De
media verspreidden dus onware, negatieve berichten over de economie en
negeerden positieve berichten. Waardoor Amerikanen, hoewel ze positief
waren over hun eigen financiële situatie, de indruk kregen dat het met
de economie slecht gesteld was. En als het met de economie slecht
gesteld is, dan maakt als regel de zittende president weinig kans om
herkozen te worden.
Dit wijst ons dus op de grote betekenis van
die eerste weg waarlangs een foute leider aan de macht kan komen, de weg
van de desinformatie. De werkelijkheid kan volledig aan het zicht
worden onttrokken door de door de media verspreide mist van de voor de
foute leider gunstige desinformatie
Er valt natuurlijk nog wel wat meer te melden over die weg van de
desinformatie waarlangs Donald Trump in de Verenigde Staten wederom de
verkiezingen won.
Daar kwam bij dat diezelfde media evenzeer terughoudend
waren in het aan de kaak stellen van alles wat Donald Trump tot een
foute leider maakt. Dat is een algemener probleem. In een tijd dat de
democratie overal wordt bedreigd, zou je verwachten dat de media, die
bestaan dankzij de democratie en daarin een essentiële rol vervullen,
voor die bedreigingen waarschuwen. Maar in plaats daarvan streven ze
ernaar om "geen partij te kiezen", waardoor ze het gedrag en de
opvattingen van foute leiders behandelen alsof die gewoon deel uitmaken
van het democratische proces. Die "normalisering" is uiteraard een
gevaar voor de democratie. Het draagt bij aan de eerste van de drie wegen waarlangs een foute leider aan de macht komt, de weg van de desinformatie.
Die normalisering van Donald Trump begon eigenlijk al heel vroeg, in 2004, toen hij in de reality show The Apprentice tot
een televisiepersoonlijkheid werd gemaakt. Veertien jaar lang werd hij
daar als succesvol zakenman neergezet. Dat was volledig ten onrechte,
want zijn leven bestond uit een aaneenrijging van faillissementen. Maar
bovendien werd zijn gedrag toen al genormaliseerd, ook in de zin dat de
makers van het programma al snel doorkregen met welk "monster" ze te
maken hadden, maar alles in het werk stelden om dat aan de kijkers te
onthouden.
In
een jarenlange intensieve reclamecampagne werd het beeld verspreid van
Trump als een succesvolle zakenman, geheel in strijd met de
werkelijkheid. Dat hij zich op de set lichtgeraakt, agressief en
wraakzuchtig gedroeg, dat hij gewend was om weg te komen met leugens en
overdrijvingen, dat hij met dubieuze voorstellen kwam, daar kregen de
kijkers niets van mee. Miller besluit met:
Dat
was dus weliswaar twintig jaar te laat, maar nog wel voorafgaand aan de
verkiezingen. Het had voorpaginanieuws behoren te zijn, maar de mainstream media besteedden er weinig aandacht aan.
(11 december 2024) Vijanden aanwijzen die er niet zijn. De weg van de desinformatie
Oké, we weten al dat rechts-extremistische politici, foute leiders,
een economie en een maatschappelijk klimaat nodig hebben waarin mensen
zich in hun bestaan bedreigd voelen. Waarin overheden, zoals in de afgelopen 40 tot 50 jaar een neoliberaal
beleid hebben gevoerd waarin meer aan de markt moest worden overgelaten,
waarin de kans op financieel-economische crises toenam en waarin de
sociale zekerheid moest worden teruggedrongen, omdat zulks goed zou zijn
voor "de economie". Een klimaat waarin mensen meer voor zichzelf moeten
opkomen en minder moeten leunen op collectieve regelingen. Een
statuscompetitief klimaat dus, waarin het ieder-voor-zich in de plaats
komt van het iedereen-telt-mee van een overheid die ons
gemeenschapspatroon vorm geeft.
Dat voor foute leiders gunstige
werkterrein bestaat dus. Daarin zien ze mogelijkheden om zichzelf te
presenteren als de enige redder en verlosser die het tij kan doen keren.
Niet gemotiveerd door enige zorg om het welzijn van de bevolking, maar
uitsluitend door hun statuscompetitieve obsessie met macht en
alleenheerschappij. Daardoor zijn ze er dus niet op uit om de werkelijke
problemen op te lossen die de bevolking ervaart. Sterker, de
voorstanders van die linkse, iedereen-telt-mee oplossing, het vergroten
van de bestaanszekerheid, zien ze als hun voornaamste concurrenten.
Nee,
in plaats daarvan moeten de onveiligheidsgevoelens van de kiezers zo
worden bijgestuurd dat er "vijanden" in beeld komen voor de bestrijding
waarvan de democratie opzij moeten worden gezet om plaats te maken voor
de alleenheerschappij van de foute leider. Die "vijanden" maken al deel
uit van de bevolking of ze staan aan de grenzen om het land binnen te
komen. Die migranten pikken banen in, ze leggen beslag op schaarse
woonruimte, ze misbruiken de sociale voorzieningen of ze zijn zelfs
criminelen en verkrachters. Daardoor tonen ze de naïviteit aan van dat
linkse iedereen-telt-mee en daarmee van de democratie. Stem op de foute
leider, die als hij maar aan de macht wordt geholpen, schoon schip zal
maken.
We kennen natuurlijk die verklaring voor de opkomst van het rechts-extremisme. Denk aan Waardoor werd de PVV zo groot?
Maar
wat bepaalt de kans dat de foute leider in zijn opzet slaagt? Maakt het
iets uit of hij dat aanwijzen van "vijanden" ook met feiten kan
onderbouwen? Moeten er ook echt negatieve gevolgen aanwijsbaar zijn van
het "openen van de grenzen voor immigranten"?
Of kan de foute leider ook succes hebben langs de weg van de desinformatie, die eerste van de drie wegen die ik eerder noemde?
Jazeker, dat kan. Daarop wijst het nieuwe onderzoek The Free Movement of People and the Success of Far-Right Parties: Evidence from Switzerland’s Border Liberalization.
Het gaat om een onderzoek dat al aandacht heeft getrokken. Zo stond
Caroline de Gruyter er al bij stil in haar column op NRC>: Hoe de extreemrechtse elite aan stemmen komt.
De
onderzoekers keken naar de gevolgen van de toename van
arbeidsimmigranten in Zwitserland voor de steun voor
rechts-extremistische anti-immigratiepartijen nadat dat land in 1999 met
de Europese Unie een verdrag had gesloten over het vrije verkeer van
personen. Die toename van arbeidsimmigratie bleek er inderdaad te zijn,
meer in gemeenten grenzend aan Italië, Frankrijk en Duitsland dan in
gemeenten met grotere afstand tot de grens.
Had die toename van
arbeidsimmigranten negatieve gevolgen voor de inwoners van die
aangrenzende gemeenten? Nee, geenszins. Hun werkgelegenheid nam niet af
en hun lonen namen eerder iets toe dan af. Evenmin was er een afname van
het door hen ingeschatte risico op werkloosheid en van de door hen
waargenomen woonlasten. En hun financiële tevredenheid was zelfs iets
toegenomen. Ook waren er geen aanwijzingen dat de bewoners in de
grensgemeenten zich meer cultureel bedreigd of onveiliger waren gaan
voelen. Merk op dat het taalprobleem niet een rol gespeeld kan hebben,
omdat in
alle drie gebieden aan weerszijden van de grens dezelfde taal wordt
gesproken.
Kortom, de toegenomen arbeidsimmigratie had geen
negatieve economische of culturele gevolgen. Wat de verwachting wekt dat
er geen toename zou optreden van de steun voor rechts-extremistische
anti-immigrantenpartijen.
Maar wat bleek? In de vier verkiezingen
na de openstelling van de grens nam het stemmenpercentage van die
rechts-extremistische partijen met bijna een derde toe.
Hoe kan dat? Vroegen de onderzoekers zich af. Hun antwoord komt er op neer dat de rechts-extremistische politici so wie so een
vijandbeeld proberen te propageren. Bedenk weer dat ze die
statuscompetitieve drijfveer hebben waarin zij zichzelf willen
presenteren als de redder in nood in een vijandige wereld.
En
dus zijn ze vindingrijk. Als die economische of culturele bedreigingen
niet genoeg aanslaan, dan komen ze met het "Dit land is vol"-argument.
In Zwitserland namen ze hun toevlucht tot het aan de biologie ontleende
thema van de Dichtestress, van de overbevolking, waardoor mensen
meer overlast van elkaar ervaren. Overvolle treinen, files,
verstedelijking van het platteland, te drukke winkelcentra, te weinig
parkeerplekken, etc. We zijn al met zoveel dat we die immigranten er
niet bij kunnen hebben. We moeten ze tegenhouden en als ze er al zijn,
dan moeten ze terug. Maar ook daar valt weer tegenin te brengen dat er
geen aanwijzingen waren dat in de grensgemeenten de verkeersdrukte was
toegenomen.
Hoe dan toch te verklaren dat de inwoners meer
rechts-extremistisch gingen stemmen? De onderzoekers vermoeden
uiteindelijk dat het iets te maken moet hebben met de mate waarin
kiezers geïnformeerd en beïnvloedbaar zijn. Dus inderdaad met die weg
van de desinformatie.
Dit onderzochten ze in het aan Italië
grenzende kanton Ticino (of Tessin). Daar was de arbeidsimmigratie sterk
toegenomen en was er in de media veel aandacht aan besteed. Volgens een
bekende theorie over politiek bewustzijn, zijn kiezers die heel weinig
of juist heel veel politiek geïnteresseerd zijn, weinig beïnvloedbaar.
Als je weinig geïnteresseerd bent, dan ben je met andere dingen bezig.
En als je heel veel geïnteresseerd bent, dan ben je in staat je eigen
oordelen te volgen. Degenen die daar tussen in zitten, die zijn het
meest beïnvloedbaar. Ze weten genoeg om open te staan voor
beïnvloedingspogingen, maar te weinig om die op waarde te kunnen
schatten.
In overeenstemming daarmee bleek inderdaad dat die
middengroep een negatievere houding had tegenover de immigranten dan de
twee andere groepen. Dat is dus het deel van de kiezers dat bij uitstek
ontvankelijk is voor de desinformatie van rechts-extremistische
anti-immigranten boodschappen. Ze zijn genoeg geïnteresseerd om die
boodschappen te ontvangen en te weinig geïnteresseerd om ze goed te
kunnen beoordelen.
Dat alles komt er dus op neer dat
rechts-extremistische politici succes kunnen hebben met het aanwakkeren
van hun beeld van een vijandige wereld ook als dat beeld feitelijk niet
kan worden onderbouwd. Ze blijken in staat een bepaald deel van de
bevolking, het deel dat matig politiek geïnteresseerd is, op te zetten
tegen immigranten, ook als hun argumenten tegen immigratie elke
onderbouwing ontberen.
Foute leiders hebben het nu eenmaal nodig om vijanden te kunnen aanwijzen. Ook als die er in feite niet zijn.
(12 december 2024) Desinformatie en het Grote Geld
Het zijn geen tijden om vrolijk van te worden, maar er is één
lichtpuntje: sociaalwetenschappelijk gezien is het niet moeilijk om
helder te krijgen wat er aan de hand is. In de jaren 70 en 80 van de
vorige eeuw begonnen neoliberaal geïnspireerde, dus bijna alle,
politici, hopelijk meer uit onkunde dan willens en wetens, met het
scheppen van de economische en maatschappelijke voorwaarden voor de
opkomst van rechts-extremistische foute leiders. (Lees Waardoor werd de PVV zo groot?)
Met
die foute leiders zitten we nu dus opgescheept. Alles wat daar verder
over valt te zeggen, is een invuloefening van een al bekend stramien. Ik
ga nog even verder met die invuloefening.
Doordat
de foute leider uitsluitend statuscompetitief gemotiveerd is, en er dus
niet op uit is om het welzijn van de bevolking te dienen, kan hij in
een democratie niet gemakkelijk langs reguliere weg aan de macht komen.
Als hij een "eerlijke" campagne zou voeren, dus met de kiezers zijn ware
bedoelingen zou delen, dan zou hij weinig kans maken. Wat hij voor ogen
heeft, is ver verwijderd van wat de grote meerderheid van de kiezers,
die gemotiveerd wordt door het gemeenschapspatroon van
iedereen-telt-mee, wenselijk vindt.
Dat maakt dat we de drie wegen kunnen aanwijzen
waarlangs hij moet proberen om zijn obsessie, het bereiken van de
alleenheerschappij, te realiseren: de weg van de desinformatie, de weg
van het aanwijzen van vijanden en het zaaien van onrust,en de weg van
het zich laten financieren door de miljardairs, met de toezegging dat
die daar veel voor zullen terugkrijgen.
In het geval van de
onverwachte herverkiezing van Donald Trump zien we die drie wegen in
alle helderheid voor ons liggen. We zagen al dat de traditionele media,
de grote dagbladen en de netwerken, die weg van de desinformatie
bewandelden, met het grotendeels negeren van de successen van het
economische beleid van de Biden-Harris regering en van het de ogen
sluiten voor en het normaliseren van het foute leider-gedrag van Donald
Trump.
Dat kan er mee te maken hebben gehad dat de
kwaadaardigheid van de foute leider vaak pas onder ogen wordt gezien als
het te laat is. Maar sommige van die traditionele media, zoals de Washington Post,
die eigendom is van de multimiljardair Jeff Bezos, waren al op een
overwinning van Trump aan het anticiperen. Bezos had eerder een botsing
met Trump en was nu zoete broodjes aan het bakken. Trump zou
"gematigder" zijn geworden en zou zorgen voor de deregulering die Bezos
zo graag wil. En daar lag de derde weg voor iedereen zichtbaar: de op
een na rijkste man op aarde heult met de foute leider in ruil voor
begunstigingen. (Jeff Bezos is optimistic about working with a ‘calmer’ Trump.)
Maar
er is natuurlijk veel meer aan de hand in het media-landschap. Sinds de
publieke informatievoorziening, onmisbaar in een democratie, als
onderdeel van datzelfde neoliberale beleid grotendeels aan de markt is
overgelaten, is er ruimte gekomen voor invloedrijke informatiestromen
die geheel in dienst staan van de belangen van foute leiders. Meteen na
de herverkiezing van Trump was het voor Heather Cox Richardson al duidelijk wat er zich moest hebben afgespeeld:
But my own conclusion is that both of those things (sexisme en racisme - HdV) were amplified by
the flood of disinformation that has plagued the U.S. for years now.
Russian political theorists called the construction of a virtual
political reality through modern media “political technology.” They
developed several techniques in this approach to politics, but the key
was creating a false narrative in order to control public debate. These
techniques perverted democracy, turning it from the concept of voters
choosing their leaders into the concept of voters rubber-stamping the
leaders they had been manipulated into backing.
In the U.S.,
pervasive right-wing media, from the Fox News Channel through right-wing
podcasts and YouTube channels run by influencers, have permitted Trump
and right-wing influencers to portray the booming economy as “failing”
and to run away from the hugely unpopular Project 2025. They allowed
MAGA Republicans to portray a dramatically falling crime rate as a crime
wave and immigration as an invasion. They also shielded its audience
from the many statements of Trump’s former staff that he is unfit for
office, and even that his chief of staff General John Kelly considers
him a fascist and noted that he admires German Nazi dictator Adolf
Hitler.
As actor Walter Masterson posted: “I tried to educate
people about tariffs, I tried to explain that undocumented immigrants
pay billions in taxes and are the foundation of this country. I
explained Project 2025, I interviewed to show that they supported it. I
can not compete against the propaganda machines of Twitter, Fox News,
[Joe Rogan Experience], and NY Post. These spaces will continue to
create reality unless we create a more effective way of reaching
people.”
X users noted a dramatic drop in their followers today, likely as bots, no longer necessary, disengaged.
Het
fenomeen van de foute leider omvat natuurlijk niet alleen de persoon,
maar ook allen die van hem hopen te profiteren. Die doorhebben dat ze
hem in ruil daarvoor iets te bieden moeten hebben. En dat laatste komt
in een democratie neer op het het in werking stellen en houden van
informatiestromen die de foute leider aan de macht helpen. De combinatie
dus van de weg van de desinformatie en van de weg van de financiering
door het Grote Geld.
(13 december 2024) De weg van vijandschap en samenzweringstheorieën in het geval van Donald Trump
We staan nog even stil bij die drie wegen waarlangs de foute leider Donald Trump opnieuw aan de macht kwam. Het ging al over de eerste, de weg van de desinformatie, en de derde weg,
die van het Grote Geld. Daarover valt veel meer te zeggen, maar nu
eerst even over die tweede weg, die van het aanjagen van
onveiligheidsgevoelens.
Bij Donald Trump zien we de voor foute
leiders zo kenmerkende onveranderlijkheid van zijn gedrag. Door zijn
zelfbewondering kan de foute leider in zijn levensloop geen persoonlijke
ontwikkeling doormaken. Hij loopt al vroeg vast in zijn
statuscompetitieve wereldbeeld van vijandschap en sociale onveiligheid.
In dat wereldbeeld zijn anderen vijanden of, als ze dat niet zijn, aan
hem onderdanige en loyale volgelingen. Dat vastlopen moet wel gepaard
gaan met cognitieve achteruitgang en veel aan het gedrag van Trump wijst erop dat hij daaraan lijdt. Zie ook Psychiatrische analyses van kwaadaardige narcisten - over Adolf Hitler en Donald Trump.
We
weten van Trump dat hij al vroeg een bewonderaar was van het
schoolvoorbeeld van de foute leider, Adolf Hitler. Zijn eerste
echtgenote moet hebben verteld
dat hij de verzamelde redevoeringen van Hitler naast zijn bed had
liggen. Ook heeft hij nooit een geheim gemaakt van zijn bewondering voor
andere, hedendaagse foute leiders, als Poetin, Orbán, Kim Jong-Un en Xi
Jinping. Het lijkt alsof hij afgunstig is op de absolute
alleenheerschappij die zij al bereikt hebben, maar hij nog niet. Die
afgunst lijkt op de kwetsbare kant van zijn voor het overige grandioze narcisme te wijzen.
Hoe
dan ook, wat hij zo fascinerend aan die redevoeringen van Hitler zal
hebben gevonden, is hoe je als foute leider zo zonder enige
terughoudendheid dat wereldbeeld van vijanden, onveiligheid en
samenzweringen kunt uitdragen. Dat je je niets hoeft aan te trekken van
wat waar is en niet waar. Dat je ongeremd alles wat in je narcistische
brein opkomt, naar buiten kunt brengen. Je hebt vijanden en complotten
nodig om jezelf als redder te kunnen presenteren en er is geen waarheid
die je tegenhoudt om die aan te wijzen. (Zie ook, uit 2018: Liegen doen we allemaal. Maar Trump!)
Waar dat toe leidde, werd fraai duidelijk gemaakt door redacteuren van de New York Times, die eind oktober zijn activiteit op zijn eigen Truth Social analyseerden: Inside Trump’s Truth Social Conspiracy Theory Machine. Ze keken naar wat Trump een half jaar lang aan posts en reposts aan zijn volgers gestuurd had. 330 van die berichten voldeden aan twee strikt omschreven en opvallende criteria:
They each described both a false, secretive plot against Mr. Trump or
the American people and a specific entity supposedly responsible for it.
The unfounded theories ranged from suggestions that the F.B.I. had ordered his assassination to accusations that government officials had orchestrated the Capitol riot on Jan. 6, 2021.
Onophoudelijk,
gemiddeld bijna twee maal per dag, stuurde hij samenzweringstheorieën
aan zijn 7,9 miljoen volgers. Volgens Joseph Uscinsky, co-auteur van het
boek American Conspiracy Theories
en hoogleraar politieke wetenschap aan de Universiteit van Miami, was
hij daarmee een coalitie aan het bouwen van mensen met een wel heel
donkere visie op de wereld. En is Trumps retoriek niet bedoeld om te
appelleren aan de traditionele Republikeinse waarden, maar om
integendeel diegenen te bereiken die "het systeem willen opblazen". Het
ging herhaaldelijk over "vijanden van binnenuit", waarmee Democraten en
overheidsbeambten bedoeld werden, die met militaire middelen aangepakt
zouden moeten worden.
In meer dan
260 berichten deelde hij samenzweringstheorieën die beweerden dat de
verkiezingen in zijn nadeel frauduleus zouden gaan worden en dat de
strafrechtszaken die tegen hem liepen bedoeld waren om de verkiezingen
te beïnvloeden. Ook promootte hij de "omvolkingstheorie", die beweert
dat machtige en duistere krachten de Amerikaanse bevolking willen
vervangen door immigranten.
En er kwamen samenzweringstheorieën voorbij dat de regering-Biden verantwoordelijk zou zijn voor het opblazen van de Nord Stream
pijplijn, dat miljardair Soros bezig zou zijn om Trump te ondermijnen
en dat Kamala Harris met kunstmatige intelligentie de omvang van de
opkomst bij haar verkiezingsbijeenkomsten zou manipuleren.
Bovendien
verspreidde hij racistische berichten over immigranten en grove,
seksueel getinte commentaren over Kamala Harris. En hij kondigde aan dat
hij als hij herkozen zou worden, zich zou wreken op iedereen die hem
dwars had gezeten:
He said those people, including lawyers, donors, election officials and
“illegal voters,” would be “sought out, caught, and prosecuted at
levels, unfortunately, never seen before in our Country.”
Inmiddels
is er dus die herverkiezing. En vanwege die onveranderlijkheid van
gedrag weten we dus waarmee we binnenkort te maken krijgen. Op de eerste
plaats natuurlijk waarmee de Amerikanen te maken krijgen. Maar meteen
daarna wat dit voor de wereld zal betekenen. We moeten, samen met de redactie van NRC>, onder ogen zien dat zijn presidentschap een gevaar voor de wereld is.
(7 januari 2025) Wat te verwachten van de veroordeelde foute leider die tot president wordt verkozen?
Nu gisteren de verkiezingsoverwinning van de foute leider Donald
Trump in Washington formeel werd vastgesteld, moeten we wel stilstaan
bij de vraag hoe die overwinning tot stand kon komen en bij de vraag
welke gevaren dat presidentschap met zich mee zal brengen.
De
uiteindelijke bron van die gevaren is bekend: de
kwaadaardig-narcistische persoonlijkheid van de foute leider. Bekend en
het minst interessant, want die persoonlijkheid is een open boek. Als je
eenmaal inzicht hebt in de drie-eenheid van zelfbewondering,
vijandigheid en onveranderlijkheid van gedrag, dan is er vrijwel niets
meer aan het gedrag van de foute leider verrassend. Het is het gedrag
dat gelokaliseerd is aan het ene uiterste van het menselijke sociale
gedrag dat mogelijk is: het uiterste waar uitsluitend de
overheersingskant van het statuscompetitiepatroon geactiveerd is. (De
andere kant is die van de volledige onderwerping.)
Zo hoeft er aan
het gedrag van Donald Trump niets verrassends te zijn, noch aan het
vroegere, noch aan het toekomstige. Gisteren vier jaar geleden liet hij
zijn aanhangers het Capitool bestormen om zo de formele bevestiging van
zijn verkiezingsnederlaag te voorkomen. Pas toen hemzelf duidelijk werd
dat die opzet mislukte, gaf hij het signaal om de couppoging te
beëindigen. Toen waren er al doden en gewonden gevallen. Dat hadden er
meer kunnen zijn, want in het geheim geplaatste explosieven
functioneerden niet zoals bedoeld. De bestorming was onderdeel van een
uitgewerkt zeven stappen-plan waarmee de verkiezingsuitslag buiten
werking moest worden gesteld. Anders gezegd, de foute leider legt zich
alleen dan neer bij de werking van de democratie als er echt niets
anders op zit. (Public hearings of the United States House Select Committee on the January 6 Attack).
Dat
hij zich erbij neerlegde, betekende overigens niet dat hij zijn
nederlaag erkende. Hij bleef volhouden dat er in zijn nadeel
verkiezingsfraude was gepleegd, ook nadat hij in een reeks rechtszaken
in het ongelijk was gesteld. Hij verliet weliswaar het Witte Huis, maar
deed dat met illegale medeneming van vele dozen vol presidentiële,
waaronder als geheim geclassificeerde, documenten. Een op het eerste
gezicht merkwaardige actie, maar wederom volkomen begrijpelijk in het
licht van het onvermogen een nederlaag te accepteren. Het Witte Huis
weigeren te verlaten zou tot een vernederende afgang hebben geleid. Dan
maar datgene meenemen wat het presidentschap zo definieert: geheime
documenten. Waar hij meende recht op te hebben, omdat hij immers van
zichzelf vond nog steeds de echte president te zijn.
Trump
probeert nu met alle macht te voorkomen dat Jack Smith, de speciale
aanklager die de documentenzaak onderzocht, zijn eindverslag openbaar
maakt. Die zaak is, evenals de twee zaken naar Trumps pogingen om het
vaststellen van de verkiezingsuitslag te beïnvloeden, geseponeerd nu
Trump opnieuw tot president is gekozen. Maar van beide zaken mogen we
nog voor Trumps inauguratie op 20 januari openbaarmaking van de stukken
verwachten.
Nu we het er toch over hebben, Trump is zoals bekend
al veroordeeld voor vervalsing van documenten in verband met het betalen
van zwijggeld aan een pornoster en de rechter in die zaak heeft
aangekondigd a.s. vrijdag de straf bekend te maken. Bij het bepalen
daarvan zal hij rekening houden met Trumps presidentschap. En hij is in
een civiele zaak veroordeeld tot het betalen van een boete voor het
verstrekken van onjuiste informatie over zijn vermogen waardoor hij
lagere verzekeringspremies en rentes over leningen betaalde (Trump investigations, Tracking the cases.) En om het plaatje volledig te maken: hij is veroordeeld wegens seksuele geweldpleging en laster (Donald Trump loses appeal against E Jean Carroll sexual abuse verdict).
Kortom,
dit is het gedrag dat een foute leider in aanraking brengt met, zolang
die er nog zijn, openbare aanklagers en onafhankelijke rechters. Nu
maken we mee dat die foute leider tot president is gekozen. Wat kunnen
we dan van zijn gedrag in die positie verwachten?
(8 januari 2025) Het tegenwoordige medialandschap tendeert naar rechts en normalisering van extreemrechts
Oké, in de Verenigde Staten, het machtigste land ter wereld, is de
foute leider en veroordeelde crimineel Donald Trump opnieuw democratisch
tot president gekozen. De inauguratie vindt plaats op 20 januari.
Wat
valt daar sociaalwetenschappelijk gezien over te zeggen? En wat valt er
sociaalwetenschappelijk gezien van zijn gedrag als president te
verwachten?
Eerst maar over hoe het kon gebeuren dat Trump als
kandidaat van de Republikeinse partij de verkiezingen won, weliswaar
nipt, maar toch. Dat blijft verbazen, al was het maar vanwege het
succesvolle beleid van de vorige Democratische regering van president
Joe Biden en vicepresident en Trumps tegenstander Kamala Harris. Die
regering had de wereldwijd opgelopen inflatie teruggedrongen zonder een
recessie te veroorzaken, had de werkloosheid teruggebracht tot een
historisch laag niveau, had de lonen, in het bijzonder de laagste lonen,
sterk doen toenemen, was begonnen met het aanpakken van de al heel lang
verwaarloosde infrastructuur, had de transitie naar een klimaatneutrale
economie in gang gezet en had werknemers- en consumentenrechten
versterkt.
Die Bidenomics werd gezien als het begin van
een nieuw tijdperk, waarin afscheid werd genomen van dat van het
neoliberale marktdenken en werd teruggekeerd naar het beleid van na de
Tweede Wereldoorlog, met een herwaardering van de rol van de overheid in
het economische beleid. Sociaalwetenschappelijk gezien het afscheid van
het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon en een
herintroductie van het iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon. De
verkiezingsoverwinning van Trump, de verpersoonlijking van het
statuscompetitiepatroon en van belastingverlaging voor de rijken, is
natuurlijk een streep door de rekening.
Het zou kunnen dat het
komende presidentschap van Trump niet meer is dan een hobbel op de weg
naar dat nieuwe tijdperk. Daarvoor pleiten al die aanwijzingen dat de
kiezers en degenen die niet aan de verkiezingen deelnamen, slecht
geïnformeerd waren. Zo waren veel Amerikanen tevreden over hun eigen
economische situatie, maar waren ze er tegelijkertijd van overtuigd dat
het met de economie van het land slecht gesteld was. Het succes van het
Biden-beleid was niet niet tot hen doorgedrongen, misschien doordat de
Democraten dat te weinig hadden uitgedragen, of werd het weggedrukt door
Trumps bizarre onwaarheden daarover. En door Trumps onduidelijkheden of
ronduit onwaarheden over zijn eigen beleidsvoornemens of vooral die van
zijn radicale christelijk-conservatieve aanhangers.
Daar komt
mee overeen dat in staten waar Trump won, ook typisch Democratische
referendumvoorstellen voor het recht op abortus, verhoging van het
minimumloon, doorbetaling bij ziekte en zorgverlof werden aangenomen.
Een deel van de kiezers moet niet hebben doorgehad dat zulke voorstellen
in een regering-Trump weinig kans maken (America's political discordance: The Trump voters who want progressivism; How Could Trump and Abortion Rights Both Win?).
Er
is, kortom, in de meeste democratieën sinds de vercommercialisering van
de informatievoorziening en de opkomst van nieuwe media een groot
informatieprobleem. Kenmerkend voor dat tijdperk van het neoliberale marktdenken is dat de
sterk gegroeide exorbitante rijkdom ook wordt aangewend om het
democratische proces te beïnvloeden. Goede informatievoorziening is een
essentieel publiek goed, dat echter niet goed tot stand komt als dat
vergaand aan de markt wordt overgelaten. De miljardairs willen
onbelemmerd hun rijkdom kunnen vergroten en sturen dus het democratische
proces gaarne bij in de hun welgevallige richting van rechts en
extreemrechts beleid. Als hen dat maar minder regels en lagere
belastingen oplevert.
Vandaar dat het tegenwoordige medialandschap naar rechts tendeert en naar normalisering van extreemrechts.
Dat
betekent dat progressieve verkiezingsoverwinningen pas weer normaal
worden als het medialandschap eerst op rechts wordt terugveroverd.
Politiek handelen is veel meer geworden dan het ontwikkelen en
bekendmaken van verstandige en breed gedragen beleidsvoorstellen. Die
moeten tegen de overvloed aan desinformatie in nog bij de kiezers
terechtkomen. En het is maar de vraag of dat lukt zolang het Grote Geld
het medialandschap in bezit heeft (Until there’s a liberal media apparatus, the Democrats will live in Trump’s America).
(14 januari 2025) Over het contrast tussen Jimmy Carter, een goede, en Donald Trump, een foute leider
De politieke actualiteit maakt voor iedereen wel heel levendig
duidelijk wat het onderscheid is tussen het geactiveerd zijn van het
gemeenschapspatroon en het geactiveerd zijn van het
statuscompetitiepatroon. Anders gezegd, geeft ons een heldere inkijk in
de innerlijk tegenstrijdige menselijke sociale natuur.
Het
extreme geactiveerd zijn van het statuscompetitiepatroon zien we zich
voor ons oog afspelen in het gedrag van de foute leiders die nu in de
politieke berichtgeving zo royaal aandacht krijgen.
Daarover
straks meer. Eerst maar even, als hoognodig tegenwicht, over een geval
van extreme activering van het gemeenschapspatroon.
Dan gaat het
over de lofprijzingen die zijn uitgesproken naar aanleiding van het op
100-jarige leeftijd overlijden van Jimmy Carter, tussen 1977 en 1981
president van de Verenigde Staten, aan wie in 2002 de Nobelprijs voor de
Vrede werd uitgereikt "for work to find peaceful solutions to
international conflicts, to
advance democracy and human rights, and to promote economic and social
development."
Heather Cox Richardson stond de dag daarna stil
bij wat er over Carter werd gezegd bij zijn staatsbegrafenis. Omdat dat
een boeiende inkijk geeft in wat in de menselijke sociale natuur ook
tot de mogelijkheden behoort, het geactiveerd zijn van het
gemeenschapspatroon, haal ik een en ander daarvan naar voren.
Doordat
Carter zo oud is geworden, overleefde hij veel van zijn tijdgenoten die
hem goed gekend hadden. Maar enkelen daarvan tekenden herinneringen aan
hem op, die bij de plechtigheid door nakomelingen werden voorgelezen.
Zo
waren er de nagelaten herinneringen van Walter Mondale (1928 - 2021),
Carters vicepresident. Daaruit blijkt dat Carter zich liet leiden door
het iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon. Want hij probeerde
toen al, met het oog op de volgende generaties, alternatieven voor
fossiele brandstoffen te promoten en liet hij zonnepanelen op het Witte
Huis aanbrengen. Hij spande zich in om gelijke rechten voor vrouwen in
de Grondwet vastgelegd te krijgen en benoemde een record aantal vrouwen
in zijn regering en in de rechterlijke macht. Carters regeerperiode
waren "extraordinary years of principled and decent leadership, [and]
his courageous commitment to civil rights and human rights.”
De
Republikeinse president en Carters voorganger Gerald Ford (1913 - 2006),
die in zijn poging tot herverkiezing van Carter verloor, had als
karakterisering nagelaten dat Carter “pursued brotherhood across
boundaries of nationhood, across boundaries
of tradition, across boundaries of caste. In America’s urban
neighborhoods and in rural villages around the world, he reminded us
that Christ had been a carpenter.” Het iedereen-telt-mee was voor Carter
sterk verbonden met zijn Godsgeloof.
Een kleinzoon vertelde dat
hij op zijn grootvaders leven terugkeek als een “love story, about love
for his fellow humans and about living out the commandment to love your
neighbor as yourself." Hij herinnerde er aan dat zijn grootvader na
zijn presidentschap het Carter Centre oprichtte, dat erin slaagde om in
de allerarmste dorpen van de wereld de guineawormziekte, veroorzaakt
door vervuild drinkwater, vrijwel uit te bannen.
President Biden
vertelde dat Carter hem had geleerd dat “strength of character is more
than title or the power we hold. It’s
the strength to understand that everyone should be treated with dignity,
respect. That everyone, and I mean everyone, deserves an even shot. Not
a guarantee, but just a shot…. [W]e have an obligation to give hate no
safe harbor, and to stand up to what my dad used to say is the greatest
sin of all: the abuse of power.” Carter geloofde in het gebod je buren
lief te hebben. Hoewel dat gebod nooit perfect is na te leven, ligt het
wel ten grondslag aan het idee van de Verenigde Staten, "a nation where
all are created equal in the image of God and deserve to be treated
equally throughout our lives.”
“At our best,” Biden said, “we share the better parts of ourselves:
joy, solidarity, love, commitment. Not for reward, but in reverence for
the incredible gift of life we’ve all been granted. To make every minute
of our time here on Earth count.”
“That’s the definition of a
good life,” Biden said. It was the life Jimmy Carter lived for 100
years: a “good life of purpose and meaning, of character driven by
destiny and filled with the power of faith, hope, and love.”
Natuurlijk
is het bij herdenkingen gebruikelijk om over de doden niets dan goeds
te zeggen. Maar dat gebruik is in veel gevallen moeilijk na te leven.
Alles wijst erop dat het bij het overlijden van Jimmy Carter gemakkelijk
was. Hij leidde een goed leven, in de betekenis die we allemaal kennen
en die overeenkomt met wat we sociaalwetenschappelijk een leven noemen
waarin het gemeenschapspatroon sterk geactiveerd is.
Dat
is natuurlijk goed om tot ons door te laten dringen nu we binnenkort
met een Amerikaanse president te maken krijgen waarvoor het
tegengestelde geldt: een leven dat gekenmerkt wordt door het sterk
geactiveerd zijn van het statuscompetitiepatroon. In de personen van
twee Amerikaanse presidenten kunnen we het contrast tussen een goede
leider en een foute leider heel inzichtelijk maken.
Nu
weten we natuurlijk nog niet wat er in de toekomst bij een
herdenkingsdienst over Donald Trump zal worden gezegd. Maar we hebben
wel de karakteriseringen van 24 van zijn naaste, door hemzelf benoemde,
medewerkers in zijn vorige presidentschap: 24 former Trump allies and aides who turned against him.
Dat zijn mensen die al wel het een en ander over Trump geweten moeten
hebben toen ze toch bereid waren om voor hem te werken. Dat zegt iets
over hen. In ieder geval zegt het dat ze niet vooringenomen waren. Maar
die zich dus van hem afkeerden nadat ze hem van nabij hadden meegemaakt.
Zijn vicepresident Mike Pence: “The American people deserve to know that President Trump asked me to
put him over my oath to the Constitution. … Anyone who puts himself over
the Constitution should never be president of the United States.”
Zijn minister van Justitie, Bill Barr: “Someone who engaged in that kind of bullying about a process that is
fundamental to our system and to our self-government shouldn’t be
anywhere near the Oval Office.”
Zijn eerste minister van Defensie, James Matthis: “Donald Trump is the first president in my lifetime who does not try to
unite the American people – does not even pretend to try. Instead he
tries to divide us.”
Zijn tweede minister van Defensie, Mark Esper: “I think he’s unfit for office. … He puts himself before country. His
actions are all about him and not about the country. And then, of
course, I believe he has integrity and character issues as well.”
Zijn voorzitter van de Joint Chiefs of Staff, het militaire adviesorgaan, Mark Milley: “We don’t take an oath to a wannabe dictator. We take an oath to the
Constitution and we take an oath to the idea that is America – and we’re
willing to die to protect it.”
Zijn
eerste minister van Buitenlandse Zaken, Rex Tillerson: “(Trump’s)
understanding of global events, his understanding of global
history, his understanding of US history was really limited. It’s really
hard to have a conversation with someone who doesn’t even understand
the concept for why we’re talking about this.”
Zijn
eerste ambassadeur bij de Verenigde Naties, Nikki Haley: "A terrible
thing happened on January 6 and he called it a beautiful day.”
Zijn
vicevoorzitter van het presidentiële transitieteam, Chris
Christy: “Someone who I would argue now is just out for himself.”
Zijn
tweede nationale veiligheidsadviseur, H.R. McMaster: “We saw the
absence of leadership, really anti-leadership, and what that can do to
our country.”
Zijn derde nationale veiligheidsadviseur, John Bolton: “I believe (foreign leaders) think he is a laughing fool.”
Zijn tweede voorzitter van de Chiefs of Staff, John Kelly: “A person that has nothing but contempt for our democratic institutions,
our Constitution, and the rule of law. There is nothing more that can
be said. God help us.”
Zijn vroegere plaatsvervangende voorzitter van de Chiefs of Staff,
Mick Mulvaney, die ontslag nam na 6 januari, 2021: “I quit because I
think he failed at being the president when we needed him to be that.”
Een van zijn vele woordvoerders, Anthony Scaramucci: “He is the domestic terrorist of the 21st century.”
Een andere woordvoerder, Stephany Grisham: “I am terrified of him running in 2024.”
Zijn
minister van Onderwijs, die na 6 januari 2021 haar ontslag indiende,
Betsy DeVos: “When I saw what was happening on January 6 and didn’t see
the president
step in and do what he could have done to turn it back or slow it down
or really address the situation, it was just obvious to me that I
couldn’t continue.”
Zijn minister voor
Transport, Elaine Chao, die na 6 januari 2021 haar ontslag indiende: "At
a particular point the events were such that it was impossible for me
to continue, given my personal values and my philosophy."
Zijn eerste minister voor de Marine, Richard Spencer: “…the president has very little understanding of what it means to be in
the military, to fight ethically or to be governed by a uniform set of
rules and practices.”
Zijn eerste
adviseur voor binnenlandse veiligheid, Tom Bossert: “The President
undermined American democracy baselessly for months. As a
result, he’s culpable for this siege, and an utter disgrace.”
Zijn vroegere persoonlijke advocaat en fixer, Michael Cohen: “Donald’s an idiot.”
Zijn Witte Huis advocaat, Ty Cobb: “Trump relentlessly puts forth claims that are not true.”
Zijn
vroegere directeur strategische communicatie, Alyssa Farah Griffin:
“We can stand by the policies, but at this point we cannot stand by the
man.”
Een top aide op het gebied van de relaties met Afroamerikanen, Omarosa Manigault Newman: “Donald
Trump, who would attack civil rights icons and professional athletes,
who would go after grieving black widows, who would say there were good
people on both sides, who endorsed an accused child molester; Donald
Trump, and his decisions and his behavior, was harming the country. I
could no longer be a part of this madness.”
Een
vroegere plaatsvervangend perssecretaris, Sarah Matthews, die ontslag
nam na 6 janurai, 2021: “I thought that he did do a lot of good during
his four years. I think
that his actions on January 6 and the lead-up to it, the way that he’s
acted in the aftermath, and his continuation of pushing this lie that
the election is stolen has made him wholly unfit to hold office every
again.”
Zijn laatste assistent van de voorzitter van de Chiefs of Staff, Cassidy Hutchinson: “I think that Donald Trump is the most grave threat we will face to our
democracy in our lifetime, and potentially in American history.”
En
ondanks al deze sterke aanwijzingen dat we met Donald Trump te maken
hebben met een foute leider, is deze man dus binnenkort wederom de
Amerikaanse president. Van zijn vorige medewerkers is er neem ik aan
niemand gepolst en bereid gevonden om hem wederom bij te staan. Degenen
die Trump tot nu toe heeft voorgedragen, zijn uitgekozen meer vanwege
hun loyaliteit dan enige deskundigheid of bekwaamheid. En de meeste van
hen zijn miljardair.
(20 januari 2025) Burgerschapsvorming is niet een bijkomstigheid, maar een wezelijke noodzakelijkheid
Laten we op deze dag, de dag dat Donald Trump voor de tweede keer
wordt geïnaugureerd tot president van de Verenigde Staten, erbij
stilstaan dat het kwaad dat foute leiders teweegbrengen onvoldoende
wordt onderkend.
Nu,
tachtig jaar na de nederlaag van de foute leider Adolf Hitler, steekt
het fenomeen van de foute leider wederom de kop op en zien we onder onze
ogen gebeuren dat de gevaren daarvan worden onderschat. Waardoor het
kwaadaardige gedrag van foute leiders wordt "genormaliseerd" als nu
eenmaal ook deel uitmakend van de democratie. In plaats van het te
onderkennen als poging om de democratie omver te werpen.
Dat het
fenomeen van de foute leider bestaat, en voorlopig wel zal blijven
bestaan, ligt eraan dat het tot de mogelijkheden behoort die in de
menselijke sociale natuur besloten liggen. Waardoor het noodzakelijk is
om er permanent voor te waarschuwen. Om het onderdeel te maken van de
"burgerschapsvorming" die onlosmakelijk hoort bij het deel uitmaken van
de democratie. Om met Joyce Vance te spreken:
I keep returning to one core thought: civics education really
matters. It’s absence, at least in part, is what makes a Donald Trump
and a MAGA movement possible. It’s the casual view among so many people
that the form our government takes doesn’t matter. Living in a democracy
isn’t something they view as important; politics is a spectator sport
and not serious business. Trump is a symptom of that view. Why have
serious governance when you can have the distraction of reality TV?
As
a voter, the only reason you would let Donald Trump control the levers
of power is because you don’t understand what it means and that it’s
deadly serious. (...)
Civics education isn’t about advocating for one political view
over another, it’s about understanding our constitutional democracy, the
three branches of government, the importance of checks and balances,
the rule of law, and the commitment of the Founding Fathers, as
imperfect as it was at inception, to protecting the rights of all
people, not just people who looked like them or prayed like them. The
notion that the promise they created is one we should continue to work
to fulfill, that American democracy is aspirational and a living body of
work for all of us to take on, is important.
Dat
burgerschapsvorming niet een bijkomstigheid is, maar een wezenlijke
noodzakelijkheid, is een sociaalwetenschappelijk inzicht dat wijd
verbreid zou behoren te zijn. De innerlijke tegenstrijdigheid van de
menselijke sociale natuur, die tussen gemeenschapsgedrag en
statuscompetitiegedrag, maakt dat socialisering als activering van het
gemeenschapspatroon van iedereen-telt-mee noodzakelijk is voor het
dichterbij brengen van de sociaal superieure gemeenschapstoestand. En
het vermijden van de sociaal inferieure statuscompetitietoestand, waarin
die foute leiders opduiken.
Helaas schiet de sociale wetenschap tekort in het uitdragen van dat inzicht.
(28 januari 2025) Aanhangers van Donald Trump zien hem als de strenge vader die hen beschermt als ze maar gehoorzaam zijn
Terwijl gemeenschapsgedrag altijd een en dezelfde kant op gaat, die van
het door iedereen omarmde iedereen-telt-mee, gaat het bij
statuscompetitiegedrag altijd twee kanten op, die van het willen
overheersen en die van het zich laten overheersen. Bedenk weer dat het
collectieve resultaat van gemeenschapsgedrag de egalitaire gemeenschap
is en het collectieve resultaat van statuscompetitiegedrag de
statushiërarchie.
Met
al die foute leiders waar we nu mee te maken hebben, zien we dus van
dag tot dag de gevallen van hun overheersingsdrang in het nieuws
voorbijtrekken. Maar het is goed om ook aandacht te hebben voor al die
gevallen van het zich laten overheersen. Die gevallen lopen van het zich
erbij neerleggen en dus niet in verzet komen (immobilisatie en terugtrekking)
tot het zich laten "bekeren" tot volgeling en aanhanger en bewonderaar
van de foute leider die overheerst. Tot het toetreden tot de
persoonlijkheidscultus die de foute leider om zich heen wil en
waarzonder het leven voor hem geen zin heeft.
Dat zich laten bekeren is in de Moral Politics Theory (MPT) van George Lakoff
het omarmen van de moraliteit-van-de-strenge-vader. Lakoff onderscheidt
die moraliteit van de moraliteit-van-de-zorgzaamheid, waarin we het
gemeenschapspatroon herkennen. Die twee moraliteiten, die met elkaar in
strijd zijn zoals het statuscompetitiepatroon en het gemeenschapspatroon
dat zijn, kunnen mensen overhouden aan het opgroeien in een gezin,
waarna ze die kunnen "toepassen" in hun denken over de politiek. In die
moraliteit-van-de-strenge-vader draait het om discipline, bestraffing en
gehoorzaamheid. De wereld is is vol gevaren, waartegen alleen de
strenge vader bescherming kan bieden. Het is dus maar het beste om aan
hem gehoorzaam te zijn, zijn straffen schuldbewust te ondergaan en zijn
superioriteit te erkennen. Volg de link in de eerste zin van deze alinea
voor een uitgebreidere karakterisering van de beide moraliteiten.
We
zien nu in de politieke actualiteit de werking van die
moraliteit-van-de-strenge-vader bij volgelingen van de foute leider
Donald Trump. Op FrameLab, de nieuwsbrief van George Lakoff en Gil
Duram, about politics, language and your brain,wordt daar nu bij stilgestaan: Daddy Issues: Why Republicans frame Trump as a father figure.
Want Trump aanhangers spreken over hem als Daddy en dat menen ze serieus.
“It’s like daddy arrived, and he’s taking his belt off, you know?” said actor Mel Gibson during a recent interview with Sean Hannity on Fox.
“Daddy's back!” exclaimed Rep. Byron Donalds
of Florida after Trump’s inauguration. “Daddy’s home!” tweeted Rep.
Lauren Boebert of Colorado. “Dad is home,” declared conservative troll
Charlie Kirk. “Straighten up sucker, cuz daddy’s home!” sang Kid Rock at
Trump’s inauguration party. “Now your daddy’s home,” jeered Roseanne
Barr and Tom MacDonald in a bizarre Trump-themed rap song.
Daddy
is terug en hij heeft zijn riem uit zijn broek getrokken om wie hem
ongehoorzaam is af te tuigen. Zo kijken Trump aanhangers naar de
politiek. In deze gevaarlijke wereld is er een leider nodig die ons als
een strenge vader beschermt, die voorschrijft hoe je je hoort te
gedragen en die straft als je daarin tekort schiet. En Trump is er heel
bedreven in om die rol te spelen.
The strict father model begins with a set of assumptions: The world is a
dangerous place, and it always will be, because there is evil out there
in the world. The world is also difficult because it is competitive.
There will always be winners and losers. There is an absolute right and
an absolute wrong.
Children are born bad, in the sense that they
just want to do what feels good, not what is right. Therefore, they have
to be made good. What is needed in this kind of a world is a strong,
strict father who can:
• Protect the family in the dangerous world,
• Support the family in the difficult world, and
• Teach his children right from wrong.
What
is required of the child is obedience, because the strict father is a
moral authority who knows right from wrong. It is further assumed that
the only way to teach kids obedience—that is, right from wrong—is
through punishment, painful punishment, when they do wrong.
Als
je een keer, doordat je de wereld als vol gevaren zien, Trump als die
strenge vader bent gaan zien die je beschermt, dan vind je het volstrekt
natuurlijk en juist dat Trump nu hij wederom president is, wraak
probeert te nemen op iedereen die hem in het verleden heeft
tegengewerkt.
Want dat zijn geen
politieke tegenstanders die je in een democratie als gelijken hoort te
respecteren. Nee, dat zijn gevaarlijke vijanden, die er verkeerde ideeën
op nahouden. Die een lesje geleerd moet worden, ontslag uit hun
functie, gevangen gezet, het land uit gezet, of erger, zodat ze zich in
het vervolg gehoorzaam zullen onderwerpen.
In
dat wereldbeeld is er alleen maar kracht en overheersing aan de ene
kant en gehoorzaamheid en onderwerping aan de andere kant.
Een wereldbeeld waarin oproepen tot iedereen-telt-mee en onderlinge zorgzaamheid en compassie niet worden begrepen.
Er zijn dus in de politiek twee opdrachten:
- Voorkom
dat die moraliteit-van-de-strenge-vader zich kan verspreiden. Hoe? Door
er als overheid voor te zorgen dat iedereen meetelt en dat de wereld
zoveel mogelijk als veilig kan worden ervaren.
- Als 1. niet
gelukt is, probeer dan de aanhangers van de
moraliteit-van-de-strenge-vader, dus van de foute leider, ervan te
overtuigen dat ze op de verkeerde weg zijn.
Omdat opdracht 2. verreweg de moeilijkste is, is het dus zaak om altijd opdracht 1. zo goed mogelijk uit te voeren.
(7 februari 2025) Foute leiders, hun gedrag en religieus extremisme
Ik verlang hevig naar een tijd dat het dagelijkse nieuws niet langer
beheerst wordt door het gedrag van foute leiders. Maar ja, zo ver is het
nog niet.
Wat
er gebeurt als een foute leider in een democratie aan de macht komt, is
niet verrassend als je er sociaalwetenschappelijk naar kijkt. Neem nu
wat er in de Verenigde Staten aan de hand is nu de foute leider Donald
Trump tot president is gekozen.
Uitgangspunt is dat het gedrag van
de foute leider en van zijn volgelingen vrijwel volledig kan worden
begrepen als de uitkomst van het geactiveerd zijn van het
statuscompetitiepatroon. Voor wat Donald Trump betreft, volgt daaruit
dat hij zich in zijn opnieuw verworven positie zo veel mogelijk wil
laten gelden als de Grote Leider, die zijn macht tentoonspreidt, zijn
vijanden uit de weg ruimt en geen beperkingen meer hoeft te
accepteren.
Het gaat bovenal om dat tentoonspreiden. Zijn
alleenheerschappij moet voortdurend door zichtbare daden worden
bevestigd. Meteen na zijn aantreden moesten er opvallende decreten
worden uitgevaardigd, met hemzelf in beeld terwijl hij zelfverzekerd en
krachtdadig zijn handtekening zet. Want het zijn minder de inhoud van
die decreten die hem motiveren dan het feit dat hij ze met veel
uiterlijk vertoon kan uitvaardigen. Door zijn wereldbeeld van
fundamentele onveiligheid stelt hem het bereikt hebben van zijn
machtspositie, van de top van de statushiërarchie, nog niet gerust. Hij
heeft ook dagelijks de bevestiging daarvan nodig en die zoekt hij door
onophoudelijk de aandacht op zich te vestigen.
Vandaar dus die
decreten, maar ook dagelijks opvallende besluiten en concessies van
anderen die hij zogenaamd weet af te dwingen. Hij legde handelstarieven
op aan de bevriende buurlanden Mexico en Canada en trok die weer in
nadat beide premiers met Trump gebeld hadden en "concessies hadden
gedaan". Die echter uit niets anders bestonden dan dat ze toezegden door
te gaan met wat ze al deden.
Dat laatste werd in de
persberichten van het Witte Huis niet vermeld. Daarin ging het erover
dat Trump concessies had afgedwongen. Of iets waar is of niet is voor de
foute leider altijd minder belangrijk dan dat hij zelf kan geloven dat
iets zo is en kan geloven dat anderen dat ook doen. Als hij maar die
ervaring, of de illusie, kan hebben dat hij zijn wil aan anderen heeft
opgelegd.
En Dara Kerr meldt in de Guardian dat sinds het aantreden van Trump het Immigration and Customs Enforcement (Ice)
vele persberichten liet uitgaan over aanhoudingen en deportaties van
immigranten. Dat wekte de indruk dat Trump krachtdadig en snel zorgde
voor de massadeportaties die hij in de verkiezingscampagnes beloofd had.
Maar nader onderzoek wees uit dat het in alle gevallen over berichten
uit het verleden ging, die door Ice waren geüpdatet zodat ze bij Google
allemaal bovenaan kwamen te staan.
That four-day operation in Colorado? It happened in November 2010. The 123 people targeted in New Orleans? That was February of last year. Wisconsin?
September 2018. There are thousands of examples of this throughout all
50 states – Ice press releases that have reached the first page of
Google search results, making it seem like enforcement actions just
happened, when in actuality they occurred months or years ago. Some,
such as the arrest of “44 absconders” in Nebraska, go back as far as 2008.
All the archived Ice press releases soaring to the
top of Google search results were marked with the same timestamp and
read: “Updated: 01/24/2025”.
The mystery first
caught the attention of an immigration lawyer who began tracking Ice
raids and enforcement actions when Donald Trump took office. She spoke
on the condition of anonymity for fear of reprisal from the
administration. At first, she was baffled when she clicked on these
seemingly new press releases and they detailed Ice raids from more than a
decade ago.
We weten niet of het ICE
dat op eigen houtje deed of op last van hogerhand, misschien Trump zelf.
Maar ook in het eerste geval is duidelijk dat de betreffende ambtenaren
wisten met wat voor president ze te maken hadden. Iemand die dol is op
voor hem gunstige berichten, of ze nu waarheidsgetrouw zijn of niet.
Natuurlijk
heeft de foute leider Donald Trump ook een psychopathische,
kwaadaardig-narcistische, ja, sadistische kant. Maar er is ook de
welhaast kinderlijke behoefte aan voortdurende erkenning en bevestiging
van zijn bijzondere daadkracht en superioriteit. Waarbij wat waar is of
niet, minder van belang is.
En
natuurlijk is een foute leider met zulk gedrag ver verwijderd van wat de
grote meerderheid van de bevolking acceptabel vindt. Met dagelijkse
PR-stunts valt dat niet uit te wissen. De foute leider heeft altijd
slechts een beperkt
aantal volgelingen. Dat zijn degenen die dat wereldbeeld van
onveiligheid delen en die in hem de "strenge vader" zien die als enige
bescherming kan bieden en die dus zo machtig mogelijk moet zijn. Dat
wereldbeeld van onveiligheid, waarin het ieder-voor-zich geldt, is in de
geschiedenis altijd de voedingsbodem voor een persoonlijkheidscultus
rond een foute leider.
Daarmee verdraagt dat fenomeen van de foute
leider zich dus niet met de democratie. Want in een democratie is de
macht van de heersende leiders altijd beperkt. Door het
iedereen-telt-mee van het algemeen kiesrecht en periodieke verkiezingen
en door de rechtsstaat, waarin iedereen gelijk is voor de wet.
Dat
maakt dat de foute leider naast die van zijn volgelingen ook de steun
krijgt van personen en groepen die in hem het middel zien om de
democratie omver te werpen. In het geval van Donald Trump gaat dat op
voor de rechts-extremistische Amerikanen die zich verenigd hebben in de Heritage Foundation en daaraan gelieerde organisaties en die in 2023 het Project 2025
opstelden, waarin gedetailleerd de maatregelen worden opgesomd die
genomen moeten worden gedurende Trumps tweede regeerperiode.
Met
als
achterliggende principes dat het gezin als middelpunt van de samenleving
dient te worden hersteld, dat daarom de huidige democratische overheid
als "cultureel marxistisch" dient te worden ontmanteld, dat de
soevereiniteit en de grenzen van het land dienen te worden verdedigd en
dat de door God gegeven mensenrechten dienen te worden beschermd. Hoewel
Trump zich in de verkiezingscampagne daarvan probeerde te distantiëren,
is alles war er sinds zijn aantreden is gebeurd en aangekondigd
volledig in lijn met dat religieus-extremistische Project 2025.
Dat
het gezin het middelpunt van de samenleving zou moeten zijn, wordt zo
extreem opgevat dat alle onderlinge hulpverlening en samenwerking zich
uitsluitend binnen en tussen gezinnen hoort af te spelen. Sociale
zekerheidswetgeving, door de overheid geregelde gezondheidszorg, zorg
voor infrastructuur, voor natuurbehoud, voor wetenschappelijk onderzoek,
voor het tegengaan van klimaatverandering dient te worden afgewezen.
Alles wat de overheid doet, dient te worden gewantrouwd. Want achter die
overheid is de Deep State
verborgen, die de succesvollen belast en de mislukkelingen beloont. Er
bestaat niet een algemeen belang dat boven gezinnen en hun onderlinge
persoonlijke verhoudingen uitstijgt. Iedereen hoort voor zichzelf op te
komen en als dat niet lukt, dan is er niets anders dan een kans op
persoonlijke liefdadigheid. Het is het wereldbeeld van het
statuscompetitieve ieder-voor-zich. Met volledige uitsluiting, ja,
afkeer van het iedereen-telt-mee van diversity, equity en inclusion (DEI).
Het
wereldbeeld dat ook geldt voor de internationale verhoudingen.
Internationale verdragen en ontwikkelingshulp zijn uit den boze. Ook
staten dienen voor zichzelf op te komen en op eigen houtje hun
soevereiniteit te handhaven. Als ze daar te zwak voor zijn, dan gaan ze
ten onder en dat hoort ook zo te zijn.
En dat alles wordt
religieus-extremistisch onderbouwd. Omdat de christelijke Bijbelverhalen
geen democratische overheid kennen, hoort die democratische overheid er
nu ook niet te zijn. Omdat er in die Bijbelverhalen alleen
heteroseksuele mannen en vrouwen voorkomen, heeft nu alles wat daarvan
afwijkt geen bestaansrecht.
Wat we nu in de Verenigde Staten
zien gebeuren is dat dit religieus-extremisme via de foute leider Donald
Trump aa de macht is gekomen en probeert zijn wil aan iedereen op te
leggen. Doordat de overgrote meerderheid van de Amerikaanse bevolking
zulke ideeën afwijst, zal dat niet lukken. Net zo als dat Geert Wilders
in ons land niet zal lukken.
Maar de strijd die nu onvermijdelijk
uitbreekt, kan nog met veel ellende gepaard gaan. Laten we maar zo
spoedig mogelijk afscheid nemen van deze tijd van foute leiders.
(11 februari 2025) De Verenigde Staten is op weg naar een stelsel van wetteloosheid
Met Trump zijn de anti-overheidsideologen, de techmiljardairs en de religieus-extremisten
aan de macht gekomen. Daarmee zijn we in een nieuwe, angstaanjagende
fase terechtgekomen van de wederwaardigheden van de democratie in de mensheidsgeschiedenis.
Daar zullen in de toekomst nog veel geschiedenisboeken over worden vol
geschreven. Nu gebeurt het onder onze ogen en proberen we daar zo goed
mogelijk zicht op te krijgen en overzicht te behouden.
Waar dient
die democratische overheid ook al weer voor? De democratie is de
institutionele vormgeving van onze gemeenschapsintuïtie van het
iedereen-telt-mee. Die intuïtie heeft een veelvoud van implicaties. Neem
het algemeen kiesrecht en het uitgangspunt dat in een democratisch tot
stand gekomen beleid geprobeerd wordt om met ieders belangen zo goed
mogelijk rekening te houden. De democratie is een collectief antwoord op
de menselijke behoefte aan veiligheid en daarmee op de gevaren van het
ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon.
Welnu, wat zien
we gebeuren nu de foute leider Donald Trump en de aan hem gelieerde
antidemocraten die nu hun kans schoon zien het voor het zeggen hebben?
Heel algemeen gezegd zien we wetteloosheid. Pogingen om de democratische
instellingen af te schaffen, stuiten nu nog op de rechterlijke macht,
Er is een reeks van rechtszaken gaande en er zijn rechterlijke besluiten
die de door de regering-Trump genomen besluiten een halt toeroepen.
Maar doordat de Republikeinen de meerderheid hebben in de Senaat en het
Huis van Afgevaardigden en zich voorlopig passief opstellen, lijkt het
erop dat er binnenkort in de Verenigde Staten een einde komt aan de trias politica, de scheiding van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Anders gezegd, wetteloosheid.
Dat
kan aan allerlei door de Trump-regering genomen besluiten worden
geconcretiseerd. Het is er maar een van de vele, maar neem nu het
besluit om het Consumer Financial Protection Bureau (CFPB) de nek om te draaien. Paul Krugman staat daar vandaag bij stil: Springtime for Scammers. Financial predation now has friends in high places.
Dat
CFPB werd op initiatief van Senator Elizabeth Warren in het leven
geroepen om consumenten te beschermen tegen, zeg maar roofdiergedrag,
van financiële instellingen. De meest mensen hebben noch de tijd noch de
kundigheid om zich in financiële producten te verdiepen. Daardoor
ontstaat informatieasymmetrie
tussen aanbieder en consument en dus de ruimte voor financiële
instellingen om zich via dubieuze of ronduit frauduleuze praktijken te
verrijken ten koste van de consument. Denk in ons land aan wat bekend is
geworden als de woekerpolisaffaire.
Het
CFPB is gebleken een succesvolle financiële waakhond te zijn. Krugman
roept in de herinnering terug dat het twee jaar geleden aan de
financiële instelling Wells Fargo een boete oplegde van 3,7 miljard
dollar voor het frauduleus benadelen van zijn klanten. In totaal slaagde
het CFPB er in om gezinnen die door Wall Street waren bedrogen
met 21 miljard dollar te compenseren. Kortom, een succesvolle waakhond
in het kader van bescherming van de consument tegen roofdiergedrag. Als
concretisering van het iedereen, ook de zwakkere en de minder goed
geïnformeerde, telt mee en heeft er recht op om door de democratische
overheid tegen roofdiergedrag te worden beschermd.
Maar de
Trump-regering wil terug naar het ieder-voor-zich. Waarin de machtigen
hun gang moeten kunnen gaan. Gewoon omdat ze nu eenmaal machtig zijn.
Dus kregen alle medewerkers van het CFPB een bericht dat hun kantoor was
gesloten en dat ze hun werkzaamheden dienden te beëindigen.
Een
brute en curieuze gang van zaken. Als de normale weg was bewandeld, dan
was erbij de volksvertegenwoordiging een beargumenteerd wetsvoorstel
ingediend om het CFPB op te heffen. Dat die weg niet is bewandeld, zou
er op kunnen duiden dat de regering denkt dat er geen meerderheid voor
bestaat. Dat dus niet alle Republikeinen het wetsvoorstel zouden
steunen. Maar het zou ook kunnen zijn dat de Trump-regering de
uitvoerende macht wil laten overheersen over de wetgevende macht. Dus de
trias politica terzijde wil schuiven.
Hoe dan ook, het is
slechts een van de voorbeelden van de wens van de foute leider en zijn
volgelingen om het overheidsapparaat te ontmantelen. Om de ontwikkeling
van de democratische rechtsstaat van het iedereen-telt-mee, die begon
in de negentiende eeuw, terug te draaien. Op weg naar een stelsel van
wetteloosheid, waarin niet de zwakke wordt beschermd tegen de machtige,
maar omgekeerd, de machtige tegenover de (opstand van) de zwakkeren.
(Lees nu ook Alles moet instorten. De staatsgreep van Trump en Musk van Casper Thomas in de Groene Amsterdammer.)
(25 februari 2025) In Duitsland waren de voorwaarden voor een ruk naar rechts aanwezig
Foute leiders zijn uitsluitend gedreven door de motieven van het
statuscompetitiepatroon van het ieder-voor-zich en van het willen
bereiken van de top van de statushiërarchie, dus van de
alleenheerschappij. De menselijke sociale natuur zit nu eenmaal zo in
elkaar dat dat statuscompetitiepatroon er deel van uitmaakt, naast en
tegenover het gemeenschapspatroon, maar alleen onder speciale
omstandigheden geactiveerd wordt. Bovendien verschillen mensen in het
gemak waarmee die activering plaatsvindt. Bij de een wordt het
statuscompetitiepatroon bij het minste of geringste getriggerd, bij de
ander is daar veel meer voor nodig.
Die verschillen zijn deels overerfelijk,
maar liggen er ook aan hoeveel sociale onveiligheid mensen ervaren en
in het verleden hebben ervaren. Als mensen zijn opgegroeid in een
statuscompetitieve sociale omgeving, dus veel met statuscompetitiegedrag
in aanraking zijn geweest, dan hebben ze een wereldbeeld ontwikkeld
waarin het ieder-voor-zich de boventoon voert, dus een wereldbeeld van
sociale onveiligheid. Dat is een wereld waarin het
statuscompetitiepatroon actief is. Met voor de een als uitkomst dat de
strijd om status wordt aangegaan, geprobeerd wordt om anderen af te
troeven en zo hoog mogelijk in de statushiërarchie terecht te komen. En
voor de ander de uitkomst van het zich erbij neerleggen dat die strijd
verloren is en van het proberen om de schade van die nederlaag zoveel
mogelijk te beperken. Waarbij die twee uitkomsten ook achtereenvolgens
bij een en dezelfde persoon kunnen optreden: eerst de strijd aangaan en
die vervolgens opgeven en zich terugtrekken. Die statuscompetitie heeft
altijd de neiging om zich te stabiliseren in een statushiërarchie van
overheersers en onderdrukten.
De mate van ervaren sociale
onveiligheid is cruciaal voor wat volgt. Als mensen veel sociale
veiligheid ervaren, dan is er geen aanleiding voor
statuscompetitiegedrag en zal integendeel gemeenschapsgedrag, waarin
iedereen meetelt, de boventoon voeren. Als er verder niets verandert,
wat nooit het geval is, dan heerst het gemeenschapsevenwicht. Maar een
toestand van sociale onveiligheid creëert daarentegen, ook weer als er
verder niets verandert, de toestand van het statuscompetitie-evenwicht,
waarin dus die statuscompetitie in een stabiele statushiërarchie is
neergeslagen.
Oké, dat is de sociaalwetenschappelijke blik waarmee
we het actuele fenomeen van de foute leiders kunnen duiden. Foute
leiders hebben een wereldbeeld van de sociale onveiligheid van het
ieder-voor-zich, waarin er voor hen slechts één weg bestaat naar de
eigen veiligheid, de weg naar de alleenheerschappij en het onderdrukken
en vernietigen van al hun vijanden. In de politieke actualiteit behoren
immigranten altijd tot die vijanden. Naast natuurlijk de politieke
tegenstanders. Denk aan Trump, die nu hij opnieuw aan de macht is,
probeert om het justitiële en het militaire apparaat en de rechterlijke
macht aan hem ondergeschikt te maken, zodat hij in de positie komt te
verkeren dat hij iedereen die hem ooit heeft tegengewerkt uit kan
schakelen. Dat is zoals Robert Reich hier uitlegt de kern van wat de
foute leider ambieert, de alleenheerschappij en dus het
geweldsmonopolie: What Trump is really trying to do.
Maar
het begint meestal met het aanwijzen van die immigranten als de vijand.
Want foute leiders moeten in een democratie eerst de weg bewandelen van
het behalen van successen in verkiezingen. Zoals we nu wel weten, is
een belangrijke voorwaarde voor die successen dat er onder de bevolking
een duidelijke toename is geweest van gevoelens van bestaansonzekerheid.
Zie De
neoliberaal gemotiveerde toename van bestaansonzekerheid, de niet in
goede banen geleide globalisering, groeiende ongelijkheid en de opkomst
van het rechts-extremisme en Waardoor werd de PVV zo groot?
Die
toestand van toegenomen bestaansonzekerheid is het ideale werkterrein
van foute leiders. Onder de kiezers ligt een reservoir van sociale
onveiligheidsgevoelens gereed om te worden aangeboord. Een reservoir van
ontvankelijkheid voor de rechts-extremistische boodschap dat inderdaad
de wereld onveilig is, dat er vijanden bestaan die moeten worden
bestreden, ja, het land uit moeten en dat er maar één iemand is die
daarvoor kan zorgen, de redder in nood, de rechts-extremistische
voorman.
Of voorvrouw. En dan hebben we het over de
verkiezingsuitslag in Duitsland, waar de aanhang van de
rechts-extremistische AfD, onder leiding van Alice Weidel, verdubbelde.
De andere partijen hebben tegen de AfD een Brandmauer opgericht,
een belofte dus om er niet mee samen te werken. Anders dus dan in ons
land, waar de rechts-extremisten van de foute leider Geert Wilders deel
uitmaken van de regering.
Sociaalwetenschappelijk gezien viel dat
succes van de AfD, evenals de geografische spreiding ervan, te
verwachten. In de Duitse politiek is de zogenaamde Schuldenbremse
een algemeen geaccepteerd standpunt, dat zelfs in de Grondwet is
vastgelegd. Dat schuldenplafond is er op gericht om het begrotingstekort
zo klein mogelijk te houden, Het komt voort uit de Duitse variant van
het neoliberale denken, waarin de markt de bron van welvaart is en
waarin dus de overheid zoveel mogelijk terug moet treden. Een
anti-overheidsideologie, die door de grote meerderheid van de economen
ten sterkste wordt ontraden.
Dat
de Duitsers dat plafond zelfs in de Grondwet hebben opgenomen, heeft
ertoe geleid dat er nu al jarenlang veel te weinig is geïnvesteerd in de
infrastructuur, in het openbaar vervoer, in woningbouw, in de
gezondheidszorg en in het onderwijs, kortom in de publieke voorzieningen
waarvan we weten dat die voor het welzijn van de bevolking, zeker voor
de minderbedeelden, zo van groot belang zijn. Er is een oproep van meer
dan vijftig vooraanstaande economen aan de Duitse politiek om dat
schuldenplafond los te laten. Duitsland heeft een groot publieke
investeringsoffensief hoognodig. Zie Gute Argumente für eine Reform der Schuldenbremse.
Als ik het goed gevolgd heb, is die boodschap nu toch tot de Duitse
politiek doorgedrongen. Maar in de verkiezingsdebatten heeft hij geen
enkele rol gespeeld. Terwijl dat investeringstekort vele malen
belangrijker is dan het immigratieprobleem, waar het wel vooral over
ging.
Dat grote tekort een overheidsinvesteringen en -uitgaven
heeft ongetwijfeld wel een rol gespeeld in de verkiezingsuitslag. De
verdubbeling van de AfD kan er zeker voor een deel door worden
verklaard.
Dan over die geografische spreiding. Want de AfD was
in het hele land succesvol, maar toch vooral in de deelstaten van het
het gebied van de voormalige DDR. In de Volkskrant van vandaag
zie je een kaart die laat zien dat de deelstaten waarin de AfD de
grootste partij is geworden op één na allemaal in het voormalige
DDR-gebied liggen. En dat valt er gemakkelijk uit te verklaren dat Oost
nog altijd economisch achter is gebleven bij West. De salarissen liggen
er lager en er is hogere werkloosheid. De levensverwachting ligt er
lager. Daar komt bij dat de sanering na de Duitse eenwording gepaard
ging met massaontslagen en grote onzekerheid. Historicus Krijn Thijs van
het Duitsland Instituut Amsterdam zegt daarover:
Dat is de voedingsbodem voor een desillusie over de beloftes van het
Westen die je nu 35 jaar later pas écht gestold ziet in de
verkiezingsuitslag.
Kortom, de voorwaarden voor een Rechtsrück in Duitsland en in het bijzonder in het Oosten waren duidelijk aanwezig.
(7 maart 2025) De impopulariteit van de foute leider en zijn helpers
Een foute leider heeft niets op met het iedereen-telt-mee van het
gemeenschapspatroon en van de democratie. Zijn gedrag staat geheel in
het teken van het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon. Hoe
slaagt hij (of zij) er dan soms toch in om in een (nog) functionerende
democratie, dus middels verkiezingen, aan de macht te komen?
In
ieder geval altijd door de kiezers een rad voor ogen te draaien, dus
door zijn ware bedoelingen zoveel mogelijk te verbergen. Hij presenteert
zich als de redder in nood, als de leider met zulke bijzondere gaven
dat hij als enige de problemen die de kiezers ervaren, kan oplossen.
Zijn verkiezingscampagne is er altijd een van desinformatie, van leugens
die als ze maar groot genoeg zijn en vaak genoeg herhaald worden, voor
waarheden worden aangezien. Daarbij wordt hij sterk geholpen als die kiezers inderdaad in nood
verkeren, dus als de zittende politici een neoliberaal economisch beleid
hebben gevoerd dat de bestaansonzekerheid onder de bevolking heeft
vergroot. Denk aan Waardoor werd de PVV zo groot?
Maar
daarnaast kan de foute leider ook altijd rekenen op steun van anderen
die evenmin iets op hebben met de democratie. Die net als de foute
leider handelen vanuit de overtuiging dat zij beter af zullen zijn in
een toestand van het ieder-voor-zich, omdat ze verwachten in de
statuscompetitie succesvol te zullen zijn. Ze zijn op de een of andere
manier in een wereldbeeld van gevaar en vijandigheid verzeild geraakt,
zien dus de statuscompetitie als onvermijdelijk en "natuurlijk" en
schatten hun eigen vermogens zo in dat ze in de strijd van het
ieder-voor-zich posities aan de top kunnen bereiken, waarin ze op
anderen kunnen neerkijken en anderen kunnen overheersen.
Net zo
als de foute leider zien ze dit als de enige weg naar de sociale
veiligheid die voor hen open ligt. Het sociaalwetenschappelijke inzicht
dat het iedereen-telt-mee van de gemeenschapstoestand naar sociale
veiligheid en dus welzijn voor iedereen beter zou zijn, ook voor
henzelf, is hen volledig vreemd. Dat heeft te maken met hun eigen
geschiedenis, want ze zijn opgegroeid in een sociaal onveilige wereld.
En het heeft er mee te maken dat de sociale wetenschap tot nu toe veel
te weinig de taak op zich heeft genomen om dat inzicht uit te dragen en
te verspreiden.
In het geval van de foute leider Donald Trump wijst Quinn Slobodian drie politieke groepen (strains of politics) aan die zich bij Trump hebben aangesloten en hem ondersteunen: Speed up the breakdown. Het gaat om drie groepen die niet eerder zo dicht bij de macht zijn geweest:
Those projects come from different but related places: the Wall
Street–Silicon Valley nexus of distressed debt and startup culture;
anti–New Deal conservative think tanks; and the extremely online world
of anarchocapitalism and right-wing accelerationism. Within the new
administration, each strain is striving to realize its desired outcome.
The first wants a sleek state that narrowly seeks to maximize returns on
investment; the second a shackled state unable to promote social
justice; and the third, most dramatically, a shattered state that cedes
governing authority to competing projects of decentralized private rule.
Die eerste groep is afkomstig uit de Wall-Street - Silicon Valley cultuur van rightsizing
en opkopers van noodlijdende schulden. Het is de cultuur van rijk
worden door slechte schulden op te kopen, de noodlijdende ondernemingen
op te knippen en de nog waardevolle onderdelen, inclusief het onroerend
goed en de intellectuele eigendommen, zo snel mogelijk te verkopen en de
rest op minimale capaciteit, door massaontslagen, voort te zetten. Elon
Musk deed zoiets met Twitter, overigens niet omdat dat een noodlijdend
project was, maar omdat hij er andere bedoelingen mee had. De
achterliggende gedachte lijkt te zijn dat een ongebreideld streven naar
winst en efficiëntie nodig is en dus goed is om te voorkomen dat
ondernemingen middelen verspillen. Daar voor zijn opkopers (aasgieren)
nodig.
In die cultuur groeien jonge,
geradicaliseerde "management consultants" op en die vinden we terug in
de kringen rond Elon Musk. Ze zijn tewerkgesteld in Musks zogenaamde
Department of Government Efficiency (DOGE), dat van Donald Trump de
opdracht heeft gekregen om de Amerikaanse overheid van alle verspilling
en efficiëntie te ontdoen. Want in het wereldbeeld van deze cultuur is
de overheid per definitie te groot en verspillend. Vrijwel alles kan
beter aan de markt en aan de aasgieren van de markt worden overgelaten.
Vrijwel alle overheidsbemoeienis is slecht. De sociale zekerheid trekt
alleen maar profiteurs aan. Publieke dienstverlening, onderwijs,
wetenschap, gezondheidszorg, infrastructuur, zal alleen efficiënt zijn
indien volledig geprivatiseerd. Gesymboliseerd door de kettingzaag in
handen van Javier Miley in Argentinië en van Elon Musk in de Verenigde
Staten.
De juridische status van DOGE
is overigens uiterst dubieus, sterker, die status is er niet. De
overheidsdiensten die worden "doorgelicht" zijn ingesteld door de
volksvertegenwoordiging, door de wetgevende macht. Daar proberen Trump
en Musk aan voorbij te gaan. Trump wil nog binnen de bestaande scheiding
der machten al als alleenheerser te opereren. Vermoedelijk niet als een
uitgekiende strategie, maar omdat dat nu eenmaal voortvloeit uit zijn
statuscompetitieve drijfveren. Hij verdraagt geen beperkingen. Musk en
zijn jonge helpers hebben geen idee wat een overheid eigenlijk inhoudt
en gaan te werk alsof het om een noodlijdende onderneming zou gaan. Ze
ontslaan in het wilde weg ambtenaren, waarvan ze daarna pas gaan inzien
dat die wezenlijke taken vervulden. En moeten hen vervolgens vragen om
terug te keren, maar dat lukt in veel gevallen niet, doordat al hun
gegevens, zoals hun e-mailadressen, al zijn vernietigd.
De
nog bestaande scheiding der machten zorgt er nu voor dat rechters en
zelfs het Hooggerechtshof opdracht geven om door DOGE genomen besluiten
terug te draaien. En er ontstaat onrust onder Republikeinse Senatoren en
Afgevaardigden, die de confrontatie met hun kiezers vrezen, want ook de
Trump-stemmers zijn sterk afhankelijk van allerlei
overheidsvoorzieningen. Juist in rode staten, waar Trump gewonnen heeft,
zijn veel kiezers afhankelijk van de sociale zekerheid, zoals Medicare
en Medicaid. Lees voor de laatste ontwikkelingen de nieuwsbrief van Heather Cox-Richardson van gisteren en More reasons for modest optimism van Robert Reich.
In
deze aasgierencultuur bestaat uiteraard alleen het ieder-voor-zich van
het statuscompetitiepatroon. De twintigers die door Trump en Musk zijn
aangesteld, leven al lang in een bubbel waarin het iedereen-telt-mee van
het gemeenschapspatroon onbekend is. Er heerst de morele luchtledigheid die we al kennen van het vak economie.
Waarom er een democratische overheid bestaat en hoe die is ingericht,
daar hebben Trump en Musk en hun helpers geen benul van.
De
tweede groep bestaat uit de mensen en instellingen achter Project 2025,
het programma voor Trumps tweede termijn, waarin allerlei rechtse en
christelijke denktanks zich hebben verenigd. In hun ogen is de overheid
een Deep State, een linkse en marxistische samenzwering van
onproductieven, die alleen maar willen profiteren van de inspanningen
van anderen. De democratische overheid is in hu ogen niet de oplossing,
maar het probleem. De maatschappij hoort de 'natuurlijke" vorm aan te
nemen van een statushiërarchie waarin de christelijke witte mannen het
voor het zeggen hebben en waarin vrouwen en minderheden een
ondergeschikte positie horen in te nemen. Waarin dus geen plaats is voor
diversiteitsbeleid. Waarin alleen plaats is voor heteroseksuele mannen
en vrouwen.Waarin medische zorg voor transgenders taboe is.
De derde groep tenslotte staat bekend onder de naam right-wing accelerationism.
Het gaat om een ongeregelde groep "denkers", die uitdragen dat de
democratische overheid zoveel kwaad vertegenwoordigd dat hij in zijn
geheel zou moeten vernietigd, tot de grond zou moeten worden afgebroken.
Als het nodig is met geweld. Daardoor zou er ruimte ontstaan voor een
lappendeken van, ik citeer maar even:
private entities, ideally governed by what one might call
technomonarchies. Existing autocratic polities like Dubai serve as rough
prototypes for how nations could be dismantled into
“a global spiderweb of tens, even hundreds, of thousands of sovereign
and independent mini-countries, each governed by its own joint-stock
corporation without regard to the residents’ opinions.” These would be
decentralized archipelagoes: fortified nodes in a circuitry still linked
by finance, trade, and communication. Think of the year 1000 in Middle
Europe but with vertical take-off and landing taxis and Starlink
internet.
Ook hier ontbreekt het
iedereen-telt-mee volledig ("without regard to the residents'
opinions"). Een fantasiewereld van ongebreidelde particuliere
machtsuitoefening, sociaalwetenschappelijk gezien een wereld van
uitsluitend statuscompetitieve drijfveren.
Wat
zien we als we hier sociaalwetenschappelijk naar kijken? We zien een
episode van de mensheidsgeschiedenis waarin het conflict tussen het
iedereen-telt-mee van het gemeenschapspatroon en het ieder-voor-zich van
het statuscompetitiepatroon manifest wordt. Er is een foute leider die
de democratie waarin hij zich bevindt, op zijn weg vindt. Op zijn weg
naar de alleenheerschappij, waar zonder hij denkt niet te kunnen leven.
Hij heeft er een besef van dat hij dat doel niet langs reguliere
democratische weg zal kunnen bereiken. Een besef dus dat wat hij
nastreeft bij de grote meerderheid van de bevolking niet op instemming
kan rekenen. En dat hij de kiezers dus een rad voor ogen moet draaien.
Dat is natuurlijk voor hem geen probleem, want list en bedrog behoren
tot zijn natuurlijke statuscompetitieve gedrag. Als hij via die weg zijn
doel bereikt heeft, zal hij als volgende stap proberen de democratie af
te schaffen.
Die foute leider oefent
grote aantrekkingskracht uit op anderen bij wie datzelfde
statuscompetitiepatroon zo sterk geactiveerd is dat ze het
iedereen-telt-mee van de democratie als een bedreiging zien. Ze
fantaseren over een wereld van ieder-voor-zich, waarin zij de macht
kunnen uitoefenen. Als er een foute leider opstaat die met list en
bedrog aan de macht lijkt te kunnen komen, dan zien ze kansen door zich
bij hem aan te sluiten en hem te ondersteunen.
Wat
blijft is dat de foute leider en zijn helpers altijd in een
minderheidspositie verkeren. Over het algemeen is onder het grootste
deel van de bevolking het gemeenschapspatroon meer geactiveerd dan het
statuscompetitiepatroon. Een indicator daarvoor is het vertrouwen dat
mensen in elkaar hebben. Dat varieert tussen landen. In Nederland is er
een meerderheid van ongeveer 60 tot 70 procent die aangeeft dat de
meeste mensen zijn te vertrouwen. Zie Hoe staat het er aan het eind van 2024 sociaalwetenschappelijk gezien voor in Nederland?
Ik zocht het even op voor de Verenigde Staten en zie dat dat percentage
daar tin 1972 nog tegen de 50 procent lag, maar in 2018 gedaald was tot
ruim 30 procent.
Dat laatste geeft
natuurlijk te denken. Niettemin blijkt uit opiniepeilingen dat de eerste
beleidsdaden van Trump onder de Amerikaanse bevolking niet populair
zijn. Zie Many of Trump’s early actions are unpopular, Post-Ipsos poll finds.
Aannemende dat Trump zal voortgaan op de ingeslagen weg, omdat hij nu
eenmaal niet anders kan, zal die impopulariteit en daarmee het verzet
tegen zijn bewind nog wel verder toenemen. Op een of andere manier, in
ieder geval bij de volgende verkiezingen in 2026, zal dat enig effect
hebben. Anders gezegd, de foute leider loopt altijd vroeg of laat tegen
zijn nederlaag aan.
De vraag is natuurlijk wel hoeveel kwaad hij in de tussentijd kan aanrichten.
(19 maart 2025) We naderen in de Verenigde Staten nu de fase waarin duidelijk wordt of de democratie bestand is tegen de foute leider Donald Trump en zijn helpers
Meteen nadat Trump aantrad begon hij met het uitvaardigen van
decreten waarmee hij de bevoegdheden van de wetgevende macht, de
volksvertegenwoordiging, negeerde. Deels ook door het aan het werk
zetten van Elon Musk, die hele overheidsdiensten ophief of kortwiekte,
terwijl hij daartoe in het geheel niet bevoegd is.
Of
Trump dat deed omdat hij twijfelde of er wel genoeg Republikeinse
afgevaardigden en senatoren mee akkoord zouden gaan als hij de legale
weg zou bewandelen, of dat het gewoon voortkwam uit zijn autoritaire
inborst van de zucht naar alleenheerschappij, weten we niet. Ik vermoed
het laatste. Het is dezelfde inborst die huist in "onze" Geert Wilders
(nepparlement) en Marjolein Faber (Ik bén het beleid) en die verklaart
waarom ze zo graag via noodwetgeving zouden willen regeren. Hoe dan ook,
het geeft die Republikeinse volksvertegenwoordigers die mogelijk
bedenkingen hebben, tot nu toe de ruimte om de andere kant op te
kijken.
Maar zo blijft het niet. Want al die besluiten waar Trump
als uitvoerende macht niet toe bevoegd is, zijn aan rechters
voorgelegd, die in vrijwel alle gevallen hebben geoordeeld, en nog van
dag tot dag oordelen, dat ze onwettig zijn en dat ze, indien al
uitgevoerd, moeten worden teruggedraaid.
De acute vraag is nu of
de regering-Trump zich bij die rechterlijke oordelen zal neerleggen. In
een geval is al duidelijk dat ze dat niet gedaan hebben. Het gaat om de
deportatie van enkele honderden Venezolaanse en El Salvadoraanse
migranten naar een beruchte gevangenis van de Salvadoraanse foute leider
Nayib Bukele, die in ruil van de regering-Trump een bedrag aan
geld ontving. Die migranten werden ervan beschuldigd leden van een
criminele gang te zijn. Maar of dat inderdaad zo was, werd niet aan een
rechter ter beoordeling voorgelegd. En ook als dat wel was gedaan en de
rechter had de migranten schuldig bevonden, dan zal hij hen niet legaal
als sanctie naar een buitenlandse gevangenis hebben gestuurd.
Maar
Trump en zijn helpers leven in de wereld van vijandschap van het
statuscompetitiepatroon en zijn dus geobsedeerd door het idee van
aanpakken, vernederen, verwijderen en deporteren van vijanden. Die
immigranten werden om vaak onduidelijke reden opgepakt, soms omdat ze
een bepaalde tatoeage hadden, en op vliegtuigen richting El Salvador
gezet. Van een aantal van hen is inmiddels duidelijk dat ze niets met een criminele gang te maken hebben. Familieleden maken zich grote zorgen.
Maar toen bracht de American Civil Liberties Union
de kwestie voor de rechter. En nog dezelfde dag oordeelde die dat de
regering de deportaties moest stopzetten en dat vliegtuigen die al
onderweg waren, dienden terug te keren:
“Any plane containing these folks that is going to take off or is in the
air needs to be returned to the United States. … This is something you
need to make sure is complied with immediately.”
(Ik volg hier Is the constitutional crisis here? en We’ve Officially Entered the Next Phase of Trump’s Dictatorship Era en "Oopsie" - the word that means the United States has now tipped into a constitutional crisis en Deportations: It's not where it starts, it's where it ends.)
De
regering-Trump was tijdig op de hoogte van dat oordeel, maar ging door
met die deportaties. Het Witte Huis liet enerzijds weten dat het oordeel
te laat kwam, wat niet zo was, en anderzijds dat de vliegtuigen zich
toen al boven internationale wateren bevonden en dat dus het rechterlijk
oordeel niet geldig was, wat ook niet zo was. Ook werd betoogd dat de
actie legaal zou zijn op grond van een 227 jaar oude wet, wat ook niet
zo was, want die wet is alleen geldig onder oorlogsomstandigheden.
De
rechter droeg (de advocaat van) de regering-Trump op om op een
hoorzitting te verschijnen en daar zijn vragen over de gang van zaken te
beantwoorden. Om formeel te kunnen vaststellen of de regering
inderdaad zijn orders niet had opgevolgd en zich dus schuldig had
gemaakt aan minachting van de rechtbank. Het hoger beroep waarin de
advocaat vroeg om die hoorzitting uit te stellen, werd afgewezen. Die
hoorzitting is nu geweest en werd afgesloten met de opdracht van de
rechter aan de regering om uiterlijk vandaag om 12 uur een aantal vragen
te beantwoorden met de bedoeling om op grond van de antwoorden te
kunnen vaststellen of de regering zich schuldig maakt aan minachting van
de rechtbank. We wachten af.
Intussen
liet de president van de Verenigde Staten weten hoe hij denkt over die
rechter. Heather Cox-Richardson haalt hem aan in haar nieuwsbrief. Trump
noemt de rechter een
Radical Left Lunatic of a Judge, a troublemaker and agitator who was
sadly appointed by Barack Hussein Obama, was not elected President—He
didn’t WIN the popular VOTE (by a lot!), he didn’t WIN ALL SEVEN SWING
STATES, he didn’t WIN 2,750 to 525 Counties, HE DIDN’T WIN ANYTHING! I
WON FOR MANY REASONS, IN AN OVERWHELMING MANDATE, BUT FIGHTING ILLEGAL
IMMIGRATION MAY HAVE BEEN THE NUMBER ONE REASON FOR THIS HISTORIC
VICTORY. I’m just doing what the VOTERS wanted me to do. This judge,
like many of the Crooked Judges’ I am forced to appear before, should be
IMPEACHED!!!
Daartegen kwam
Opperrechter John Roberts in het geweer. Hij gaf een verklaring uit,
waarin hij duidelijk maakte dat de overheid een rechterlijke
veroordeling dient aan te vechten door middel van een hoger beroep en
niet door te proberen de rechter af te zetten. (Afzetten van een rechter
kan alleen bij ernstige persoonlijke misdragingen.)
Het
was wel opmerkelijk dat Roberts die stap zette. Hij was eerder de
auteur van het meerderheidsoordeel van het Hooggerechtshof dat een
president in de uitoefening van zijn functie immuun kan zijn tegen
strafrechtelijke vervolging. Tegen de gehele geschiedenis in va de
Amerikaanse wetgeving zou de president boven de wet kunnen staan.
Dat
was een oordeel waar Trump in de strafzaken die tegen hem liepen,
geweldig van geprofiteerd had, omdat het tot verder uitstel leidde. Er
valt veel voor te zeggen dat het hem uit de gevangenis heeft gehouden.
Nadat Trump eerder dit jaar zijn State of the Nation - toespraak had gehouden, bedankte hij bij het verlaten van de zaal opzichtig
Roberts en de andere rechts-extremistische leden van het
Hooggerechtshof, waarbij Roberts zich zichtbaar ongemakkelijk voelde.
Het was een bedankje zoals dat in maffiakringen voorkomt.
“Thank you again. Thank you again. Won’t forget,” Trump told Roberts in a
viral moment caught on camera, as he shook the chief justice's hand and
patted him on the shoulder.
Je
vraagt je af wat die Roberts heeft bewogen tot dat immuniteitsoordeel.
Het naïeve onvermogen tot het herkennen van het fenomeen van de foute
leider? En er dan te laat achter komen waarmee je te maken hebt. Dat
verwacht je toch niet van de persoon van de Amerikaanse Opperrechter.
We
zullen in de komende dagen, weken, maanden zien hoe deze strijd tussen
de foute leider Donald Trump en zijn helpers en de voorstanders van de
democratie zich verder voltrekt. Sociaalwetenschappelijk gezien uiterst
spannende tijden. Zal het gemeenschapspatroon van het iedereen-telt-mee
bij de Amerikanen sterk genoeg geactiveerd worden om het
statuscompetitiepatroon van het ieder-voor-zich de kop in te drukken?
(10 april 2025) Laten we er niet omheen draaien: over de domheid van de foute leider
Elliott Kirschner roept er toe op
om er niet langer omheen te draaien: de foute leider Donald Trump,
sinds een paar maanden de machtigste man ter wereld, is een idioot. Er
is al van alles gezegd over Trump, dat hij autoritair is, corrupt is,
racistisch is, hebzuchtig is, vrouwonvriendelijk is (kwaadaardig
narcistisch is, zou ik daaraan toevoegen), maar er is daarnaast nog een
eigenschap die onvoldoende aandacht krijgt: Trump is bovenal niet erg
slim.
In fact, all signs point to him being an idiot.
Like
many idiots, he surrounds himself with sycophants steeped in stupidity.
And like many fools, he’s an unwitting tool for those who see, in his
inanity, opportunity for their own malevolence. Meanwhile, the wealth
and power he’s amassed mean that many of those who seek his favor—and
have enough intelligence to know he’s an imbecile—pretend he’s not, out
of fear or because of their greed and cynical ambition.
Hij is weliswaar slim genoeg om ertoe in staat te zijn mensen een rad voor ogen te draaien. Hij is ook vooral een con man,
een bedrieger. Daarmee wist hij een beroemdheid te worden, een
televisiepersoonlijkheid, die van zijn vader een vermogen erfde, dat hij
echter voor een groot deel door een reeks faillissementen verkwanselde.
Maar, daarbij geholpen door de
Amerikaanse media, bleef het aureool van de succesvolle zakenman aan hem
plakken. Daarmee wist hij zich voor de ongeïnformeerde Amerikaanse
kiezers tot tweemaal toe te presenteren als de redder in nood, die een
wereldbeeld van onveiligheid en vijandschap verspreidde en die als enige
alle problemen zou kunnen oplossen. Uitsluitend gemotiveerd door de
statuscompetitie drijfveer van het bereiken van de alleenheerschappij en
van het uitschakelen van al zijn tegenstrevers en vijanden, kwam hij
terecht op een positie waarvoor competentie, kennis van zaken en morele
beginselen nodig zijn die hij ten enen male ontbeert.
Waardoor de domheid en kwaadaardigheid aan de macht is.
His stupidity was on full display throughout his first term—from the
ridiculous (remember the Sharpie and the doctored hurricane map?) to the
chilling, like suggesting people inject bleach to cure COVID. Now, with
tariffs wrecking the global economy for no discernible reason, more
people who should’ve known better are finally realizing this man has no
idea what he’s doing. (...)
But then again, no one can plan around Trump’s policies, because he
shifts positions constantly and without reason. No one really trusts him
because they know his mind is all over the place. It’s all chaos. No
one with even basic reasoning skills would pursue something so rashly
idiotic.
Domheid heb je in soorten. Een
soort is de domheid waarvan de domme zich bewust is. Ik weet van mezelf
dat ik op het terrein van de popmuziek of van de quantumtheorie dom
ben.
Maar een ander soort is de domheid
die door de domme niet onderkend wordt. Kirschner noemt het onderzoek
van de sociaal-psychologen David Dunning en Justin Kruger, dat liet zien
dat dommen vaak hun cognitieve vermogens schromelijk overschatten. Ze
zijn zo gezegd te dom om te weten hoe dom ze zijn.
Precies
dat zogenaamde Dunning-Kruger Effect zien we steevast bij foute
leiders. Dat ligt besloten in hun narcistische persoonlijkheidsstoornis.
Ze zijn zo van zichzelf overtuigd en zo met zich zelf ingenomen dat ze
enig besef van hun cognitieve en intellectuele beperkingen niet kunnen
verdragen en dus niet toelaten. Denk aan die compilatie van fragmenten
waarin Trump in grote ernst beweert dat hij van een lange reeks
onderwerpen meer weet dan wie dan ook: De potsierlijkheid van het narcistisch wereldbeeld aan de wereld getoond.
Dat
betekent dat ze slecht in staat zijn om nieuwe informatie op te nemen.
Van Trump weten we dat hij in zijn vorige regeerperiode, toen hij nog
enigszins competente ministers en medewerkers om zich heen had, de
rapporten die de president elke ochtend krijgt aangereikt, ongelezen
terzijde schoof. En zijn aandachtsspanne bij het toehoren van mondelinge
verslagen, evenals zijn gebrekkige impulsbeheersing, werden
gekarakteriseerd als die van een kleuter. Daniel W. Drezner gaf in 2020
in International Affairs een fraai overzicht van Trumps "onvolwassen leiderschap": Immature leadership: Donald Trump and the American presidency.
Anders
gezegd, de foute leider gaat er vanuit dat alles wat hij moet weten al
weet. En dat betekent weer dat hij altijd vertrouwt op zijn eerste,
ongeïnformeerde ingevingen, zijn intuïties. Als je jezelf een genie
vindt, dan moet alles wat wetenswaardig en waardevol is, al besloten
liggen in wat je spontaan te binnen schiet. Denk terug aan de foute
leider Adolf Hitler, die zich in de woorden van zijn biograaf Sebastian
Haffner, als onfeilbaar beschouwde en blindelings op zijn intuïties
vertrouwde.
En die voor elkaar kreeg dat zijn volgelingen dat ook deden. Het Führerprinzip
hield in dat je er van uit kon gaan dat Hitler altijd gelijk had.
Datzelfde "principe" zien we nu terugkeren bij de volgelingen van Donald
Trump. Hier zie je hoe Mike Johnson,
de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, zijn
toehoorders voorhoudt dat we moeten vertrouwen op het instinct van de
president. De domheid van de foute leider, die alleen op zijn ingevingen
vertrouwt, produceert de domheid van zijn volgelingen, die hun eigen
oordeelsvermogen inruilen voor diezelfde ingevingen.
Dat
de domheid van de foute leider vergelijkingen uitlokt met het gedrag
van een kleuter, overigens met excuses aan kleuters, die juist vaak heel
nieuwsgierig zijn, wijst op de eigenschap van de onveranderlijkheid,
van de afwezigheid van persoonlijke ontwikkeling. Sebastian Haffner zag
dat bij de persoon Adolf Hitler, waar er:
geen sprake (was) van een ontwikkeling en rijping van zijn karakter of
persoonlijkheid. Zijn karakter ligt al vroeg vast - een betere
formulering is misschien 'loopt al vroeg vast' - en blijft op een
verbazingwekkende manier altijd dezelfde; er wordt niets meer aan
toegevoegd. Een weinig innemend karakter overigens.
Daniel Drezner wijst op overeenkomstige karakteriseringen van de persoon Donald Trump:
What is startling, however, is the frequency with which Trump himself,
his subordinates and his supporters talk about him as if he were a small
child. The president has made it clear that he is not the most mature
of individuals. Trump told one biographer: ‘When I look at myself in the
first grade and I look at myself now, I'm basically the same. The
temperament is not that different.’14
Most of his other biographers make a similar point: he has experienced
little emotional or psychological development since he was young. Tim
O'Brien, the author of TrumpNation: the art of being the Donald,
warned after Trump's election that ‘we now have somebody who's going to
sit in the Oval Office who is lacking in a lot of adult restraints and
in mature emotions’.
Bij dat alles vraag je je af hoe dat fenomeen van de domheid van de
foute leider en van de domheid van zijn volgelingen en van de kiezers
die in een democratie de foute leider aan de macht brengen, zich
verhoudt tot de intelligentie van de menselijke soort. Max S. Bennett
beschrijft in A Brief History of Intelligence
de evolutionaire ontwikkeling van intelligentie vanaf de eerste
eencellige organismen tot aan de intelligentie waar mensen toe in staat
zijn.
De intelligentie die we hard
nodig lijken te hebben nu we met uitdagingen op wereldniveau
geconfronteerd worden waarbij ons voortbestaan in het geding is. Maar
die tot nu toe niet voorkomt dat domme, foute leiders aan de macht
komen, die juist in de weg staan van het succesvol aanpakken van die
uitdagingen. Daar kom ik op terug.
(25 april 2025) Een genereuze verzorgingsstaat beschermt tegen anti-immigrantensentiment en daarmee tegen foute leiders
Foute leiders komen in een democratie aan de macht doordat ze zich
weten te presenteren als de redder in nood in een vijandige wereld. Ze moeten dus de kiezers kunnen voorhouden dat er bedreigingen zijn van
interne en/of externe vijanden. Adolf Hitler hield de Duitsers voor dat
ze bedreigd werden door hun Joods landgenoten en "het internationale
Jodendom". In de politieke actualiteit zien we dat foute leiders hameren
op de bedreigingen die zouden uitgaan van immigranten. Die zouden de
culturele eigenheid bedreigen en ze zouden economisch een bedreiging
zijn. Door de hoge kosten van opvang en integratie en doordat ze zouden
worden aangetrokken door de sociale voorzieningen, die daardoor
onbetaalbaar zouden worden. Terwijl Hitler dus het antisemitisme
aanwakkerde, doen de foute leiders van nu dat met het anti-immigrantensentiment.
Je
zou kunnen denken dat die foute leiders meer succes hebben met dat
aanjagen van het anti-immigrantensentiment als de sociale voorzieningen
in het land ruimhartiger zijn. Want dan kun je immigranten
geloofwaardiger aanwijzen als "gelukzoekers" en "profiteurs". Ze zijn
niet zozeer op de vlucht voor oorlogsgeweld en vervolging, maar zoeken
op onze kosten een beter leven.
Maar de recente studie Welfare policy and immigration attitudes in Western Europe
wijst precies op het tegendeel: hoe ruimhartiger de sociale
voorzieningen van een land, hoe positiever de inwoners staan tegenover
immigranten. De onderzoekers analyseerden data van de European Social Survey
van 16 West-Europese landen over de periode 2002 - 2018. Voor de
houding tegenover immigranten stelden ze een index samen die bestond uit
het oordeel of immigratie goed of slecht is voor de economie, het
oordeel of immigranten het culturele leven ondermijnen of verrijken en
het oordeel of immigranten het land een betere of slechtere plek maken
om te leven. De ruimhartigheid of strengheid van de sociale
voorzieningen werd vastgesteld voor regelingen voor werkloosheid, ziekte
en de oude dag. Daarvan werd een index samengesteld die staat voor de
mate van sociale bescherming, anders gezegd, voor de mate van door de
overheid gegarandeerde bestaanszekerheid.
Na veel analyses blijkt
uiteindelijk dat meer sociale bescherming, zowel nu als in het verleden,
samengaat met een positievere houding tegenover immigranten.
Sociaalwetenschappelijk
gezien kan dat erop duiden dat in landen waarin bij de kiezers meer het
iedereen-telt-mee van het gemeenschapsgedrag geactiveerd is, zowel de
sociale voorzieningen ruimhartiger zijn als de houding tegenover
immigranten positiever is. En tegelijk kan het zo zijn dat die
ruimhartige sociale voorzieningen voor burgers de bestaanszekerheid
vergroot, waardoor ze minder vatbaar zijn voor foute leiders die angst
voor immigranten willen aanjagen.
Kortom, een genereuze verzorgingsstaat beschermt tegen anti-immigrantensentiment en daarmee tegen foute leiders.
(7 mei 2025) Over de uitdaging om deze keer wél te leren van wat zich afspeelt
Sociaalwetenschappelijk gezien maken we een tijd door die, naast zeer
verontrustend, ook heel leerzaam is. Van dag tot dag zijn er in het nieuws voorvallen
en gebeurtenissen die perfect educatief materiaal vormen om te laten
zien hoe de innerlijk tegenstrijdige menselijke sociale natuur in gedrag
wordt vormgegeven. We zien de activering van het
statuscompetitiepatroon zich voor onze ogen voltrekken in het gedrag van
foute leiders en dat van hun volgelingen. En daartegenover zien we als
reactie daarop de, nog te voorzichtige, activering van het gemeenschapspatroon.
Anders gezegd, we maken een tijd mee waarin
de strijd tussen beide patronen manifest is, zich dus aan ons opdringt.
En waarin we er niet aan ontkomen onze eigen positie te bepalen.
We
zouden daarbij kunnen worden geholpen als dat sociaalwetenschappelijke
zicht op die innerlijk tegenstrijdige menselijke sociale natuur, in de
vorm van een algemeen erkend en gevestigd academisch vak, een
wijdverbreid inzicht was. Het inzicht dus dat er naast menselijke
goedaardigheid ook menselijke kwaadaardigheid bestaat en het inzicht in
de voorwaarden waaronder die gedragspatronen wel of niet in een
samenleving geactiveerd worden.
Maar dat is dus niet het geval.
Het vak sociologie had zich, na die vorige verontrustende en leerzame
periode, die van het Hitler-bewind, tot zo'n vak kunnen ontwikkelen.
Tot een sociologie die er toe doet. Maar dat is niet gebeurd. Meer daarover in de lopende reeks berichten
die begon met Een lange weg naar een sociaalwetenschappelijk zicht op mensen en samenleving -1- Waarom moest het zo lang duren?
Dat dat niet gebeurd is, verklaart waarom de theorie van het vak sociologie een blinde vlek heeft
voor het fenomeen van de menselijke kwaadaardigheid. Nadat de
gruwelijkheden van het nazi-bewind achter de rug waren, kon het vak weer doorgaan met de
bestudering van mens en maatschappij onder de stilzwijgende
vooronderstelling dat het statuscompetitiepatroon natuurlijk bestaat,
maar toch overheersend alleen onschuldige vormen zal aannemen. Voor
zover ik het overzie, bleef de theoretische verwerking van wat er mis was gegaan beperkt tot de
Freudiaans geïnspireerde poging van Theodor W. Adorno, Else
Frenkel-Brunswik, Daniel Levinson en Nevitt Sanford in hun in 1950
verschenen The Authoritarian Personality
om een autoritaire persoonlijkheid te identificeren. Een
persoonlijkheid die als gevolg van excessief strenge en bestraffende
opvoeding in het bijzonder vatbaar zou zijn voor de neiging om zich te
identificeren met en bewondering te hebben voor autoritaire leiders. Het
gedrag van die foute leiders zelf werd kennelijk als zoiets unieks
gezien dat het buiten de theoretische verwerking bleef.
Erop
terugkijkend kon dat gemis aan een sociaalwetenschappelijk zicht lange
tijd onopgemerkt blijven, dat wil zeggen, zolang we overwegend alleen te
maken hadden met vooral geactiveerd gemeenschapsgedrag en de meer
onschuldige vormen van statuscompetitiegedrag. Denk wat dat laatste
betreft aan het onderzoeksthema van de relatieve deprivatie, sociale
vergelijking en conspicuous consumption (keeping up with the Joneses).
Dat was de tijd van de
opbouw en de instandhouding van de verzorgingsstaat, waarin het
iedereen-telt-mee politiek en institutioneel werd vormgegeven. Maar we
hebben nu een periode achter de rug waarin het (neoliberale)
ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon terrein won. Het bestaan
is voor velen onzekerder geworden. Waardoor ruimte ontstond voor
opkomst van foute leiders, die zich succesvol als redder in nood kunnen
presenteren. De maatschappelijke omstandigheden die die ruimte open
legden, werden in de loop van tientallen jaren gecreëerd. Vergelijkbaar
met de omstandigheden in het Duitsland van de jaren dertig van de vorige
eeuw.
Dus is er nu de uitdaging om nu wél te leren van wat zich
afspeelt. Educatief materiaal is er volop. Het biedt zich van dag tot
dag aan. Dat ligt eraan dat de foute leider Donald Trump zijn dagelijkse
portie media-aandacht nodig heeft om zich goed te voelen. Dit in
tegenstelling tot zijn grote voorganger, de foute leider Adolf Hitler,
die zich na de eerste tegenslagen steeds meer terugtrok in de kring van zijn kleine entourage en de openbaarheid schuwde.
Als in het oog springend voorbeeld van het geactiveerd zijn van
statuscompetitiegedrag is er de video van het interview met de foute leider
Donald Trump over de eerste honderd dagen van zijn
tweede presidentschap. Het uitgeschreven transcript kun je hier lezen.
De interviewer, Terry Morgan van ABC News,
staat welwillend tegenover Trump, maar doet zo nu en dan toch een
poging om kritisch te zijn. Kijk vooral het hele interview en beleef het
geactiveerd zijn van het statuscompetitiepatroon in het gedrag van een
foute leider. En in het gedrag van de interviewer, die zich onderdanig
opstelt.
Ik sta even stil bij wat er na ongeveer zeven minuten
gebeurt. Terry Morgan stelt aan de orde dat er onder
verantwoordelijkheid van Trump mensen zijn gedeporteerd naar een
beruchte gevangenis in El Salvador zonder enige vorm van proces. Dan
gaat het over Kilmar Abrego Garcia, waarvan het Hooggerechtshof heeft
vastgesteld dat hij ten onrechte is gedeporteerd en dat de regering hem
moet terughalen. (Ondertussen is er een rechterlijk vonnis dat alle
deportaties onwettig waren en dat de regering-Trump er mee moet
stoppen.) Trump houdt vol dat de man een bendelid is en dat zulks zou
blijken uit tattoos op zijn knokkels. Eerder liet hij op een
persconferentie een foto zien met die tattoos. Terry Morgan brengt daar
tegen in dat is vastgesteld dat het om een bewerkte foto ging.
TERRY MORAN: I -- that was Photoshop. So let me just--
PRESIDENT DONALD TRUMP: That was Photoshop? Terry, you can't do that -- he had --
--
he-- hey, they're givin' you the big break of a lifetime. You know,
you're doin' the interview. I picked you because -- frankly I never
heard of you, but that's okay --
TERRY MORAN: This -- I knew this would come --
PRESIDENT DONALD TRUMP: But I picked you -- Terry -- but you're not being very nice. He had MS-13 tattooed --
TERRY MORAN: Alright. Alright. We'll agree to disagree. I want to move on --
De
interviewer wil het dan over iets anders hebben, maar Trump staat erop
dat hij, en niet de interviewer, het bij het rechte eind heeft. Hoe doet
hij dat? Niet door met argumenten te komen, maar door zijn ondervrager op zijn plaats te zetten. Jij mag blij zijn dat je door mij voor dit interview, the big break of a lifetime, bent uitgekozen. Terwijl ik nog nooit van je gehoord had. Ik koos je uit, maar je bent niet erg aardig. Hij had die tattoos.
Dit
is een gespreksfragment dat volledig gedicteerd wordt door het
geactiveerde statuscompetitiepatroon. De foute leider reageert op
tegenspraak met het herinneren aan de ongelijke verhouding. Daarin is
het ondenkbaar dat de leider wordt tegengesproken. You can't do that.
Om door de leider aardig gevonden te worden, moet je hem gelijk geven.
In de ogen van de foute leider betekent aardig zijn dat je je onderdanig
genoeg gedraagt. Het is hetzelfde woord, maar met een geheel andere
betekenis, als het aardig zijn in een horizontale relatie van de
gemeenschapstoestand. Wat waar is of niet waar, doet er niet toe.
Allesoverheersend is de verticale verhouding, het geactiveerd zijn van
het statuscompetitiepatroon. Ook bij de lager geplaatste, die zich bij
zijn ondergeschiktheid neerlegt.
Het is kortom, educatief
materiaal. Dat nu, helaas, ruimschoots voorhanden is. En dus beschikbaar
is om het publiek voor te lichten over die innerlijk tegenstrijdige
menselijke sociale natuur en de inferieure maatschappelijke toestand die
ontstaat als we het statuscompetitiepatroon ruim baan geven.