donderdag 4 november 2021

Wat betekent het precies dat sociale gedragspatronen, zoals gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag, "klaar liggen om uitgevoerd te worden"?

Wat betekent het precies als je zegt, zoals in de Dual Mode-theorie, dat er in de menselijke sociale natuur twee gedragspatronen, gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag, klaar liggen om uitgevoerd te worden als bepaalde omgevingsvoorwaarden aanwezig zijn? Het gaat dan om een veilige omgeving die gemeenschapsgedrag uitlokt en een onveilige omgeving die statuscompetitiegedrag uitlokt. 

Over de aard van die twee gedragspatronen is op dit blog al veel langsgekomen. Scroll eens door de berichten achter de labels gemeenschapsgedrag en statuscompetitie. Maar het gaat er nu om dat ze als gedragspatronen "klaar liggen om uitgevoerd te worden". Hoe moeten we ons dat voorstellen?

Een indruk daarvan kregen we al bij de polyvagaaltheorie van Stephen W. Porges. Ik verwees daar al naar in mijn bijdrage aan de afscheidsbundel voor Arie Glebbeek, waar ik hierboven naar linkte. Ik citeer even de volgende alinea:

Als die evolutionaire achtergrond (van het klaarliggen van die twee gedragspatronen) er is, dan zou het resultaat ervan in ons autonome zenuwstelsel waargenomen moeten kunnen worden en dat blijkt ook zo te zijn. Stephen W. Porges, onderzoeker op het gebied van de relatie tussen het autonome zenuwstelsel en sociaal gedrag, komt tot de conclusie dat er een neurofysiologisch substraat is voor het “sociale betrokkenheidssysteem” (oftewel gemeenschapsgedrag) dat in werking komt als de neurale inschatting van de omgeving (neuroceptie) wijst op veiligheid. De sympathische activering, het neurofysiologische substraat van de vecht/vluchtreactie of de immobilisering (oftewel statuscompetitiegedrag), wordt dan gedempt. De demping die bij de neuroceptie van onveiligheid juist weer wordt opgeheven (Porges, 2019). Sociale veiligheid is dan de toestand die tot stand komt door het gemeenschapsgedrag van anderen en onveiligheid de toestand die het gevolg is van het statuscompetitiegedrag van anderen.

Dat klaarliggen is dus gelokaliseerd in ons autonome zenuwstelsel, dat wil zeggen, meestal onder onze bewustzijnsdrempel. Daaronder speelt zich ook de neurale inschatting van de veiligheid of onveiligheid van de omgeving af, wat Porges neuroceptie noemt. Die inschatting heeft al plaats gevonden voor we er bewust over hebben kunnen nadenken, voor we "er erg in hebben".

Dit is het systeem dat we delen met andere dieren. En dat moet zijn ontstaan zodra het zichzelf voort kunnen bewegen de evolutie binnenkwam. Denk aan het bericht Ontstond de hang naar vertrouwdheid op het moment in de evolutie dat levende wezens zich gingen voortbewegen? Zodra je jezelf kunt verplaatsen, is het voor je overleving, en dus voor het doorgeven van je genen, cruciaal dat je veilige, en dus vaak vertrouwde, omgevingen zoekt en onveilige omgevingen vermijdt. Dat bij ons dat alles zich afspeelt onder het bewustzijnsniveau, wijst erop dat het evolutionair al heel oud is. 

En dat het zo belangrijk is, dat het niet aan het bewuste, en dus altijd trager verlopende, nadenken kan worden overgelaten. Dat bewuste nadenken is gelokaliseerd in de neocortex en dat dat hersengebied ook ooit, bij zoogdieren, in de evolutie is ontstaan, moet wel betekenen dat het aan overleving heeft bijgedragen. Maar dus als een aanvulling, niet als een vervanging, van het autonome zenuwstelsel en die neuroceptie. Of het bij mensen ook blijft bijdragen aan overleving, dat moet zich in deze tijd van klimaatverandering overigens nog bewijzen.

Dit alles ging zo ongeveer door mijn hoofd (ik was er dus bewust over aan het nadenken), toen ik het fraaie overzichtsartikel The preparatory set: a novel approach to understanding stress, trauma, and the bodymind therapies van Peter Payne en Mardi A. Crane-Godreau onder ogen kreeg. Daarin omschrijven de auteurs dat klaarliggende gedragspatroon als de preparatory set

Hoe vertaal je dat? Als een toestand van voorbereid zijn? Hoe dan ook, dit is de omschrijving die ze ervan geven: 

Here we use the term (Preparatory Set) to refer to the rapid, largely sub-cortical, preparation of the organism for response to the environment. We suggest that this preparation involves an organization of core features of the organism in readiness: physical posture and muscle tone, visceral state, affective or motivational state, arousal and orientation of attention, and (subcortical) cognitive expectations. This PS precedes, and influences, the complex human cortical responses of conscious appraisal and voluntary planning.

In een volgend bericht meer over wat de auteurs daar over te melden hebben. We zullen dan ook weer die polyvagaaltheorie van Porges tegenkomen. Wordt vervolgd. Hier het vervolg: Het adequaat kunnen herkennen van en reageren op veiligheid dan wel onveiligheid moet in de evolutie een cruciale rol hebben gespeeld. Over toestanden van voorbereid zijn.

Geen opmerkingen: