maandag 17 december 2012

De Studiegroep Begrotingsruimte bepaalt onze economische politiek. Dat is niet vertrouwenwekkend

Lex Hoogduin twitterde dat hij liever had gehad dat dit kabinet 5 miljard euro meer had bezuinigd en bovendien meer aan het begin van de kabinetsperiode. Ik reageerde daarop met de uitroep dat dat haast niet serieus bedoeld kon zijn. Waarop zijn reactie, ook aan Rens van Tilburg en Ewald Engelen, was dat we dan nog maar eens het laatste rapport (Stabiliteit en vertrouwen) van de Studiegroep Begrotingsruimte moesten nalezen.

En dat heb ik dus vanochtend gedaan. Nu moet ik daar meteen bij zeggen dat ik niet genoeg ingevoerd ben om alle ins en outs van dat rapport goed te doorgronden. Maar mij valt wel op dat er in het rapport niet naar de overheidsbegroting wordt gekeken vanuit het perspectief van de gehele economie. Of beter gezegd, wel vanuit dat perspectief, maar dan met een heel beperkt zicht op het verband tussen de overheidsfinanciën en de gehele economie. En in het bijzonder de kans op economische groei.

Want wat zegt de Studiegroep over dat verband? Wat je er over kunt vinden, komt goed beschouwd neer op deze ene zin, die al in de eerste alinea van de samenvatting is te vinden:
Het advies is er (wel) op gericht om de schokbestendigheid van de Nederlandse overheidsfinanciën te versterken, opdat vertrouwen en daarmee economische groei wordt ondersteund.
Daarmee is de toon gezet. De "theorie" over economische groei van de Studiegroep is dat die groei afhankelijk is van "vertrouwen" en dat dat vertrouwen weer afhankelijk is van hoe goed of slecht het er voor staat met de overheidsfinanciën. Die theorie is wel heel eenvoudig. Evenals de er uit volgende redenering, namelijk dat we "vertrouwen" nodig hebben en dat daar voor de overheidsbegroting "op orde" moet komen en dat er dus veel bezuinigd moet worden. Hoe veel? Nou, laten we maar als richtlijn nemen dat het tekort niet hoger mag zijn dan 3 procent, zoals de EU voorschrijft.

Natuurlijk, ik ben geen vak-econoom. Maar ik weet genoeg van economie om hier ongerust van te worden. Want zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet in de macro-economie. Waarom besteedt de Studiegroep geen aandacht aan de mogelijke negatieve effecten van overheidsbezuinigingen in een tijd van recessie? Een tijd waarin bijna de gehele private economie bezig is om zijn schulden terug te brengen. Waarom komt het woord recessie niet voor in het advies, behoudens als een terzijde in een tabel?

En waarom staat de Studiegroep er niet bij stil dat de voorspellingen over economische groei, die gebaseerd zijn op die "vertrouwenstheorie", steeds te optimistisch blijken te zijn? Moeten zulke aanwijzingen dat de theorie te eenvoudig is, niet serieuzer worden genomen?

En hoe komt het toch dat economische politiek van deze en de vorige regering vrijwel geheel gedicteerd lijkt te worden door de Studiegroepen Begrotingsruimte? Zijn politici tegenwoordig macro-economisch zo weinig ingevoerd dat ze niet in staat zijn tot het nodige tegenspel?

O ja, een van de economen waarvan de Studiegroep advies heeft ingewonnen, was Bas Jacobs. Maar naar hem is duidelijk slecht geluisterd. Daarom nog maar eens een link naar zijn inbreng in het rondetafelgesprek van Tweede Kamer-leden op 2 december. Om de gedachten te bepalen hier alvast deze zin uit de Samenvatting:
De aangescherpte begrotingsregels (die 3 procent) miskennen de werkelijke oorzaken van de eurocrisis (bankenproblemen en systeemdefecten in de muntunie) en frustreren het verkleinen van de macro-economische onevenwichtigheden.
Het is niet vertrouwenwekkend dat die Studiegroep en daarmee onze regering zo eenzijdig opereren.

Geen opmerkingen: