In dit bericht schreef ik dat we in een statushiërarchie terecht kunnen komen, maar dat het geen arrangement is waar we echt van houden. Er zijn veel aanwijzingen dat mensen een "aangeboren" rechtvaardigheidsgevoel hebben, dat vaak tot uiting komt in een voorkeur voor gelijkheid tussen mensen (egalitarianisme). Anders gezegd: een afkeer van de ongelijke verhoudingen van een statushiërarchie.
Het leek me goed om een keer een overzichtje te maken van het onderzoek waar deze aanwijzingen uit voortkomen. Maar bij het weer eens opruimen van mijn mailbox, kwam ik dit stukje tegen van Natalie Angier van al weer een paar maanden geleden (zie onderaan dit bericht). En waarom iets doen wat iemand anders al (al bijna net zo) gedaan heeft?
Dat wij zo egalitair zijn, is niet verrassend als je onder ogen ziet dat mensen gedurende verreweg het grootste deel van de tijd dat ze op aarde bestaan in egalitaire groepen hebben samengeleefd. En dat die leefwijze essentieel was, niet alleen voor het overleven, maar ook voor het zich kunnen verspreiden over bijna de gehele aardbol.
Die hang naar gelijkheid, met al het pro-sociale gedrag dat daarmee samenhangt, is overigens niet een onvoorwaardelijke strategie. Een egalitaire groep is een collectief fenomeen, niet een optelsom van onvoorwaardelijk pro-sociale individuen. Vandaar dat sociale controle en sociale sancties op egoïstisch gedrag een essentieel onderdeel waren van die egalitaire groepen. Want neigingen tot egoïsme en statuscompetitie zijn altijd op de achtergrond aanwezig. Daardoor zijn er altijd ook die pogingen om te voorkomen dat anderen je om hulp vragen, waar ik het hier over had.
Angier wijst er terecht op dat het met de opkomst van de landbouw en later de anonieme en complexe samenlevingen van nu veel moeilijker is geworden om egalitaire verhoudingen tot stand te brengen. We leven in maatschappijen waarin statuscompetitie en gemeenschapsgedrag allebei voortdurend wisselende kansen hebben om te domineren. Dat maakt het sociale leven en het opgroeien daarin behoorlijk ingewikkeld.
Zie Angier voor enkele (van de vele studies) waaruit onze egalitaire voorkeuren duidelijk naar voren komen. Aan het eind noemt ze (met link) de recente studie van Norton en Ariely, die ik heel interessant vind. Ze laten zien dat Amerikanen de extreme inkomensongelijkheid in hun land sterk onderschatten. En als je hen vraagt naar welke mate van ongelijkheid ze ideaal zouden vinden, dan komt dat neer op de toestand die in een land als Zweden bestaat, een van de meest egalitaire landen op dit ogenblik. Opmerkelijk is dat dat ideaal breed gedeeld wordt, ook door de Republikeinen en de rijken.
Conclusie: het klopt dat we in een statushiërarchie van grote ongelijkheid terecht kunnen komen, terwijl we die eigenlijk niet willen.
'via Blog this'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten