woensdag 13 oktober 2021

Staan we aan het begin van een nieuw sociaaldemocratisch tijdperk? Terug naar wij-met-zijn allen en iedereen-telt-mee?

Op 16 maart van dit jaar riep ik op om bij de Tweede Kamerverkiezingen op een linkse partij te stemmen. Met het idee dat het hoog tijd was voor een politiek van wij-met-zijn-allen en iedereen-telt-mee. Tijd voor een politiek die geïnspireerd is door onze morele gemeenschapsintuïties. 

Ik ging ver terug in de geschiedenis, maar minder ver terug kijkend zag ik tientallen jaren van neoliberaal beleid:

Dus van beleid van minder wij-met-zijn-allen en meer van ieder-voor-zich. In politieke termen: minder overheid en meer gedereguleerde markt. Afbraak van de verzorgingsstaat, toename van bestaansonzekerheid voor velen. met een toename van inkomens-, maar vooral van vermogensongelijkheid. Voedselbanken werden normaal. Een dak boven je hoofd werd aan de markt overgelaten, dus meer daklozen. Arbeidsmarkt gedereguleerd, dus meer onzekerheid. Doelstelling van volledige werkgelegenheid ingeruild voor versobering van uitkeringen. Tegenprestatie in de bijstand. Werkloos? Dan heb je je looneisen nog niet genoeg naar beneden bijgesteld. Stagnatie van de lonen. Armoede, niet allen bij uitkeringstrekkers, maar ook bij werkenden. Publieke voorzieningen gedecentraliseerd en uitgekleed. Gemeentebudgetten afgeknepen. Getreuzeld met de hoognodige maatregelen om de klimaatverandering af te wenden.

Allemaal economische hervormingen, die het statuscompetitie-evenwicht aanzienlijk dichterbij brachten. Minder mededogen met de zwakkeren en kwetsbaren. Anti-immigranten- en vluchtelingensentiment. Toenemend rechtsextremisme. Ontkenning van wetenschappelijke inzichten.

Daar moest wel een reactie op komen. De kiezers zouden wel inzien dat het zo niet verder kon. De democratische overheid hoort er voor iedereen te zijn, hoort te zorgen voor bestaanszekerheid voor allen en voor rechtvaardige verhoudingen. 

Maar de Nederlandse kiezers kozen anders. De linkse partijen waren al klein en verloren of bleven gelijk in zetels. De sociaaldemocratische PvdA bleef staan op een schamele negen zetels. De neoliberale VVD en het wat minder neoliberale D66 wonnen. Weliswaar waren die in hun programma's wat naar links opgeschoven, maar vooral niet teveel. De Nederlandse kiezers kozen er voor om door te gaan op de ingeslagen weg. Misschien dat de coronapandemie daar een rol in speelde.

Dat was een opvallende ontwikkeling. Dat het tijd is voor een nieuw sociaaldemocratisch tijdperk is niet zo'n gekke gedachte. Hij komt in grote lijnen overeen met de conclusies waarmee Thomas Piketty zijn Capital and Ideology afsluit. Zie Klassenstrijd en ideeënstrijd. Lessen van grote crises. En over waarom het gaat, bij Marx, bij Piketty en op dit blog. Piketty (p.967):

The study of history has convinced me that it is possible to transcend today's capitalist system and to outline the contours of a new participatory socialism for the twenty-first century - a new universalist egalitarian perspective based on social ownership, education, and shared knowledge and power.

En volgens de Amerikaanse politiciloog Stephen Skowronek is er in de Verenigde Staten met de regering-Biden een nieuw "politiek tijdperk" aangebroken, waarin de democratisch overheid weer voorop staat om bestaanszekerheid en rechtvaardigheid te verschaffen. (Dan moet nog wel even voorgoed worden afgerekend met de antidemocratische  Trump-sekte waartoe de Republikeinse partij is getransformeerd.) De bij de Amerikaanse bevolking populaire plannen van de regering-Biden maken, als ze tot uitvoering komen, in feite van de Verenigde Staten een sociaaldemocratische verzorgingsstaat.

In verschillende andere landen was er al een overeenkomstige ontwikkeling. In alle Scandinavische landen en in Spanje en Portugal regeren nu de sociaaldemocraten. En in Duitsland werd de SPD zomaar de grootste partij.

Robert Misik stond stil bij die verkiezingsoverwinning van de Duitse sociaaldemocraten: The improbable victory: lessons of the SPD’s election win. Daarin heeft, denkt hij, een grote rol gespeeld dat in de verkiezingscampagne de verhoging van het minimumloon, een betere bescherming van de kwetsbaren aan de onderkant van de arbeidsmarkt en het grote belang van bestaanszekerheid voorop stonden. Samengevat met de slogan "Respekt für dich", die ik vorige week toen we in Aken waren voor de Dürer-tentoonstelling, overal tegenkwam op de verkiezingsaffiches die daar nog hingen. Respect dus, in plaats van de vernedering die in het neoliberale tijdperk was genormaliseerd.

Ok Mark Schieritz denkt, in Die Zeit, dat we een sociaaldemocratisch tijdperk ingaan: Das sozialdemokratische Jahrzehnt. Hij denkt een historische verschuiving van prioriteiten waar te kunnen nemen. Na de megacrises waarop het neoliberale tijdperk is uitgelopen, de Grote Financiële Crisis, de klimaatcrisis, de coronapandemie, is het moeilijk geworden om de markt als oplossing voor alle problemen nog aan de kiezers te verkopen. 

Ein starker Staat wird nicht mehr als Bedrohung, sondern als Verheißung empfunden. Das stärkt die sozialdemokratischen Kräfte, die sich nach ihren eigenen marktliberalen Abenteuern in den Nullerjahren nun wieder auf ihren sozialprogrammatischen Kern besinnen: Schutz, Sicherheit, Ausgleich.

Geen opmerkingen: