Maar in onze huidige manier van samenleven is de kring van vertrouwde anderen nog maar klein en brengen we daarnaast veel tijd door in vluchtige contacten. Dat we, nog steeds als groepsdier, die sociale vluchtigheid maar beperkt waarderen (het is altijd nog beter dan sociaal geïsoleerd zijn), blijkt eruit dat we ons beter voelen in vertrouwde contacten dan in vluchtige contacten.
We weten al het een en ander over de uitdagingen van de sociale vluchtigheid. Die uitdagingen brengen ook met zich mee dat we het verlangen kennen om te weten wie we nu echt zelf zijn. Het verlangen naar ons ware, authentieke zelf. En het daarmee gepaard gaande verlangen naar zelfontplooiing.
Dat lijkt eruit voort te komen dat we in vluchtige relaties voortdurend bezig zijn om onszelf zo gunstig mogelijk te presenteren. En omdat het in vluchtige relaties al snel gaat om het jezelf en de ander in te delen in een statushiërarchie, ben je dus vaak bezig met jezelf als sterker en competenter voor te doen dan je echt bent. Het is moeilijk om dan nog aan zelfontplooiing toe te komen. En om je eigen, authentieke zelf te leren kennen.
Daarentegen hoef je er in vertrouwde relaties niet mee aan te komen om je anders of sterker voor te doen dan je echt bent. Je hebt immers die lange gezamenlijke geschiedenis, waardoor je elkaar door en door kent. Vandaar dat statusvertoon en vriendschap elkaar slecht verdragen.
Dat huidige verlangen naar het ware, authentieke zelf is dus goed te begrijpen. En het is te begrijpen dat het niet zo gemakkelijk is om echt jezelf te kunnen zijn. We zagen al dat het beter lukt als je beter in staat bent tot zelf-compassie en zelf-controle. Maar dat zijn vaardigheden waar bepaald niet iedereen zo maar over beschikt.
Maar zou je ook helemaal af kunnen zien van dat verlangen naar het authentieke zelf en naar de ontplooiing ervan? De Zweedse onderzoeker Carl Cederström, auteur van het boek Ons Geluksideaal, pleit ervoor om precies dat te doen.
Dat boek ken ik nog niet. Maar de VPRO Gids van volgende week wijdt een artikel aan zijn werk, naar aanleiding van het Human-programma Brainwash Talks, dat a.s. zondag op NPO 2 wordt uitgezonden. Ik citeer daaruit:
Laten we stoppen met het verafgoden van zelfontplooiing en het onafhankelijke, sterke ik, zegt Cederström. "In plaats van een geluksideaal dat gebaseerd is op de gedachte dat we ons ware zelf moeten vinden en authentiek moeten zijn, doen we er misschien beter aan op zoek te gaan naar een geluksideaal waarin we zelf wat minder belangrijk zijn en niet per se naar authenticiteit moeten streven. Minder belangrijk in de zin dat we gaan beseffen dat we fundamenteel afhankelijk van elkaar zijn.En dus dat we ons er beter rekenschap van geven dat we een groepsdier zijn. Dat meer van die vertrouwde sociale omgeving nodig heeft. Waarin die zoektocht naar het ware zelf helemaal niet nodig is, omdat die vertrouwdheid de grenzen tussen jou en de anderen doet wegvallen.
Dat betekent natuurlijk ook dat we maar beperkt in staat zijn om dat in ons eentje te doen. Want het gaat om een andere manier van samenleven. Cederström daarover:
Zo'n geluksideaal zou ons de weg kunnen wijzen naar nieuwe vormen van leven en werken, een wereld waarin marktwaarde niet langer zaligmakend is, waar empathie belangrijker is dan zelfzucht. Een naïeve gedachte allicht, geeft hij toe, maar alles is beter dan vasthouden aan een geluksideaal dat misleidend is gebleken en in toenemende mate ongeluk on ongelijkheid heeft voortgebracht.Anders gezegd, terwijl we nu een tijd meemaken waarin het statuscompetitiepatroon lijkt te gaan overheersen over het gemeenschapspatroon, is het juist de omgekeerde beweging die we hard nodig hebben.