donderdag 13 december 2012

Hoe beter je leert om zowel positieve als negatieve emoties te ervaren, hoe gezonder je blijft.

Is het beter voor je om je altijd goed te voelen, dat wil zeggen om zoveel mogelijk positieve emoties te ervaren en zo weinig mogelijk negatieve emoties? Nee, dat is niet goed voor je. Althans als "goed" betekent: goed voor je gezondheid. Het ervaren van zowel positieve als negatieve emoties blijkt voor je gezondheid beter te zijn.

In de recente studie When Feeling Bad Can Be Good: Mixed Emotions Benefit Physicial Health Across Adulthood (pdf) deden onderzoekers een zogenaamd experience sampling onderzoek. Ze gaven een kleine 200 volwassenen (18-94 jaar) drie keer een week lang een blieper mee, die op willekeurige momenten vijf keer per dag afging. Elke keer als dat zo was, moesten de deelnemers een vragenlijstje invullen over hoe ze zich voelden. Van 19 emoties moesten ze aangeven hoe sterk of zwak ze elke emotie op dat moment voelden. Er waren 8 positieve emoties (gelukkig, vrolijk, tevreden, opgetogen, trots, voldaan, geïnteresseerd en geamuseerd) en 11 negatieve (boos, bedroefd, bang, walgend, schuldig, gegeneerd, schaamte, angstig, geïrriteerd, gefrustreerd en verveeld). Tussen de eerste en de tweede week werd 5 jaar gewacht, evenals tussen de tweede en de derde week. Voorafgaand aan elke week vulden de deelnemers een vragenlijst in over hun gezondheid.

Het blijkt dan dat gezondheid meer samenhangt met een maat voor het ervaren van zowel positieve als negatieve emoties dan met het meer uitsluitend ervaren van positieve emoties. Die eerste maat was gebaseerd op de correlatie tussen positieve en negatieve emoties. Je kunt je voorstellen dat het vaak zo is dat als je meer positieve emoties ervaart, je dan minder negatieve emoties ervaart. Dan is die correlatie negatief. Maar hij was niet altijd negatief. Bij sommige deelnemers was hij positief. En hoe positiever die correlatie, hoe meer je positieve en negatieve emoties allebei en dus gemengd ervaart. En die gemengde ervaring blijkt samen te gaan met een betere gezondheid dan de zuivere ervaring van positieve emoties. (Voor de statistici: ook als je statistisch al rekening had gehouden met de gezondheidseffecten van die positieve en negatieve emoties afzonderlijk.)

En wat gebeurde er in de tijd? Mensen waren eerst vijf en toen tien jaar ouder geworden. Zeker bij de wat ouderen kon je enige verslechtering van gezondheid verwachten. Dat was ook zo, maar die bleek weer minder te zijn voor diegenen die in de tijd meer gemengde emoties waren gaan ervaren. Hoe beter je in de loop van je leven leert om zowel positieve als negatieve emoties te ervaren, hoe langer je gezond blijft.

Hoe is dit te verklaren? Een verklaring zou kunnen zijn dat het in staat zijn om negatieve emoties te combineren met positieve, dus om ook in het slechte toch nog het goede te zien of om het slechte te relativeren, het gemakkelijker maakt om negatieve ervaringen goed te verwerken. In plaats van ze met inspanning te onderdrukken of geforceerd te proberen ze uit de weg te gaan. Dat laatste is misschien wat degenen die vooral veel positieve emoties rapporteerden, wel deden.

Maar denk ook aan dit eerdere bericht over culturele verschillen in geluk. Het kan zijn dat de deelnemers aan dit onderzoek die meer gemengde emoties ervoeren, het geluksbegrip van de Oost-Aziatische, collectivistische culturen meer benaderden. Dat begrip houdt namelijk in dat je gelukkig bent als je een goed evenwicht weet te handhaven tussen positieve en negatieve emoties, waardoor je kalm, onverstoorbaar en niet opgewonden bent. De extremen van zowel positieve en negatieve emoties moet je allebei zien te vermijden. En het opvallende is dat mensen uit die culturen het ook gezond vinden om dat evenwicht na te streven. Daar konden ze dus wel eens gelijk in hebben.