vrijdag 7 december 2012

Als je emotioneel minder stabiel bent, is geld belangrijker voor je

Het is bekend dat mensen met een hoger inkomen iets gelukkiger of tevredener met hun leven zijn dan mensen met een lager inkomen. Ook weten we dat een inkomenstoename (tijdelijk) iets gelukkiger en tevredener maakt. Maar dan vergelijken we gemiddeldes en daar kan veel achter schuil gaan. De aandacht voor wat daar achter schuil gaat neemt in het sociaalwetenschappelijk onderzoek toe. Ik werd daarop geattendeerd door het lezen van het boek Mijn brein is niet jouw brein van Richard J. Davidson en Sharon Begley, dat handelt over de grote verschillen tussen mensen in emotionele stijl. Verschillen die je niet opmerkt als je alleen maar gemiddeldes vergelijkt.

Evenzo blijken verschillen in persoonlijkheid schuil te gaan achter de gevonden samenhangen tussen inkomen en geluk of levenstevredenheid. Uit dit pas verschenen onderzoek blijkt dat van de bekende vijf persoonlijkheidsdimensies het vooral de mate van neuroticisme is die er voor zorgt dat, gemiddeld genomen, mensen met een hoger inkomen tevredener zijn met hun leven en dat een toename van inkomen tevredener maakt. Als je neurotisch bent, ben je minder emotioneel stabiel, laat je je meer beïnvloeden door negatieve gebeurtenissen en ben je meer bezig je met anderen te vergelijken. Door deze beide eigenschappen of een van de twee, dat weten we nog niet, is kennelijk de tevredenheid van neurotici meer afhankelijk van hoeveel geld ze verdienen.

Als we dus zeggen dat geld gelukkiger maakt, dan blijkt dat in het bijzonder te gelden voor degenen onder ons die meer emotioneel onstabiel zijn. Die meer last ondervinden van negatieve gebeurtenissen en die meer de neiging hebben om zich met anderen te vergelijken.

Daar zou je uit kunnen afleiden dat het bevorderen van emotionele stabiliteit (ja, zo onveranderbaar is persoonlijkheid niet) een bijdrage zou kunnen zijn tot een minder eenzijdig-materialistische maatschappij. Anders gezegd, als we (gemiddeld genomen) emotioneel stabieler waren, dan waren we (gemiddeld genomen) minder materialistisch. Dat vond ik wel iets om over na te denken.

Geen opmerkingen: