Maar nu lees ik studie Social and Identity Development in an After-School Program.
Changing Experiences and Shifting Adolescent Needs (betaalpoort), waarin een fraaie beschrijving wordt gegeven van een naschoolse opvang, de Midtown Boys & Girls Club, in een arme buurt van een stadje aan de oostkust van de V.S. De onderzoekers hebben de medewerkers van die opvang en een aantal van de adolescenten die er kwamen (tussen 11 en 18 jaar oud), een jaar lang gevolgd.
Afgezien van de leiding, zijn die medewerkers voornamelijk studenten van nabije onderwijsinstellingen, sommigen afkomstig uit dezelfde buurt. En er zijn vrijwilligers. De adolescenten krijgen er veel mogelijkheden om met zowel jongere als oudere kinderen om te gaan, zowel in huiswerkgroepjes als in spelactiviteiten. De oudere kinderen krijgen de kans om zelf verantwoordelijkheden te dragen. De tijd die kinderen er door brengen is deels gestructureerd, maar ook ongestructureerd.
In de beschrijving benadrukken de onderzoekers de positieve ervaringen die kinderen er op doen. Maar ze vermelden ook dat er ruzies zijn en dat er wel eens chaos heerst. Maar ruzie en chaos op zijn tijd horen natuurlijk ook bij een sociale omgeving om goed in op te groeien. Van mij hadden ze daar wel wat meer aandacht aan mogen besteden, ook aan het "oplossen" van zulke "problemen".
Die mix van gestructureerde en ongestructureerde tijdsbesteding, samen met leeftijdsmenging, maken dat dit type "opvang" ontwikkelingsmogelijkheden verschaft die noch op school, noch in het eigen gezin noch op straat verkregen kunnen worden. Het benadert een beetje dat dorp dat kinderen nodig hebben. Ik vroeg me dus af of we dat dorp ook kunnen maken in de vorm van goede naschoolse programma's.
Nu is dat maar een beschrijving van een case. Wat kun je daaruit opmaken? Ik ging dus wat verder op zoek naar meer kwantitatief onderzoek naar de effecten van naschoolse opvang. En kwam terecht bij deze studie, die een overzicht geeft van onderzoek. Daaruit blijkt dat er aanwijzingen zijn voor positieve effecten van het deelnemen aan die programma's op zelfvertrouwen, op pro-sociaal gedrag, op betrokkenheid bij school en op schoolprestaties. Bovendien zijn er aanwijzingen voor vermindering van probleemgedrag (waaronder agressie en drugsgebruik). Dat klinkt heel goed.
Maar ook blijkt dat die positieve effecten alleen optreden in die gevallen dat die naschoolse programma's ook expliciet bedoeld zijn om bij te dragen tot de ontwikkeling van persoonlijke en sociale vaardigheden. Die vaardigheden moeten benoemd zijn (zelfbeheersing, probleemoplossing, zelfstandigheid) en er moet tijd en aandacht voor zijn geprogrammeerd. Anders gezegd: het moet niet alleen om "opvang" gaan! En dat is misschien tekenend, dat wij in Nederland dat woord "opvang" gebruiken.
Nederlands onderzoek naar de effecten van naschoolse opvang op de sociale ontwikkeling van kinderen ken ik eigenlijk niet. Ik ga op zoek, maar als iemand daar meer van weet, hoor ik dat graag.
In de beschrijving benadrukken de onderzoekers de positieve ervaringen die kinderen er op doen. Maar ze vermelden ook dat er ruzies zijn en dat er wel eens chaos heerst. Maar ruzie en chaos op zijn tijd horen natuurlijk ook bij een sociale omgeving om goed in op te groeien. Van mij hadden ze daar wel wat meer aandacht aan mogen besteden, ook aan het "oplossen" van zulke "problemen".
Die mix van gestructureerde en ongestructureerde tijdsbesteding, samen met leeftijdsmenging, maken dat dit type "opvang" ontwikkelingsmogelijkheden verschaft die noch op school, noch in het eigen gezin noch op straat verkregen kunnen worden. Het benadert een beetje dat dorp dat kinderen nodig hebben. Ik vroeg me dus af of we dat dorp ook kunnen maken in de vorm van goede naschoolse programma's.
Nu is dat maar een beschrijving van een case. Wat kun je daaruit opmaken? Ik ging dus wat verder op zoek naar meer kwantitatief onderzoek naar de effecten van naschoolse opvang. En kwam terecht bij deze studie, die een overzicht geeft van onderzoek. Daaruit blijkt dat er aanwijzingen zijn voor positieve effecten van het deelnemen aan die programma's op zelfvertrouwen, op pro-sociaal gedrag, op betrokkenheid bij school en op schoolprestaties. Bovendien zijn er aanwijzingen voor vermindering van probleemgedrag (waaronder agressie en drugsgebruik). Dat klinkt heel goed.
Maar ook blijkt dat die positieve effecten alleen optreden in die gevallen dat die naschoolse programma's ook expliciet bedoeld zijn om bij te dragen tot de ontwikkeling van persoonlijke en sociale vaardigheden. Die vaardigheden moeten benoemd zijn (zelfbeheersing, probleemoplossing, zelfstandigheid) en er moet tijd en aandacht voor zijn geprogrammeerd. Anders gezegd: het moet niet alleen om "opvang" gaan! En dat is misschien tekenend, dat wij in Nederland dat woord "opvang" gebruiken.
Nederlands onderzoek naar de effecten van naschoolse opvang op de sociale ontwikkeling van kinderen ken ik eigenlijk niet. Ik ga op zoek, maar als iemand daar meer van weet, hoor ik dat graag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten