Update. Zie nu ook deel 17 in deze reeks: Over een politieke partij, de Amerikaanse Republikeinen, als verlengstuk van het Grote Geld.
Update. Zie nu ook The Republican War on Democracy van Jamelle Bouie in de New York Times. Dat eindigt met:
Americans have long struggled over the scope of voting and representation. Democracy is — and always will be — a fight. And the lines of this particular conflict are clear. Rather than try to expand our democracy or even preserve it as it stands, Republicans are fighting for a smaller, narrower one that favors their voters over all others so that their power and the interests they serve become untouchable.
Zal de democratie, als een poging om de oeroude gemeenschapsintuïties van samenwerken en delen te institutionaliseren in de besluitvorming van nationale staten, zich weten te handhaven?
In
het vorige bericht in deze reeks ging het erom dat na de val van de Sovjet-Unie Russische kleptocraten gebruik gingen maken van de westerse bankenwereld om met witwasconstructies hun rijkdommen en hun financiële belangen te beschermen. Waardoor ze er belang in gingen stellen om de politieke gang van zaken in de westerse democratieën in een voor hen gunstige zin te beïnvloeden.
Over de precieze omvang van die beïnvloedingspogingen weten we al iets, maar er zou nog wel eens veel meer aan het licht kunnen komen. In ieder geval weten we nu dat in de Verenigde Staten Donald Trump mede met behulp van de Russen aan de macht is gekomen. En voorlopig nog aan de macht blijft, doordat de Republikeinse partij hem nog steeds blijft steunen. En we hebben inzicht gekregen in de financiële banden tussen de rijke voormannen van die partij en de Russische oligarchen.
Deze ontwikkelingen wijzen op het probleem dat de democratie misschien niet te handhaven is als de verschillen tussen arm en rijk te groot zijn. De hoop dat in het Rusland van na de Val zich een democratie zou kunnen vestigen, ging in rook op nadat een klasse van oligarchen gebruik maakte van de onduidelijke eigendomsverhoudingen en zich meester wist te maken van de van de Sovjet-Unie overgebleven rijkdommen. Met behulp van de geheime dienst (Putin) wisten ze een bewind te vestigen dat alleen in naam een democratie is. En met grote, veelal naar het buitenland overgehevelde, rijkdommen geconcentreerd bij de kleine bovenlaag. Zie
The top 1% controls a third of the wealth, and the poor are getting poorer. How Russia became one of the most unequal places on Earth.
En in de Verenigde Staten zien we een grootscheepse poging van de Republikeinen, met Trump als middel, om de democratie ondergeschikt te maken aan hun wens om hun rijkdommen te verdedigen tegen democratische "aanvallen". Met voorlopig als grootste succes de belastinghervorming die de rijken nog meer bevoordeelt dan al het geval was.
Wat zijn de mogelijkheden die de rijken hebben om de democratie, waarin immers ieders stem even zwaar telt, naar hun hand te zetten? Hoe kunnen ze een politiek tot stand brengen die voor hen gunstig is, maar die bij de grote meerderheid van de kiezers impopulair is?
Paul Krugman wees al op de strategie van het liegen over de werkelijke bedoelingen en op de strategie van de witte identiteitspolitiek. Zie
The Great Republican Abdication. A party that no longer believes in American values.
Maar er is meer aan de hand. Het zijn bovenal de Republikeinen die er onbeschaamd op uit zijn om de deelname aan de verkiezingen van hen niet goed gezinde kiezers (de arme zwarte bevolking, de Latino's) te verhinderen (door
voter suppresion) en die stemmen minder te laten meetellen (door
gerrymandering).
Wat gerrymandering betreft, is er nu net het oordeel van federale rechters in Michigan dat de indeling van kiesdistricten zodanig voordelig is voor één partij, de Republikeinen, dat zulks in strijd is met de Grondwet. Er moet dus een herindeling plaatsvinden.
En daarbovenop is er de strategie van het ontnemen van het kiesrecht door mensen op te sluiten. De Verenigde Staten kent een grotere gevangenispopulatie als proportie van de bevolking dan welk land ook ter wereld. Als gevolg van extreem strenge gevangenisstraffen voor relatief onschuldige vergrijpen (zoals drugsbezit) en van het systeem van voorlopige hechtenis waar alleen aan te ontkomen valt tegen hoge borgsommen. Bovendien is de zwarte bevolking sterk oververtegenwoordigd.
Die massale opsluiting (
mass incarceration) is in de jaren 70 van de vorige eeuw begonnen, toen beide partijen, de Republikeinen zowel als de Democraten, erop uit waren om met misdaadbestrijding stemmen te winnen (
tough-on-crime). Terwijl de misdaadcijfers juist terugliepen. Je ziet die extreme toename van de gevangenispopulatie in het plaatje afgebeeld (overgenomen van
The History of Mass Incarceration)..
Wat is nu het geval? In de Verenigde Staten verliezen gedetineerden standaard hun kiesrecht. Zelfs als ze hun gevangenisstraf al achter de rug hebben.
En daarmee dient zich voor een politieke partij die het niet moet hebben van arme en zwarte kiezers een strategie aan om de verkiezingen te winnen: sluit degenen die waarschijnlijk op je tegenstander stemmen, zoveel mogelijk op. Dat lijkt onbestaanbaar, maar is het niet in een land waarin racisme met het afschaffen van de rassenscheiding in 1964 bepaald niet is verdwenen.
Want het is toch veelbetekenend dat die massale opsluiting een aanvang neemt precies nadat het Amerikaanse Hooggerechtshof in 1974 besluit (
Richardson v. Ramirez) dat de ontneming van het kiesrecht standaard aan gedetineerden mag worden opgelegd.
Ik ontleen dat aan Why Mass Incarceration Matters: Rethinking Crisis, Decline, and Transformation in Postwar American History van Heather Ann Thompson verschenen in de
Journal of American History. Waaruit ook dit citaat :
Following Richardson v. Ramirez, states across the country began passing laws that disproportionately disfranchised African Americans. By the year 2000, 1.8 million African Americans had been barred from the polls because of felon disfranchisement laws and, as one legal scholar pointed out, “the potential black electorate” had been “decimated.”
En lees daar ook hoe dit bij verkiezingen in het voordeel werkte van de Republikeinen:
Felon disfranchisement laws and the rules governing census population eventually underminded the Democratic party well beyond the state level. According to research by Christopher Uggen and Jeff Manza, disfranchisement policies “affected the outcome of seven U.S. Senate races from 1970 to 1998 … [and] in each case the Democratic candidate would have won rather than the Republican victor.” The distorted outcomes of these elections, in turn, “prevented Democratic control of the Senate from 1986 to 2000.” Disfranchisement legislation also benefitted Republicans over Democrats in major contests such as the presidential elections of 2000 and 2004 because a full ten states “had African American disenfranchisement rates above 15%” by those years. Excluding Americans with criminal records from the democratic process seems to have provided “a small but clear advantage to Republican candidates in every presidential and senatorial election from 1972 to 2000.”
En:
Historians, therefore, need to reckon with the myriad consequences of mass incarceration, including its less obvious political fallout. There is little question that the rise of the carceral state over the last forty years eroded the political power of the Democratic party and fueled the rise of the Right, in ways structural, and thus, changes in American justice policy did not just reflect the nation's move rightward after 1968; they actually fueled it to an extent that liberal leaders at the time never predicted and scholars today have yet to appreciate
We zien dus hoe kwetsbaar de democratie is voor de invloed van het Grote Geld, dat alle beschikbare wegen benut om de hun welgevallige politieke partij aan de macht te brengen en te houden. Voorlopig is dat hele proces uitgelopen op het verschijnsel Trump. Zie nog eens
Trump is dat waar de invloed van het Grote Geld op is uitgelopen.
Democratie en grote ongelijkheid, nee, die gaan niet goed samen.