dinsdag 23 februari 2021

Ervaren zorgzaamheid lokt zorgzaamheid uit - Over het wel of niet opgroeien in een veilige wereld

Mensen zijn ten behoeve van hun omgang met anderen toegerust met twee onderling strijdige gedragspatronen, gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag. Als ze vanaf hun geboorte in het gezin waarin ze opgroeien gemeenschapsgedrag ervaren, in de vorm van de zorg die ze krijgen, dan wordt hun aanleg tot gemeenschapsgedrag getriggerd. (Later, op school en in hun volwassen leven, komen ze in aanraking met het in onze maatschappij eveneens bestaande statuscompetitiegedrag en leren ze, de een meer de ander minder, om zich daarop in te stellen.)

Er is veel onderzoek dat bevestigt dat kinderen die van jongs af aan de zorgzaamheid van het gezin ervaren, al heel vroeg gemeenschapsgedrag (of pro-sociaal gedrag) vertonen. In de zin dat ze doorhebben dat iemand hulp of troost zou kunnen gebruiken en die ook geven als ze de leeftijd hebben bereikt om daartoe in staat te zijn. 

En er is, helaas, het onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen die al heel vroeg die zorgzaamheid ontberen. Dan gaat het om kinderen die in een gezin verwaarloosd, mishandeld of misbruikt worden. Maar er is ook het onderzoek naar de Roemeense weeskinderen die onder erbarmelijke omstandigheden opgroeiden in inrichtingen, waar ze goeddeels aan hun lot werden overgelaten. Met vreselijke gevolgen voor hun sociale ontwikkeling. In een overzicht van dat onderzoek (Orphans' Lonely Beginnings Reveal How Parents Shape A Child's Brain) lees je over een van die kinderen, die op 11-jarige leeftijd door een gezin werd geadopteerd. Dat ging in het begin wel goed, maar er kwamen al gauw grote conflicten. Daarop later terugziend, legde hij uit hoe dat kwam:

"I respond better when you beat me, or when you smack me around," he says. "That never happened. When you show me kindness, when you show me love, compassion, it seemed to make me even more angrier."

Als de zorgzaamheid ontbreekt, dan is er een "terugval" in dat andere patroon, dat van de statuscompetitie, met de aanpassing van de gehoorzaamheid en onderdanigheid. En met het onvermogen om zorgzaamheid te herkennen als een signaal voor veiligheid.

In die lijn van onderzoek naar kinderen die wel in een gezin opgroeien is er nu de nieuwe studie Caring babies: Concern for others in distress during infancy, met Carolyn Zahn-Waxler als laatste auteur, een grote naam op dit gebied. De onderzoekers volgden 165 3 maanden oude Israëlische zuigelingen toen ze 6, 12 en 18 maanden oud waren. Ze gingen na hoe de kinderen reageerden op het zien van iemand (een onderzoekster, de moeder) die zich bezeerde. Die reacties werden gefilmd en werden beoordeeld door waarnemers die niet op de hoogte waren van wat de kinderen hadden waargenomen.

Daaruit kwam naar voren dat kinderen al vanaf 3 maanden blijk geven van empathische bezorgdheid, dus van het besef dat de ander pijn heeft en van meeleven. Voor kinderen waarvoor dat met 3 maanden meer gold, gold dat ook meer op de latere tijdstippen. Ook was voor hen de kans groter dat ze met 18 maanden pogingen deden om de ander te helpen of te troosten. Het kan zijn dat die verschillen samenhangen met verschillen in de in het gezin ervaren zorgzaamheid, maar daar kan dit onderzoek niets over zeggen.

Een en ander haalt de stadia-theorie onderuit, die stelt dat kinderen beginnen met het reageren met self-distress, dus met het reageren met eigen verdriet op het verdriet van de ander, en pas gaandeweg empathische bezorgdheid leren. Dus geboren worden als kleine egoïstjes ("jij maakt mij verdrietig") en pas later leren om zich over een ander zorgen te maken. Nee, dat zorgen maken over een ander is er al met 3 maanden. Dat pleit dus voor ervaren zorgzaamheid als "oorzaak". Die ervaring is er immers vanaf de dag van de geboorte.

Voor die empathische bezorgdheid maakte het niet uit of het de onderzoekster was die zich bezeerde of de eigen moeder. Wat er dus op wijst dat de ervaren zorgzaamheid de eigen zorgzaamheid triggert, niet alleen voor de zorggever, maar ook voor anderen. Anders gezegd, de zorgzaamheid van de eigen moeder is een signaal voor een zorgzame, veilige, wereld, waarin dus geen onderscheid hoeft te worden gemaakt. 

De harde les van de noodzaak van het maken van onderscheid komt kennelijk pas veel later, als kinderen de wereld buiten het gezin binnenkomen en geconfronteerd worden met de onveiligheid van de statuscompetitie  die daar ook kan heersen. Denk aan het probleem van het pesten op scholen.

Geen opmerkingen: