Laten we het in deze tijd van gedwongen sociale onthouding over vriendschap hebben. Is vriendschap iets typisch menselijks? Of komt het ook voor bij andere diersoorten en hebben we het eigenlijk over een biologisch fenomeen?
Aanleiding daartoe is ook de net verschenen studie
Development of New Food-Sharing Relationships in Vampire Bats, waarvan de
Summary begint met deze zin:
Some nonhuman animals form adaptive long-term cooperative relationships with nonkin that seem analogous in form and function to human friendship.
De Volkskrant besteedde op 24 maart aandacht aan de studie. Zie
Vampiervleermuizen delen hun bloedmaaltijd alleen met echte vrienden.
Van vampiervleermuizen, die leven van het bloed van zoogdieren, was al bekend dat de vrouwtjes bij het groepsgewijs overnachten hun maaltijd met een ander delen als die niet voldoende heeft weten te bemachtigen. En dat ze met het oog op dat delen vaste partnerschappen vormen. Vriendschappen dus. Dat is van levensbelang omdat ze zonder een dagelijkse portie vers bloed niet overleven.
In die nieuwe studie gaat het over de vraag hoe zulke vriendschappen ontstaan. De onderzoekers plaatsten vleermuizen uit verschillende kolonies bij elkaar en observeerden wat er ging gebeuren. Het bleek toen dat er inderdaad vriendschappen ontstonden en wel volgens het
raising-the-stake-model. Wat inhoudt dat vriendschappen eerst klein beginnen, door het initiëren van de uitwisseling van fysiek contact, knuffelen of vlooien (
grooming). Pas als dat werd beantwoord, werd overgegaan op het delen van voedsel. En als die fase eenmaal was aangebroken, verminderde ook het knuffelen, wat er op wijst dat dat bedoeld was als het uittesten van de relatie.
In de Volkskrant wordt gedragsbioloog Jorg Massen om commentaar gevraagd. Jorg Massen, Liesbeth Sterck en ik schreven in 2010 het artikel
Close social associations in animals and humans: Functions and mechanisms of friendship. Met als conclusie:
We conclude that both human friendship and animal close social associations are ultimately beneficial. On the proximate level, motivations for friendship in humans and for close social associations in animals are not necessarily based on benefits and are often unconditional. Moreover, humans share with many animals a similar physiological basis of sociality. Therefore, biologists and social scientist describe the same phenomenon, and the use of the term friendship for animals seems justified.
Wat er op neerkomt dat er inderdaad zoiets als vriendschap bestaat dat mensen en andere diersoorten gemeenschappelijk hebben. En dat het goed is om onderscheid te maken tussen de "proximate" en de 'ultimate" verklaring voor vriendschap. Zie ook het bericht
Over vertrouwdheid en het verschil tussen een ultimate en een proximate verklaring.
In die ultimate verklaring gaat het erom dat het vermogen tot het sluiten van vriendschappen, of het fenomeen vriendschap, bijdraagt tot overleving en reproductie. En dus door natuurlijke selectie in het verleden is verspreid in de populatie. Terwijl het bij de proximate verklaring gaat om de vraag hoe een vriendschap tot stand komt.
Bij die vampiervleermuizen werd dus door de onderzoekers eerst een onnatuurlijke situatie gecreëerd door vleermuizen uit verschillende kolonies bij elkaar te zetten. Daardoor moesten ze dus als vreemden proberen om vriendschappen te sluiten. En dan blijkt dus dat mechanisme te werken van het elkaar uittesten.
Een mechanisme dat dus niet nodig was binnen die kolonies waar ze waren uitgehaald. Daar was immers al de onderlinge vertrouwdheid die delen mogelijk, en vanzelfsprekend, maakte. Dat uittesten kun je dus zien als het gezamenlijke proces tot het scheppen van een "nieuwe" vertrouwdheid. Vertrouwdheid is de proximate oorzaak van vriendschap. Vertrouwdheid is immers het signaal van veiligheid bij uitstek, dat
de evolutie binnenkwam op het moment dat levende wezens in staat waren zich voort te bewegen..
Als we het bij mensen hebben over vriendschap, dan gaat het natuurlijk ook meestal over de "onnatuurlijke" situatie waarin wij in de huidige maatschappij verkeren. Want die maatschappij is immers gekenmerkt door een grote mate van sociale vluchtigheid. Zie
Over de uitdagingen van de sociale vluchtigheid.
We worden in een wel heel kleine kring van vertrouwde anderen geboren en moeten al vrij snel onze eigen weg zien te vinden in die toestand van sociale vluchtigheid. Analoog aan die vleermuizen die door de onderzoekers uit hun kolonie werden gehaald.
Heel anders dus dan die toestand van de
Paleo Sociale Omgeving, waarin jagers-verzamelaars hun hele leven doorbrachten in de stabiele kring van vertrouwde anderen. Die net als voor die vleermuizen essentieel was voor hun overleving, omdat ze het zonder samenwerking en delen niet redden.