Naast "real life" sociale contacten hebben we tegenwoordig ook online contacten. zoals bijvoorbeeld op Facebook. Een bekend punt van discussie is of die online contacten wel of niet dezelfde "waarde" en functies hebben als de werkelijke contacten. (Voor een deel vallen ze natuurlijk samen, maar over het algemeen is het online sociale netwerk omvangrijker dan het "real life" netwerk.)
Uit vroeger onderzoek herinner ik me dat (nieuwe) online contacten alleen dan bijdroegen tot vermindering van eenzaamheidsgevoelens als ze werden aangevuld met "real life" ontmoetingen. Meer licht op deze vraag werpt een onderzoek waarin met behulp van MRI de hersenen werden vergeleken van mensen met minder of meer sociale contacten, onderscheiden naar "real life" en online (Facebook). Lang niet alles in het artikel is voor een relatieve leek als ik ben goed te begrijpen, maar de voornaamste uitkomst is duidelijk.
Het blijkt dat de omvang (grey matter volume) van enkele delen van de hersenschors specifiek samenhangen met de omvang van het online (Facebook) netwerk. Met andere woorden: die hangt niet samen met de omvang van het "real life" netwerk. Deze hersendelen zijn actief bij het waarnemen van lichaamsbewegingen, hoewel ze ook betrokken zijn bij het waarnemen van intenties en het navigeren in sociale groepen.
Wel met de omvang van het "real life" netwerk hangen andere delen van de hersenschors samen en dat zijn duidelijk de (nog) meer "sociale" delen, die te maken hebben met het begrijpen van handelingen en bedoelingen van anderen en het je kunnen verplaatsen in anderen.
Dat wijst dus op een verschil tussen de "waarde" en de functie van het "real life" en het Facebook netwerk. Dat blijkt er ook uit dat de omvang van de amygdala, die een belangrijke rol speelt in sociale interacties, sterker met het "real life" netwerk samenhangt dan met het Facebook netwerk.
Voorlopige conclusie: Facebook is leuk, maar geen vervanging voor echte sociale contacten. Maar wisten we dat niet eigenlijk al?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten