Het ene is dat Geert Wilders in feite de verkiezingen gewonnen heeft. Rutger Bregman wijst daarop. Niet alleen heeft hij er vijf zetels bijgekregen, maar hij is er ook in geslaagd om andere partijen, met name VVD en CDA, inhoudelijk zijn kant op te trekken.
En hij heeft het voor elkaar gekregen dat mensenrechten in de Nederlandse politiek niet langer vanzelf spreken. Het is immers niet zomaar dat Amnesty International vandaag in de dagbladen een volle pagina heeft ingekocht om de politici te herinneren aan de 30 artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Me bekroop een gevoel van plaatsvervangende schaamte toen ik vanochtend die pagina opsloeg.
En het tweede commentaar dat mij trof, is dat van Merijn Oudenampsen, die zich buigt over de implosie van de PvdA, (Full disclosure: ik was lang een PvdA-stemmer, maar heb dit keer nummer 6 van GroenLinks gestemd.) Ik citeer maar even een passage:
De afgelopen twintig jaar heeft de PvdA aan haar aanhangers verteld dat zij hun verwachtingen moeten temperen. Dat een werkelijke linkse politiek niet mogelijk is. Dat burgers teveel kijken naar de overheid om problemen op te lossen en zorg te dragen voor kwetsbaren. Dat het antwoord, of het nu de zorg is, klimaatverandering of discriminatie, niet bij de overheid maar bij de markt gezocht moet worden.
De partij presenteerde dit niet als een bewuste politieke keuze maar als een technocratische noodzaak. We kunnen niet anders. We moeten realistisch zijn. Misschien is dat het probleem van de technocratische politiek, zoals die is voorgestaan door de PvdA in de afgelopen twintig jaar. Dat mensen erin zijn gaan geloven. Het probleem is niet de falende communicatie van de PvdA, zoals Lodewijk Asscher stelde op de avond van de uitslag. Het probleem is juist dat de PvdA haar kiezers overtuigd heeft. Dat ze ‘realistisch’ zijn geworden. Dat ze daarom überhaupt niet meer op links stemmen.
Je vertelt mensen dat er geen andere keuze is, dat je moet bezuinigen in crisistijd: dat de overheid niet kan investeren, geen werkgelegenheid kan creëren, niets werkelijk fundamenteels kan doen aan ongelijkheid, klimaatverandering en arbeidsmarktdiscriminatie. Wat als ze dat gaan geloven? Waarom zou je dan nog links stemmen?En o, wat ben ik het daar mee eens. En ik moest denken aan de toespraak van Lodewijk Asscher gisteravond. Waarin hij verzekerde dat de sociaal-democratie weer zou opstaan, maar waarin hij ook de inhoud daarvan niet beter wist te omschrijven dan met het schamele "een fatsoenlijke samenleving".
En o, wat had het anders gekund. De sociaal-democratie had niet hoeven meebuigen met de neo-liberale golf. Er was alles voor te zeggen geweest om de sociaal-democratische verzorgingsstaat als hoeder van bestaanszekerheid, met verve en overtuiging te verdedigen en verder te ontwikkelen.
Door dat na te laten, heeft de PvdA sterk bijgedragen aan de verkleining van het politieke speelveld. Waardoor de SP, die eigenlijk de sociaal-democratische erfenis nog bewaakt, ten onrechte kon worden weggezet als "te radicaal".
Er valt van alles meer over te zeggen. Maar nu verwijs ik maar even naar:
De Nederlandse sociaal-democratie heeft zich nog niet aan de neo-liberale dominantie ontworsteld.
en
Essay De lokale verzorgingsstaat: bestaanszekerheid in het geding?
3 opmerkingen:
En o, wat had het anders gemoeten: Met een Universeel Basisinkomen, hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan, had de alsmaar toenemende ongelijkheid aangepakt kunnen worden. Is dat een stap te ver, betaal dan voorlopig een lager basisinkomen en combineer dat met minimalisering van de kosten van het bestaan. Want juist die bestaanszekerheid is waar het om draait!
Fatsoenlijk is niet schamel, maar een verwijzing naar de "decent society", die de PvdA vroeger wilde overnemen van Margalit. Kern: mensen mogen door de overheid niet systematisch worden vernederd.
De opmerking van Joop hierboven wijst daar op: als mensen zeker zijn van middelen van bestaan, vervalt de economische vernedering. Als je vrouw bent, gekleurd bent, of vluchteling, ben je er nog niet.
Maar met de beginselen is niks mis, misschien met de pleitbezorgers.
Oké. Maar als sociaal-democratie eruit bestaat dat de overheid niet systematisch mag vernederen, dan vind ik dat nogal schamel.
Een reactie posten