Gisteren is Albert O. Hirschman op 97-jarige leeftijd overleden. Vandaag besteden verschillende bewonderaars daar aandacht aan, zoals Rajiv Sethi, James Fallows, Alex Tabarrok en Daniel W. Drezner.
Ik ben al lang een bewonderaar van zijn werk. Hij is het meest bekend geworden door Exit, Voice, and Loyalty, maar ik was het meest onder de indruk van The Passions and the Interests. Political Arguments for Capitalism before Its Triumph. Dat heb ik nog in de kast staan (ik blijk het in 1977 te hebben gekocht) en het leek me gepast om het nog weer in de hand te nemen en er door heen te bladeren. (Op dat ook fraaie boek Shifting Involvements. Private Interest and Public Action kom ik een andere keer terug.)
The Passions and the Interests is een beredeneerde ideeëngeschiedenis over de vraag hoe het kapitalisme als economisch stelsel zich verhoudt tot de kans op, zeg maar, vreedzaam samenleven. Voor dat vreedzaam samenleven is nodig dat mensen niet uitsluitend geleid worden door de hartstochten van zelfzuchtigheid, hebzucht, machtswellust, jaloezie en vijandigheid. Denkers in de zestiende en zeventiende eeuw waren er al wel van doordrongen dat zulke hartstochten niet als vanzelf onderdrukt worden of in goed banen geleid. En ze hadden ook al door dat de oplossing niet of niet voldoende in de religie zou liggen.
De gedachte ontstond bovendien dat ook de rede, het verstand, als tegenwicht niet afdoende is. Enige populariteit begon het idee te krijgen dat hartstochten (passies) alleen met andere hartstochten kunnen worden bestreden. Moderner gezegd: de kracht van een emotie is alleen te weerstaan door de kracht van een andere emotie. En die andere hartstocht of emotie moet een tegengestelde richting hebben.
Zo ontstond, samen met het opkomende kapitalisme, de gedachte dat de zich aan dienende mogelijkheid om er door eigen inspanningen materieel beter op te worden, door arbeid te verrichten en/of kapitaal verstandig te gebruiken, een nieuwe hartstocht in het leven roept: "het er beter op worden". En het nastreven van die hartstocht, als "belang" of "interesse", dat kon via dat kapitalistische stelsel zo gekanaliseerd worden dat op die wijze niet alleen maar materiële welvaart, maar ook vrede en ordelijkheid, werden gediend. Het kapitalisme was de oplossing: het zorgde voor beide wenselijkheden! We kennen deze redenering als die van de "onzichtbare hand" van Adam Smith, maar die is een wat vulgaire versie van een genuanceerdere redenering die al eerder bestond en waarin in dat "belang" ook zoiets als "eer" besloten lag.
Toen Hirschman dit boek schreef, in 1976, toen kon je inderdaad misschien wel spreken van de "triomf van het kapitalisme". Het communisme moest nog even bezwijken, maar dat zat er al aan te komen. En de neo-liberalistische golf van afnemend vertrouwen in overheidsingrijpen en toenemend geloof in de gedereguleerde werking van de markt en de financiële sector was al aan de horizon te zien. Waar dat toe heeft geleid, dat weten we.
In dat licht zou je willen dat er zich een opvolger van Albert Hirschman aandient, die de meer recente ideeëngeschiedenis analyseert. En nagaat hoe het zo ver heeft kunnen komen als we vandaag zijn. Want ja, die redenering van dat na te streven "belang" als voldoende tegenwicht tegen de zelfzucht en de hebzucht en de machtswellust, die is toch wel aardig in elkaar geklapt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten