociale Omgeving). Dat betekent nagenoeg dat wij met zijn allen onze kinderen emotioneel verwaarlozen. Met zijn allen, omdat het natuurlijk niet alleen een verantwoordelijkheid van de ouders is om dat te voorkomen. We hebben de maatschappij zo ingericht, zonder dat in de gaten te hebben, dat onze kinderen een voortdurende honger hebben naar sociale interacties. Een maatschappij waarin we zijn gaan geloven in de mythe van de opvoedbaarheid.
Waar zou die schatting van 1/25ste vandaan komen? Ik moest denken aan hoofdstuk 16 (Cooperative Breeding in the Extended Family) van het boek The Evolution of Childhood. Relationships, Emotion, Mind (2010) van Melvin Konner. Daarin passeert onderzoek de revue met metingen van hoeveel tijd kinderen in interacties met andere volwassenen doorbrengen in verschillende samenlevingen, waaronder die van jagers-verzamelaars. Het kan zijn dat Perry zich op dit hoofdstuk baseert. Ik kom er nog een keer op terug.
Maar dat zal even duren, want dit blog kent even een onderbreking van een week of wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten