Het heeft al veel aandacht gehad, het onderzoek dat er op wijst dat er in de bankensector een cultuur van bedrog is ontstaan en dat de vele fraudeschandalen door die cultuur in de hand zijn gewerkt. Het gaat om de studie Business culture and dishonesty in the banking industry (betaalpoort), met o.a. Ernst Fehr als onderzoeker. Zie als voorbeeld voor die aandacht dit artikeltje in Trouw (met dank aan Joop Böhm).
Het onderzoek is belangrijk omdat het handen en voeten geeft aan een vermoeden dat wijdverbreid is, namelijk dat in de financiële sector fraude en bedrog tot het normale gedrag is gaan behoren. Kennelijk heeft dat gedrag daar iets vanzelfsprekends gekregen, waardoor je inderdaad van een cultuur kunt spreken.
Hoe hebben de onderzoekers dat aangetoond? Als het echt om een cultuur in de sector zelf gaat, dus een cultuur die heerst op de werkvloer, dan zou je verwachten dat de bankwerknemers oneerlijker zijn in hun rol van bankier dan wanneer ze gewoon als persoon worden aangesproken. En precies dat hebben de onderzoekers aangetoond.
Ze wisten een groep werknemers uit de bankensector zover te krijgen om aan een onderzoek mee te doen. Die werden willekeurig verdeeld over twee experimentele condities. De ene groep kreeg de "experimentele manipulatie" toegediend. Dit hield in dat ze een aantal vragen over hun werk moesten beantwoorden, zoals "Bij welke bank werkt u?" en "Welke functie heeft u daar?" De andere groep moest vragen beantwoorden als "Hoeveel uren per dag kijkt u televisie?"
Na nog een aantal vragen, waarover straks meer, moesten ze tien maal een munt opgooien, waarbij ze van te voren wisten dat het aantal keren kruis of het aantal keren munt hen een financiële beloning op kon leveren, die tot 20 dollar kon oplopen. Het opgooien van die munt gebeurde geheel privé. Niemand anders dan zijzelf kon de resultaten zien. Na afloop rapporteerden ze zelf hoeveel keren ze kruis of munt hadden gegooid en op grond daarvan werden ze al of niet betaald.
Een opzet dus die het mogelijk maakt om bedrog te plegen. Maar ook een opzet waarmee je dat bedrog kunt ontdekken. Want als het aantal keren munt (of kruis) significant afwijkt van 50 procent, in de richting van het resultaat dat gewin oplevert, dan is dat een aanwijzing voor bedrog. Deze opzet is ook in eerder onderzoek gebruikt en het is al gebleken dat de resultaten betrouwbaar zijn. Iemand die in dit spelletje bedrog pleegt, blijkt met een grotere kans in andere situaties ook oneerlijk te zijn.
En wat bleek? De groep bankwerknemers die vragen over hun werk hadden beantwoord, weken significant af van de 50 procent en in de voor hen gunstige richting. Dit in tegenstelling tot het gedrag van de groep collega's die andere vragen hadden beantwoord. Ze waren dus oneerlijker. Dit wijst er op dat bankwerknemers als persoon niet oneerlijker zijn, maar alleen als ze herinnerd worden aan het werk dat ze doen. In de woorden van de onderzoekers: als ze hun identiteit als bankwerknemer aannemen. Op het moment dat ze dat doen, zijn ze onderhevig aan de invloed van de bankencultuur, die hen er toe brengt om meer bedrog te plegen.
Het verschil tussen de twee groepen is niet heel groot, maar dus wel statistisch significant. En dat lijkt toch een belangrijk resultaat. Ik stel me zo voor dat ook als bankwerknemers een ietsje meer neigen tot oneerlijkheid, dat dat gezien de aard van hun werk en de grote sommen geld waar ze mee omgaan, grote gevolgen kan hebben.
En het blijkt dus dat het de heersende cultuur op de werkvloer is die hen oneerlijker maakt. Het zou ook nog kunnen dat de bankensector aantrekkelijker is voor mensen die het niet zo nauw nemen en dat die dus al oneerlijker waren voor ze tot de sector toetraden. Dat zou het zogenaamde selectie-effect zijn, dat in ander verband ook wel is gevonden. Maar dit onderzoek wijst er dus op dat de cultuur echt een oorzaak is van die neiging tot bedrog.
Belangrijk om te weten. Het onderzoek kan ook nog iets zeggen over hoe die invloed van de cultuur dan verloopt. Want een van de vragen die de proefpersonen moesten beantwoorden, was de vraag of ze het er mee eens waren dat sociale status in de eerste plaats wordt bepaald door hoeveel financieel succes je hebt. En het bleek dat degenen die aan hun werk bij de bank herinnerd waren, daar meer mee instemden. En bovendien waren degenen die meer instemden, ook degenen die meer bedrog pleegden. De onderzoekers concluderen daaruit dat materialisme het cruciale element van die bankencultuur is dat mensen oneerlijker maakt.
Dat is om over na te denken. Want materialisme komt natuurlijk meer voor dan in de bankensector.
Maar er is ook een interessante link met eerder onderzoek dat liet zien dat materialisme, het najagen van status, geld en bezit, mensen ongelukkiger maakt. Maar dat blijkt minder het geval te zijn als je werkzaam bent in een sector waarin dat materialisme meer verbreid is.
Zoals: in de bankensector! Dat betekent dus dat een "nadeel" van materialisme, namelijk dat je je er ongelukkiger door voelt, in de cultuur van de bankensector is opgeheven. Interessant hoe een cultuur op mensen kan uitwerken. Zie het bericht Materialisme maakt ongelukkig - daarover is nu weinig twijfel meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten