donderdag 20 december 2012

James K. Galbraith: 1 crisis met 3 oorzaken: energie, technologie en fraude

James K. Galbraith heeft een belangrijke toespraak gehouden voor de IG Metall, de grootste Duitse vakbond. Mark Thoma geeft hier de volledige tekst. In het eerste deel bespreekt hij de aard van de huidige crisis en de oorzaken er van. In dit bericht ga ik daar op in. Meer in een volgend bericht.

Galbraith (zoon van de grote John Kenneth Galbraith; zie ook dit bericht) denkt dat de crisis die we nu meemaken één enkele, globale crisis is. In mijn vertaling:
Het is niet een cluster van verschillende en onderscheiden gebeurtenissen; een rommelhypothekencrisis in de Verenigde Staten; een overheidsschuldencrisis in Griekenland; een bankencrisis in Ierland; een uiteenspattende onroerend goed-zeepbel in Ierland en Spanje; evenmin zijn er aparte crises in de Verenigde Staten en Europa, noch kan de financiële crisis gescheiden worden van de economische crisis, noch is Duitsland een land waar de crisis nog niet gearriveerd is met de suggestie dat er een speciale vluchtweg is. Er is een crisis, slechts een crisis, een fundamenteel onderling samenhangende crisis van het wereldsysteem.
Die crisis heeft drie oorzaken, die teruggaan naar de vroege 70-er jaren van de vorige eeuw: de toenemende kosten van energie, de arbeidsbesparende technologie en de opkomst van de neo-liberale ideologie.

Het energieprobleem begin in de jaren 70, leek een poos beheersbaar te zijn, maar het aanpakken er van kan niet langer worden uitgesteld.
De kosten van energie zijn ongeveer twee keer zo hoog als ze tien jaar geleden waren en de toekomst is nog veel onzekerder. Beide factoren, kosten en onzekerheid, drukken het surplus of de winstgevendheid in regio's, continenten en landen die energie importeren. En als we het probleem van klimaatverandering aanpakken, en dat moeten we, en als we beginnen met de prijs van klimaatverandering te betalen, en dat moeten we, dan wordt dit probleem moeilijker en moeilijker. Dat is eenvoudig een economische realiteit die we het hoofd moeten bieden als we deze uitdaging onder ogen zien.
De technologische veranderingen maken onze tijd anders.
Als je de digitale revolutie combineert met de globalisering, het gemak van transnationale productie en ook tot op zekere hoogte de outsourcing van dienstverlening, dan constateren we dat we leven in een tijd waarin technologie radicaal arbeidsbesparend is.Hij vervangt werkers. Wat we zonder veel overdrijving kunnen zeggen is dat de computer en de vele daaruit afgeleide technologieën nu met de kantoorwerker doen wat de stoommachine een eeuw geleden met het paard heeft gedaan.
En de derde grote oorzaak is ideologisch van aard.
Het is het neo-liberale idee dat ons deregulering en de-supervisering heeft gegeven; dat ons de notie heeft gegeven dat markten op zichzelf kunnen functioneren zonder in elkaar te storten of zichzelf op te blazen. Het gaat om deze notie zoals speciaal toegepast op de financiële wereld. Dit is de grote illusie van de vorige generatie en hij heeft een vorm van economische groei in het leven geroepen die intrinsiek onstabiel en onhoudbaar was. Waarom? Omdat hij gebaseerd was op dalende standaarden voor leningen en op laks toezicht op de opbrengsten van die leningen. Of, om het eenvoudig te zeggen, hij was gebaseerd op financiële fraude, op de meest massieve golf van financiële fraude die de wereld ooit gezien heeft. En de wereld heeft veel financiële fraude gezien. En het was aan de kredietverschaffers bekend dat het fraude was. Dit was zo voor de hypotheken in de Verenigde Staten, die door tientallen miljoenen werden gesloten en die bij de kredietverschaffers bekend stonden als "liar's loans", als "ninja loans", no income, no job, no assets; als "neutron loans" voorbestemd om te exploderen en daarbij de gebouwen intact te laten, maar de mensen te vernietigen. Dit was toentertijd bekend. Dit waren leningen die geherfinancierd moesten worden of niet afgelost zouden worden.
Het was ook zo als het ging om leningen aan de publieke sector, bijvoorbeeld Griekenland. Dat Griekenland een zwakke publieke sector en een zwak belastingstelsel had, was voorafgaand aan de crisis geen staatsgeheim. Het was bekend aan beide zijden van deze transacties. Net zo met het commerciële onroerend goed in Ierland en met de huizen in Spanje. Je hoefde er maar heen te gaan om te kunnen zien wat er aan de hand was. Om de acquisities van de IJslandse Banken nog maar niet te noemen. Het is een fundamenteel feit, denk ik, dat overal zichtbaar is, maar waar in beleefd gezelschap niet over wordt gesproken, in het bijzonder niet als economen bankiers toespreken. (...)
De toenemende ongelijkheid wordt vaak met deze verschijnselen in verband gebracht. Maar ik denk dat we duidelijk moeten zijn over de aard van dat verband. Het is niet zo dat de ongelijkheid toenam en dat mensen daarvoor compenseerden door meer te lenen zodat ze zich een hoger consumptiepeil konden veroorloven. Dit is niet wat er gebeurde. Het gebeurde zeker niet in de Verenigde Staten. Wat er gebeurde was dat de kredietverschaffers probeerden nieuwe markten te vinden op zoek naar frauduleuze leningen aan slecht geïnformeerde leners, arme leners, huiseigenaren in de binnensteden bijvoorbeeld, daarbij die leningen zo herfinancierend dat de klant slechts een fractie van de schuld kreeg te zien waarmee hij uiteindelijk werd opgezadeld. En de ongelijkheid kwam voort uit de honoraria voor het sluiten van deze leningen. Dit is hoe bankiers rijk werden. Op deze manier halen ze hun geld binnen. En je kunt dat zien in hun belastingopgaven en in de geografische verspreiding van inkomensgroei in de Verenigde Staten.
En toen de omvang van de fraude niet langer verborgen kon worden, was er paniek en ineenstorting. Dit gebeurde zowel in de Verenigde Staten als in Europa en het veroorzaakte een schade aan de financiële structuur die, laat ik dat zeggen, in essentie onomkeerbaar is. Het vernietigde de onderliggende grondslag voor economische groei die ons voor enige tijd op de been had gehouden.  Dat wil zeggen dat het de hypotheekmarkt in de Verenigde Staten vernietigde en de markt voor overheidskredieten in Europa. En omdat het in Europa de markt voor overheidskredieten vernietigde, kwamen de effecten terecht bij de publieke dienstverlening en bij de daarvan afhankelijke bevolking. In beide continenten gingen bovendien miljoenen banen verloren. Dat was de "nevenschade".
In het tweede deel van zijn lezing gaat Galbraith in op de vraag wat er nu moet gebeuren. Daarover een volgende keer. Nu alvast: de fundamentele keuze is die tussen "we zitten allemaal in hetzelfde schuitje" of "ieder voor zich". Update. Lees hier het vervolg.

Geen opmerkingen: