Sinds 2011 kennen we in ons land voor scholieren de verplichte maatschappelijke stage. Ze moeten minimaal 30 uur vrijwilligerswerk doen. Meestal gebeurt dat bij een vrijwilligersorganisatie, vereniging, instelling of maatschappelijke organisatie, maar ook kunnen ze iets doen op het terrein van de informele hulpverlening. Zie de website van de maatschappelijke stage.
Of wacht. Die website wordt met ingang van dit schooljaar niet meer bijgehouden. Want het verplichte karakter van de maatschappelijke stage is opgeheven. Scholen beslissen nu zelf of zij de stage onderdeel maken van hun programma. En de subsidie voor de website is geschrapt.
Dat het nu aan scholen wordt overgelaten, zou je op het idee kunnen brengen dat de maatschappelijke stage minder gunstige effecten heeft dan aanvankelijk werd gedacht. Maar het tegendeel is het geval. Alle onderzoek wijst er op dat de stage over een breed terrein positief uitwerkt op de ontwikkeling van adolescenten. De nieuwe studie The Role of Reflection in the Effects of Community Service on Adolescent Development: A Meta-Analysis (betaalpoort) laat dat overduidelijk zien.
Onderzoekers van de Universiteit Utrecht, samen met Daniel Hart van Rutgers University, voerden een meta-analyse uit op de gegevens van 49 onderzoeken naar de effecten van de maatschappelijke stage (community service). Vooral als de stage werd gecombineerd met reflectie over de opgedane ervaringen waren de effecten sterk. Het ging om onderzoeken met een voor- en een nameting en met vergelijking met groepen scholieren die geen stage liepen. Of de stage verplicht was of vrijwillig bleek voor het effect niets uit te maken. Als de opgedane ervaring er maar was. En hoe meer tijd er aan besteed werd, hoe beter. En hoe meer tijd er werd besteed aan reflectie, hoe beter. Aanwijzingen voor een teveel zijn er voorlopig niet.
Het gaat inderdaad om sterke effecten op een breed terrein. Adolescenten weten nog maar weinig van de maatschappij waarin ze opgroeien. Directe, persoonlijke kennismaking met maatschappelijke situaties buiten hun leefwereld blijkt bij te dragen aan hun intellectuele ontwikkeling. En de opgedane ervaringen vergroten hun zelfinzicht, hun sociale vaardigheden en hun maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoelens en hun maatschappelijke betrokkenheid.
Eigenlijk is dat niet verwonderlijk. Want voor de rest doen wij met zijn allen nauwelijks iets om onze adolescenten bij de maatschappij te betrekken en om hen aan te spreken op hun verantwoordelijkheidsgevoel. Het onderwijs is vrijwel exclusief gericht op intellectuele vorming. Daarbuiten is er de peer group van leeftijdsgenoten om zich sociaal in te ontwikkelen, maar we weten dat die sociale omgeving over het algemeen niet gunstig uitwerkt. Zie het bericht De sociale uitdaging van de adolescentie: gemeenschap en/of statuscompetitie en de berichten achter het label pesten.
En verder hebben we onze maatschappij zo ingericht dat onze jongeren vooral commercieel worden aangesproken. De belangen daarachter liggen natuurlijk meer op het terrein van hun "ontwikkeling" als consument, van materiële goederen en ervaringsgoederen, zeg maar spanning en amusement. Daar zou niet zoveel mis mee zijn als het minder overheersend was.
Wat maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid betreft, sturen wij onze adolescenten dus eigenlijk een sociale woestijn in. En dat we dat doen, dat blijkt ook precies uit dit onderzoek naar de effecten van de maatschappelijke stage. Want waar niets is, heeft een kleine dosis al een groot effect. Een stage van 30 uur op een schoolloopbaan stelt natuurlijk niet zoveel voor. Maar het blijkt dus veel verschil te maken of die stage er wel is of niet is. Nog er van afgezien dat nog meer beter zou zijn.
Dat maakt nieuwsgierig naar wat we nu in ons land zullen zien gebeuren. Je zou wensen dat alle scholen het grote belang van de maatschappelijke stage inzien. En hem blijven opnemen in hun programma. Het gaat om de keus tussen een sociale woestijn zonder of met een enkele oase.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten