vrijdag 26 februari 2021

Na pensionering meer vitaliteit. Pensioen en AOW zijn er niet voor niets

Verhoogt werk ons welzijn? Ja en nee. Het verhoogt ons welzijn als je (betaald) werk vergelijkt met werkloos zijn. Sterker, werkloos zijn heeft sterk negatieve effecten en werkloos geweest zijn laat littekens na op het welzijn dat je daarna nog kunt bereiken. Zie Het kwaad van werkloosheid

Maar daar staat tegenover dat het stoppen met werken wegens pensionering het welzijn sterk verhoogt. Je hoort wel eens beweren dat mensen na hun pensionering in een zwart gat vallen en niet weten wat ze met hun tijd aan moeten. En dat ze dus maar beter hadden kunnen doorwerken. 

Maar er zijn veel aanwijzingen voor het tegendeel. Zo is er de nieuwe studie Do older manual workers benefit in vitality after retirement? Findings from a 3-year follow-up panel study, waarvan je een samenvatting kunt lezen in Demos, 37, februari 2021. Het gaat daarin om een vergelijking naar hun vitaliteit tussen oudere Nederlandse werknemers die tussen 2015 en 2018 wel of niet met pensioen gingen. 

Die vitaliteit werd gemeten met de vraag hoe vaak je je gedurende de afgelopen 30 dagen (1) energiek, (2) vermoeid, (3) uitgeput en (4) levendig voelde. Bij controle voor allerlei variabelen (leeftijd, geslacht, opleiding, vermogen, mantelzorg, kenmerken van het werk) komt uit de analyses tevoorschijn dat stoppen met werken een "klinisch relevant" gunstig effect heeft op de vitaliteit, vooral voor degenen die in 2015, toen ze dus nog werkten, een lage vitaliteit hadden. Daaruit volgt een eenvoudige les: werk niet te lang door. Ons pensioenstelsel en onze AOW zijn er niet voor niets.

Er is wel een opmerkelijk verschil tussen hoofd- en handarbeid. Van degenen die handarbeid verrichten en bleven doorwerken, nam de vitaliteit af, terwijl die toenam als ze stopten met werken. En bij hoofdarbeid bleef de vitaliteit constant bij doorwerken, maar nam hij toe bij stoppen met werken. 

Verder blijkt dat het vooral de vermoeidheid/uitputting is die de veranderingen in vitaliteit beïnvloedt. De onderzoekers wijzen op de samenhang tussen vermoeidheid en de kans op burnout. We zagen al dat hoge werkdruk en geringe autonomie op het werk belangrijke voorspellers zijn van burnout. Dat kan dus een verklaring zijn voor de toename van vitaliteit na het stoppen met werken. Je gaat "het rijk van de vrijheid" binnen: je bepaalt zelf je niveau van inspanning en waarmee je je dag vult. En dat voelt veel beter.

Je gaat denken dat er toch nog veel verbeterd zou kunnen worden in de arbeidsomstandigheden waaronder wij moeten werken. Want waarom zou werk eigenlijk overbelastend moeten zijn? En waarom zou werk niet meer tegemoet behoren te komen aan je behoefte aan autonomie? 

Geen opmerkingen: