Gewoon om door te geven en als vervolg op dit bericht: een mooi stukje over empathie en spiegelneuronen in de Scientific American.
How You Feel What Another Body Feels: Scientific American:
'via Blog this'
Een blog over toepassingen van sociale wetenschap op persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken op het gebied van de bevordering van welzijn/gezondheid en pro-sociaal gedrag/coöperatie.
vrijdag 29 juni 2012
Mondragon Coöperatie zorgt niet alleen voor werkzekerheid, maar ook voor zekerheid dat er geld is
Nieuws over de Mondragon Coöperatie (MC), waar ik hier over berichtte. Zie de link hieronder. De MC zorgt voor werkzekerheid door werknemers/eigenaars tussen de coöperaties van het conglomeraat te laten wisselen als dat in verband met marktfluctuaties beter uitkomt. Maar nu zorgen ze ook voor de zekerheid om geld om handen te hebben. Wat de ene coöperatie aan liquiditeit beschikbaar heeft, wordt tijdelijk overgedragen aan een andere die tijdelijk krap bij kas zit. Er komt geen bank aan te pas. En dat is gunstig vanwege de geringe geldhoeveelheid in de Spaanse economie.
Mondragon coop gets credit-wise to beat the crunch:
'via Blog this'
Mondragon coop gets credit-wise to beat the crunch:
'via Blog this'
donderdag 28 juni 2012
Liberales: Om End This Depression Now! kun je niet heen
Liberales, de onafhankelijke denktank binnen de liberale beweging, bespreekt het boek End This Depression Now! van Paul Krugman. Zie de link hieronder.
Volg de link en lees in kort bestek welke goede redenen er zijn om om het Manifest van Paul Krugman en Richard Layard te ondertekenen. Zie hier mijn bericht met een link naar dat Manifest. Zie ook mijn eerdere bericht over hoofdstuk 11 van het boek, waarin Krugman uitlegt hoe de bezuinigingszeepbel kon ontstaan.
Liberales
Volg de link en lees in kort bestek welke goede redenen er zijn om om het Manifest van Paul Krugman en Richard Layard te ondertekenen. Zie hier mijn bericht met een link naar dat Manifest. Zie ook mijn eerdere bericht over hoofdstuk 11 van het boek, waarin Krugman uitlegt hoe de bezuinigingszeepbel kon ontstaan.
Liberales
Stop de bonussen! ING Bank doet het
Er is ook goed nieuws: de ING schaft de bonussen voor zijn personeel af. Het gaat om de 19.000 medewerkers van ING en Westland Utrecht Bank in Nederland. Dit is overeengekomen in een principeakkoord met de vakbonden over de nieuwe cao. Zie hieronder de link naar het bericht in het FD.
Eerder gaf ik een overzicht van wat het wetenschappelijk onderzoek aan inzichten naar voren heeft gebracht over de effectiviteit van bonussen. Over prestatiebeloning schreef ik:
Al deze inzichten zijn niet zo nieuw. De in de laatste 20 (30?) jaar in het bedrijfsleven sterk gegroeide populariteit van prestatiebeloning was al niet goed met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek in overeenstemming te brengen. Sterker: hij ging daar dwars tegen in. Maar ja, er zijn van die sociale ontwikkelingen (zeepbellen!) die eerst een tijd door moeten woekeren voor men weer bij zinnen komt.
Dat laatste is nu gelukkig gebeurd bij de ING. Vorig jaar was al overtuigend uit een representatieve enquête gebleken dat de meerderheid van het personeel van de bonussen af wilde. Dat bevestigt dat bonussen tot ontevredenheid bij het personeel leiden.
Eerder hadden de topbestuurders van de ING al van hun bonussen afgezien. Maar dat geldt als ik het goed heb onthouden alleen voor zolang het bedrijf nog staatssteun krijgt. Het goede voorbeeld zou nu zijn dat die laatste voorwaarde vervalt. Kom maar meteen volledig bij zinnen.
ING Bank schaft bonus voor Nederlandse werknemers af | Het Financieele Dagblad
Eerder gaf ik een overzicht van wat het wetenschappelijk onderzoek aan inzichten naar voren heeft gebracht over de effectiviteit van bonussen. Over prestatiebeloning schreef ik:
Onderzoek naar het succes van prestatiebeoordeling en –beloning laat zien dat de hantering van dit systeem grote problemen oplevert. Beoordelingen zijn vaak gebrekkig en kunnen beïnvloed worden door belangen van de beoordelaars. Verder zijn de beoordelingen vaak niet duidelijk voor de beoordeelden, waardoor ze leiden tot ontevredenheid. Tenslotte kan het systeem strategisch gedrag bij de beoordeelden uitlokken, waaronder pogingen om de beoordelaars te beïnvloeden. Onderzoek naar de effecten van het systeem laat overwegend zien dat de resultaten van het bedrijf er eerder door verslechteren dan verbeteren.En ik meldde dat onderzoek naar individuele resultaatafhankelijke beloning goed kan werken, maar dan moet het gaan om eenvoudige taken waarvoor geen samenwerking nodig is. Verder is van resultaatafhankelijke beloningen voor topbestuurders (CEO's) bekend dat die in de praktijk weinig samenhangen met de bedrijfsresultaten en dat ze zelfverrijking ten koste van het bedrijf in de hand werken.
Al deze inzichten zijn niet zo nieuw. De in de laatste 20 (30?) jaar in het bedrijfsleven sterk gegroeide populariteit van prestatiebeloning was al niet goed met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek in overeenstemming te brengen. Sterker: hij ging daar dwars tegen in. Maar ja, er zijn van die sociale ontwikkelingen (zeepbellen!) die eerst een tijd door moeten woekeren voor men weer bij zinnen komt.
Dat laatste is nu gelukkig gebeurd bij de ING. Vorig jaar was al overtuigend uit een representatieve enquête gebleken dat de meerderheid van het personeel van de bonussen af wilde. Dat bevestigt dat bonussen tot ontevredenheid bij het personeel leiden.
Eerder hadden de topbestuurders van de ING al van hun bonussen afgezien. Maar dat geldt als ik het goed heb onthouden alleen voor zolang het bedrijf nog staatssteun krijgt. Het goede voorbeeld zou nu zijn dat die laatste voorwaarde vervalt. Kom maar meteen volledig bij zinnen.
ING Bank schaft bonus voor Nederlandse werknemers af | Het Financieele Dagblad
Teken het Manifest van Krugman en Layard!
Hier is de mogelijkheid om het manifest van Paul Krugman en Richard Layard te ondertekenen. Zie de link. Als je ook vindt dat de huidige crisis verkeerd wordt aangepakt en dat veel mensen daar onnodig onder moeten lijden, teken dan het manifest! En stuur dit bericht door aan anderen.
A Manifesto for Economic Sense:
'via Blog this'
A Manifesto for Economic Sense:
'via Blog this'
De crisis als praktijkvoorbeeld van de moeilijkheid om ongelijk te bekennen
De crisis heeft aangetoond dat veel economische raadgevers het bij het verkeerde eind hebben gehad. Paul Krugman haalt Brad DeLong aan (zie de link hierbeneden):
Doubling Down - NYTimes.com:
'via Blog this'
Degenen die zeiden dat er geen neergang zou zijn, of dat het herstel snel zou komen, of dat de werkelijke problemen van de economie structureel van aard waren, of dat het stimuleren van de economie tot inflatie zou leiden (of hoge korte-termijn rentes), of dat onmiddelijke overheidsbezuinigingen de economie zouden doen groeien, zaten verkeerd. Niet een beetje verkeerd. Volledig verkeerd.
Natuurlijk zijn wij als historisch georiënteerde economen niet verbaasd dat ze verkeerd zaten. We zijn echter verbaasd hoe weinig van hen hun overtuigingen op een of andere manier hebben bijgesteld. Integendeel, veel van hen, met hun reputatie bedreigd, hebben zich vastgeklampt aan hun overtuigingen, kennelijk in de hoop dat alles zal overwaaien en dat mensen daardoor hun beroerde prestaties in het voorspellen zullen vergeten.Krugman voegt daar aan toe dat de crisis een praktiijvoorbeeld oplevert van hoe mensen met de geschiedenis kunnen omgaan en van de onaangename kanten van de menselijke natuur.
Doubling Down - NYTimes.com:
'via Blog this'
woensdag 27 juni 2012
Een manifest voor economisch verstandig beleid - Paul Krugman en Richard Layard
Paul Krugman en Richard Layard publiceren in de Financial Times een Manifest voor een verstandig economisch beleid. Zie de link hieronder. Mij lijkt dit een belangrijke, ja, historische gebeurtenis. Ze leggen uit: (1) wat de oorzaken van de crisis zijn, (2) wat de aard van de crisis is, (3) wat het juiste antwoord is, (4) welke grote vergissing er nu gemaakt wordt, (5) waarom het vertrouwensargument niet deugt, en (6) waarom het argument niet deugt dat de oorzaken structureel zijn. Ze besluiten met:
'via Blog this'
Als gevolg van hun verkeerde ideeën leggen veel westerse beleidsmakers een geweldig lijden aan hun volkeren op. Maar de ideeën die ze aanhangen over hoe met recessies om te gaan, werden na de rampen van de jaren 30 al door bijna alle economen verworpen. Het is tragisch dat nu de oude ideeën weer wortel hebben geschoten.
De beste beleidsmaatregelen zullen per land verschillen en zullen discussie vereisen. Maar ze moeten gebaseerd zijn op een juiste analyse van het probleem. Wij roepen daarom alle economen en anderen die instemmen met de strekking van dit manifest op om hun instemming online te registreren en publiekelijk te pleiten voor een betere benadering. De hele wereld lijdt schade als mannen en vrouwen zwijgen over wat ze weten dat verkeerd is.A manifesto for economic sense - FT.com:
'via Blog this'
De elite vindt hoge werkloosheid geen urgent probleem - Mark Thoma
In vervolg op het vorige bericht: Mark Thoma vraagt zich in The Fiscal Times af waarom de hoge werkloosheid in de Verenigde Staten en in veel Europese landen niet veel meer als een hoogst urgent probleem wordt gezien. Zie de link onderaan dit bericht. Waarom domineren in plaats daarvan zorgen over de inflatie en het terugbetalen van schulden de discussies? Welnu:
The Growing Unemployed: A Case of Benign Neglect:
'via Blog this'
de toegenomen concentratie van politieke macht aan de top van de inkomensverdeling verschaft een groot deel van het antwoord.Hij besluit met:
Als we praten over een gelijk speelveld voor iedereen, hebben we het meestal over economische kansen. Maar het gelijke speelveld in de politiek is net zo belangrijk. In het verleden zorgde de vakbeweging voor een machtige stem in de politieke arena. Maar vakbonden zijn nagenoeg van het toneel verdwenen, werknemers achterlatend met weinig georganiseerde politieke macht. Het corrigeren van deze politieke onevenwichtigheid die daardoor is ontstaan, door de hernieuwde politieke empowerment van de werkende klasse moet deel zijn van elke poging om ons antwoord op ernstige recessies te verbeteren.Thoma zal vooral denken aan de toestand in de Verenigde Staten. Maar dit geldt natuurlijk ook voor Europa, en misschien wel vooral voor Nederland, waar de vakbeweging door onderling gedoe nagenoeg onzichtbaar is geworden.
The Growing Unemployed: A Case of Benign Neglect:
'via Blog this'
Is een coöperatieve economie een alternatief voor het kapitalisme? Nogmaals de Mondragon coöperaties
Richard Wolff van de Guardian heeft een bezoek gebracht aan de Mondragon Coöperatie in het Spaanse Baskenland. Zie de link onderaan dit bericht. Ik besteedde eerder aandacht aan de Mondragon Coöperatie in dit bericht en dit bericht.
De Mondragon Coöperatie (MC) bestaat uit een groot aantal coöperatieve ondernemingen verspreid over vier bedrijfstakken: industrie, financiën, detailhandel en kennis. Zie ook rechts het plaatje. De werknemers zijn lid van de coöperatie en dus samen eigenaar. Alle coöperaties samen vormen de MC, met in totaal zo'n 85000 werknemers/eigenaars. Er zijn 77 buitenlandse ondernemingen bij aangesloten. De MC is een van de tien grootste ondernemingen van Spanje. De leden van een coöperatie kiezen de directeuren. En ze stellen de beloningsstructuur vast. In de MC hebben ze ingezien dat er beloningsverschillen nodig zijn. Maar tot nu toe verdient de meest verdienende directeur niet meer dan 6,5 maal zoveel als de minstverdienende. (In een Amerikaanse onderneming verdient de CEO 400 maal meer dan het gemiddelde salaris.)
Is het succes van de Mondragon Coöperatie een aanwijzing dat een coöperatieve economie een levensvatbaar, en beter, alternatief is voor het kapitalistische stelsel? Dat zou kunnen. Het meest opvallende verschil met dat kapitalistische stelsel lijkt mij te zijn dat een coöperatieve economie veel meer gericht is op volledige werkgelegenheid. Je ziet dat aan de MC, want die heeft zichzelf als een heterogeen conglomeraat georganiseerd waardoor werknemers die in de ene coöperatie, eventueel tijdelijk, overbodig zijn met een grote kans in een andere te werk kunnen worden gesteld. Die constructie vloeit als vanzelfsprekend voort uit het belang van de werknemers/eigenaars: ze hechten uiteraard grote waarde aan werkzekerheid. En de diversificatie binnen de MC creëert de flexibiliteit om die werkzekerheid tot stand te brengen.
Nu kun je daar tegenin brengen dat ook de noodzaak om te moeten concurreren met andere, kapitalistische, bedrijven er voor zorgt dat de MC de prikkel heeft om die flexibiliteit te garanderen. Dus zou je kunnen denken dat een coöperatief conglomeraat toch dat kapitalistische stelsel als omgeving nodig heeft om efficiënt te kunnen zijn. Maar in een coöperatieve economie is die concurrentie er natuurlijk ook, maar dan tussen coöperatieve conglomeraten. Het gaat niet om wel of geen concurrentie, maar hoe je de concurrentie organiseert.
Daartegenover staat dat een kapitalistische economie niet op deze manier, als vanzelf, georiënteerd is op volledige werkgelegenheid. Het winstmotief domineert en dat betekent dat de belangen van de aandeelhouders, of algemener van de kapitaalverschaffers/vermogenden, de beslissingen op het niveau van de bedrijven bepalen. Nu zijn wij met zijn allen, zoals in de vorm van pensioenfondsen, natuurlijk ook kapitaalverschaffers. Maar de beslissingsstructuur is niet zodanig ingericht dat wij als betalers van pensioenpremies volledige werkgelegenheid kunnen afdwingen. Of zelfs dat zouden willen!
Het verwaarlozen van het doel van de volledige werkgelegenheid in een kapitalistische economie blijkt er ook al uit dat dat dat doel "gemakshalve" is neergelegd bij de overheid. Er van uitgaande dat de overheid in staat is om dat kapitalisme voldoende bij te sturen. Maar dat blijkt een lange omweg te zijn over hobbelige wegen. Want het veronderstelt dat kiezers voldoende inzicht hebben in die noodzaak van overheidsbijsturing. En het veronderstelt dat de overheid zich kan onttrekken aan de beïnvloeding en de druk van die partijen die het meest gebaat zijn bij dat kapitalistische stelsel en de ongelijkheid en de zelfverrijkingsmogelijkheden die er mee samen gaan.
Op het ogenblik zien we vooral dat aan die voorwaarden niet is voldaan. De belangen van de kredietverschaffers en de schuldeisers worden vele malen beter behartigd dan de belangen van de beroepsbevolking bij volledige werkgelegenheid. De politieke en economische elite vindt het geen probleem om de werkloosheidscijfers langdurig hoog te laten oplopen.
Dat is misschien wel het "wezenskenmerk" van het kapitalistische stelsel: werkgelegenheid is slechts een middel om iets anders te bereiken. Dat pleit er erg voor om toch maar eens goed na te denken over dat alternatief van de coöperatieve economie.
Yes, there is an alternative to capitalism: Mondragon shows the way | Richard Wolff | Comment is free | guardian.co.uk:
'via Blog this'
Is het succes van de Mondragon Coöperatie een aanwijzing dat een coöperatieve economie een levensvatbaar, en beter, alternatief is voor het kapitalistische stelsel? Dat zou kunnen. Het meest opvallende verschil met dat kapitalistische stelsel lijkt mij te zijn dat een coöperatieve economie veel meer gericht is op volledige werkgelegenheid. Je ziet dat aan de MC, want die heeft zichzelf als een heterogeen conglomeraat georganiseerd waardoor werknemers die in de ene coöperatie, eventueel tijdelijk, overbodig zijn met een grote kans in een andere te werk kunnen worden gesteld. Die constructie vloeit als vanzelfsprekend voort uit het belang van de werknemers/eigenaars: ze hechten uiteraard grote waarde aan werkzekerheid. En de diversificatie binnen de MC creëert de flexibiliteit om die werkzekerheid tot stand te brengen.
Nu kun je daar tegenin brengen dat ook de noodzaak om te moeten concurreren met andere, kapitalistische, bedrijven er voor zorgt dat de MC de prikkel heeft om die flexibiliteit te garanderen. Dus zou je kunnen denken dat een coöperatief conglomeraat toch dat kapitalistische stelsel als omgeving nodig heeft om efficiënt te kunnen zijn. Maar in een coöperatieve economie is die concurrentie er natuurlijk ook, maar dan tussen coöperatieve conglomeraten. Het gaat niet om wel of geen concurrentie, maar hoe je de concurrentie organiseert.
Daartegenover staat dat een kapitalistische economie niet op deze manier, als vanzelf, georiënteerd is op volledige werkgelegenheid. Het winstmotief domineert en dat betekent dat de belangen van de aandeelhouders, of algemener van de kapitaalverschaffers/vermogenden, de beslissingen op het niveau van de bedrijven bepalen. Nu zijn wij met zijn allen, zoals in de vorm van pensioenfondsen, natuurlijk ook kapitaalverschaffers. Maar de beslissingsstructuur is niet zodanig ingericht dat wij als betalers van pensioenpremies volledige werkgelegenheid kunnen afdwingen. Of zelfs dat zouden willen!
Het verwaarlozen van het doel van de volledige werkgelegenheid in een kapitalistische economie blijkt er ook al uit dat dat dat doel "gemakshalve" is neergelegd bij de overheid. Er van uitgaande dat de overheid in staat is om dat kapitalisme voldoende bij te sturen. Maar dat blijkt een lange omweg te zijn over hobbelige wegen. Want het veronderstelt dat kiezers voldoende inzicht hebben in die noodzaak van overheidsbijsturing. En het veronderstelt dat de overheid zich kan onttrekken aan de beïnvloeding en de druk van die partijen die het meest gebaat zijn bij dat kapitalistische stelsel en de ongelijkheid en de zelfverrijkingsmogelijkheden die er mee samen gaan.
Op het ogenblik zien we vooral dat aan die voorwaarden niet is voldaan. De belangen van de kredietverschaffers en de schuldeisers worden vele malen beter behartigd dan de belangen van de beroepsbevolking bij volledige werkgelegenheid. De politieke en economische elite vindt het geen probleem om de werkloosheidscijfers langdurig hoog te laten oplopen.
Dat is misschien wel het "wezenskenmerk" van het kapitalistische stelsel: werkgelegenheid is slechts een middel om iets anders te bereiken. Dat pleit er erg voor om toch maar eens goed na te denken over dat alternatief van de coöperatieve economie.
Yes, there is an alternative to capitalism: Mondragon shows the way | Richard Wolff | Comment is free | guardian.co.uk:
'via Blog this'
dinsdag 26 juni 2012
Financiële wereld: Belast ons!
In vervolg op dit bericht van gisteren en via Huffington Post: 51 financiële experts, werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector, roepen in een open brief gericht aan de landen van de G20 en de Europese leiders op om financiële transacties te belasten. Zie het bericht hieronder. Kijk ook naar de indrukwekkende lijst met namen. In mijn vertaling:
Als personen met kennis uit de eerste hand van en een schat aan ervaring in de financiële sector dringen we er bij u op aan om een kleine belasting op financiële transacties te introduceren. Deze belasting zal de financiële markten weer in evenwicht brengen door de korte-termijn handelsmentaliteit terug te dringen, die heeft bijgedragen aan de instabiliteit van onze financiële markten. Ook kan het een belangrijke bron van inkomsten zijn.
In de laatste tientallen jaren is de activiteit op de financiële markten geweldig toegenomen, met een waarde van de transacties die nu zeventig keer groter is dan die van de echte wereldeconomie. De primaire rol van de financiële sector is om investering te bevorderen, kapitaal efficiënt te alloceren en risico te verminderen. Maar veel van de huidige financiële activiteit draagt niet aan deze doelen bij. (...)
Er zijn zorgen geuit dat de financiële transactie-belasting slecht zou zijn voor de economische groei. Maar de aanwijzingen groeien dat het effect er van positief zou zijn, door wispelturigheid te verminderen en hoognodige inkomsten te genereren. Criticasters hebben ook ten onrechte het volume van de handel geassocieerd met efficiëntie-verhogende liquiditeit en ze hebben er niet voldoende rekening mee gehouden dat de veerkracht van de markt en het vertrouwen ondermijnd worden in een wereld waar zeer korte-termijnhandel het financiële systeem domineert. Zoals veel vooraanstaande economen al hebben gezegd, zal een bescheiden transactiebelasting in feite het functioneren van de markten verbeteren.
Financiële transactiebelastingen hebben reeds bewezen effectief te zijn. Tal van landen, waaronder die met sterk ontwikkelde en snel groeiende markten, zoals het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Hong Kong, Singapore, Zwitserland en India, hebben op het ogenblik al vormen van een financiële transactiebelasting, die miljarden dollars per jaar opbrengen. Nieuwe financiële transactiebelastingen, of ze nu overeengekomen worden door de G20, de Europese Unie of door individuele landen, openen een reële mogelijkheid om de financiële sector te herstellen in zijn eigenlijke rol, terwijl ze hoge opbrengsten creëren voor mensen in urgente nood zowel in het binnenland als in de armste landen. Wij geloven dat dit een kans is die niet gemist moet worden.Letter From Financial Industry Professionals in Support of Financial Transaction Taxes - IPS
maandag 25 juni 2012
Het wordt nu wel tijd om de financiële sector eens goed te begrijpen - Dirk Bezemer
We zitten midden in een economische crisis die is veroorzaakt door een extreme uitdijing van de financiële sector (en door een riskant experiment met een muntunie in Europa). De vorige grote crisis, die van de jaren dertig van de vorige eeuw, werd eveneens voorafgegaan door een uitdijing van de financiële sector. En daartussen in en daarvoor waren er allerlei kleinere crisissen die vaak ook hun oorsprong vonden in ontwikkelingen in de financiële sector. Wordt het niet hoog tijd dat we de aard en de rol van die sector in het economisch leven nu eens goed uitzoeken?
Die vraag wint sterk aan urgentie als je, zoals ik nu gedaan heb, dit paper van Dirk Bezemer gelezen hebt. Ik heb er eerder bij stilgestaan (zie hier). Ik heb het, zoals aangekondigd, bestudeerd en ben er van onder de indruk. Zonder te pretenderen dat ik alle details volledig begrijp, zou ik het wel heel veel mensen willen aanraden om het te lezen. In het kader daarvan hieronder een deel van de samenvatting en afsluitende opmerkingen.
De kern van zijn betoog, dat de financiële sector de economische groei kan bevorderen, maar ook economische crisissen kan veroorzaken, lijkt me niet (meer) controversieel. De oorzaak daar van ligt er in dat er enerzijds kredietverlening bestaat die de werkelijke economie, die van goederen en diensten, ondersteunt, maar anderzijds ook krediet dat de prijzen voor financiële producten en bezittingen (zoals onroerend goed) opblaast. (Toch blijft het verbazend dat in de standaard macro-economische modellen die tweede vorm wordt verwaarloosd. Maar dat is een ander verhaal.)
De eerste vorm van kredietverlening gaat hand in hand met de groei van de economie. De verhouding tussen schuld en bruto nationaal product (BBP) neemt er niet door toe. Maar de tweede vorm van krediet verhoogt de schuldenlast als proportie van het BBP. Als dat financiële transacties goedkoper maakt, kan dat ook de echte economie helpen. Maar, en ik citeer nu de samenvatting van het paper (vertaling en links van mij):
Die vraag wint sterk aan urgentie als je, zoals ik nu gedaan heb, dit paper van Dirk Bezemer gelezen hebt. Ik heb er eerder bij stilgestaan (zie hier). Ik heb het, zoals aangekondigd, bestudeerd en ben er van onder de indruk. Zonder te pretenderen dat ik alle details volledig begrijp, zou ik het wel heel veel mensen willen aanraden om het te lezen. In het kader daarvan hieronder een deel van de samenvatting en afsluitende opmerkingen.
De kern van zijn betoog, dat de financiële sector de economische groei kan bevorderen, maar ook economische crisissen kan veroorzaken, lijkt me niet (meer) controversieel. De oorzaak daar van ligt er in dat er enerzijds kredietverlening bestaat die de werkelijke economie, die van goederen en diensten, ondersteunt, maar anderzijds ook krediet dat de prijzen voor financiële producten en bezittingen (zoals onroerend goed) opblaast. (Toch blijft het verbazend dat in de standaard macro-economische modellen die tweede vorm wordt verwaarloosd. Maar dat is een ander verhaal.)
De eerste vorm van kredietverlening gaat hand in hand met de groei van de economie. De verhouding tussen schuld en bruto nationaal product (BBP) neemt er niet door toe. Maar de tweede vorm van krediet verhoogt de schuldenlast als proportie van het BBP. Als dat financiële transacties goedkoper maakt, kan dat ook de echte economie helpen. Maar, en ik citeer nu de samenvatting van het paper (vertaling en links van mij):
als het verder dan dat gaat, leidt het tot opgeblazen financiële markten, met een aantal slechte gevolgen voor de echte economie: stijgende kosten door hoge waarden van activa, toenemende ongelijkheid, en toenemende onzekerheid door financiële kwetsbaarheid. Doordat de waardestijging van activa en toename van consumptief krediet de investeringen en de groei van lonen gaan vervangen als aanjagers van groei, gaat de economie zich meer richten op vermogensaanwas dan op winst. Dit alles doordringende proces van financialisering heeft een sterke invloed op zowel de particuliere als de publieke sector, het verandert alles (huizen, ondernemingen, pensioenen, voedsel) in activa te verhandelen voor speculatieve doeleinden, het oefent een meedogenloze en onophoudelijke druk uit om te dereguleren en voorzover het wetgeving en controle niet gewoon uit de weg ruimt, nodigt het uit tot wijdverbreide fraude en corruptie en ondermijnt het het openbaar bestuur en de private normen. Helaas is het teveel uitdijen van dit financiële sector krediet, met al die bijbehorende gevolgen, ingebouwd in het systeem door de aard van het geld, van het bankieren en van het samengestelde interest. Dat is waardoor financiële deregulering tot booms en busts leidt. Buitensporige groei van dit tweede soort van kredietverlening aan de financiële en de vastgoedsector is de directe oorzaak van financiële crisissen; gebrek aan publieke regulering is de uiteindelijke oorzaak.(...)
De financiële sector is ten opzichte van de echte economie een schuldeiser (geworden) en absorbeert een onophoudelijke stroom van geld in de vorm van rentebetalingen en financiële honoraria, die anders een effectieve vraag was geweest naar goederen en diensten, waardoor economische groei was bevorderd. Dat zou te rechtvaardigen zijn geweest als het groei op andere manieren zou bevorderen, maar niet als het alleen maar prijzen van activa opdrijft.
De financiële deregulering heeft het mogelijk gemaakt dat de niet-bancaire financiële sector van de Verenigde Staten nu ongeveer drie keer zo groot is als in de jaren 80 (nog groter met andere standaarden) en dus zijn de claims op de echte economie drie keer groter dan een kwart eeuw geleden. Vrijwel hetzelfde patroon deed zich voor in veel andere landen van de OECD. Dit is onhoudbaar, maar het huidige beleid is er eerder op gericht om de financiële sector te ondersteunen dan de echte economie te helpen. In plaats daarvan hebben we een beleid nodig dat de financiële sector terugdringt: we moeten fiscale prikkels en constructies om schulden te vergroten beteugelen, het in de boeken houden van leningen aanmoedigen of afdwingen, financiële producten voor huishoudens vereenvoudigen en publieke verzekering afschermen van casino-achtige handel. We moeten het schuldenniveau terugbrengen.
Met huishoudens, ondernemingen en overheden die hun schulden terugdringen is dit deels al aan de gang, op veel plaatsen onder druk van de bezuinigingspolitiek. Maar terwijl dat individueel gezien rationeel is, is dit soort schuldterugdringing het laatste wat we nodig hebben om de economie weer te laten groeien. Het kader dat in dit paper gepresenteerd is wijst op de noodzaak om de FIRE (Finance, Insurance and Real Estate) sector te reduceren, niet het krediet dat de echte economie ondersteunt. Die reductie vereist vooral regulering, niet alleen maar het terugbrengen van schulden over de hele linie.
Het is niet overdreven moeilijk om beleid te bedenken dat de weg vrijmaakt voor hernieuwde financiële houdbaarheid. "Primitieve" economieën als die van Sumerië, Babylonië, Israel en Rome deden het duizenden jaren geleden al. Toegegeven, onze situatie is nu complexer omdat de meeste schulden bij private partijen liggen, zodat het publiek herstructureren van schulden rekening moet houden met een reeks van (vaak machtige) schuldeisers in plaats van met alleen de staat (...). Maar zulke hervormingen worden nu tegengehouden door wetenschappelijke modellen en beleidsanalyses met een blinde vlek voor schulden en de gevolgen er van, door een machtige financiële lobby en door het taaie idee (als gevolg van beide) dat we voor onze economische overleving afhankelijk zijn van de financiële sector met zijn hele hebben en houwen. Dat is een vergissing. Sommige kredietstromen helpen de economie; maar andere kunnen hem tegenwerken en dat hebben ze gedaan. We moeten de sector hervormen om de eerste te versterken en de tweede in te tomen.
Toen Klassieke liberalen als John Stuart Mill over de vrije markt schreven, hadden ze niet een vrijheid-voor-iedereen markt op het oog, maar een economie die vrij was van de last van de belangen van "renteniers" (...). De paradox is dat deze vrijheid - vrij zijn van schuldenlasten en hoge prijzen van activa; de vrijheid voor ondernemingen en huishoudens om andere motieven dan het financiële, speculatieve motief belangrijker te vinden - een sterke en competente overheid nodig heeft, die de financiële sector reguleert en optuigt voor groei en welvaart. Voor hoog gefinancialiseerde economieën als de onze zijn de woorden van Goethe geschreven in 1802 meer dan ooit van toepassing: minder is meer, en geen vrijheid zonder wetten.Bij die "renteniers" ware te denken aan (en ik citeer Paul Krugman):
degenen die veel inkomen ontlenen aan activa, die in het verleden grote sommen geld hebben uitgeleend, vaak onverstandig, maar nu ten koste van anderen beschermd worden.
zondag 24 juni 2012
Over de voordelen van het niet als een econoom denken - Peter Dorman
Peter Dorman, die druk is met het schrijven van een rapport over kinderarbeid voor de ILO (International Labor Organization), legt uit hoe een econoom denkt over toelagen aan gezinnen met kinderen die uitgekeerd worden onder de voorwaarde dat die kinderen naar school gaan of medische checkups krijgen. Een econoom zou die voorwaarde afwijzen, want een gewone overdracht van geld zou het nut van die gezinnen meer vergroten. Immers: hoe meer keuzevrijheid, hoe beter. Zie de link onderaan dit bericht.
Maar als je geen econoom bent, dan weet je dat nutsmaximalisering een wel heel gebrekkige weergave is van hoe mensen handelen. Het meeste gedrag is normgeleid. En die uitkering onder voorwaarden is een interventie die bedoeld is om normen over opleiding en gezondheidszorg te beïnvloeden. En beïnvloeding van normen, dat doe je als overheid onvermijdelijk. En het is dus belangrijk om het in de goede richting te doen.
Maar als je geen econoom bent, dan weet je dat nutsmaximalisering een wel heel gebrekkige weergave is van hoe mensen handelen. Het meeste gedrag is normgeleid. En die uitkering onder voorwaarden is een interventie die bedoeld is om normen over opleiding en gezondheidszorg te beïnvloeden. En beïnvloeding van normen, dat doe je als overheid onvermijdelijk. En het is dus belangrijk om het in de goede richting te doen.
Deze dingen zijn veel, veel gemakkelijker te begrijpen als je niet "als een econoom denkt".EconoSpeak: The Reflexive Libertarianism of Mainstream Economi...: I haven’t been blogging at all in the last few weeks, and I shouldn’t be now, because I am racing deadlines to complete work on a forthcomi...
De actualiteit van De druiven der gramschap - Yde van der Burgh
Yde van der Burgh heeft The Grapes of Wrath uit 1939 van John Steinbeck gelezen, de roman bij uitstek over de Grote Depressie van de jaren dertig in Amerika. Hij geeft een mooi verslag daarvan en staat stil bij de actualiteit van het boek. Helaas kan dat. Zie de link onderaan dit bericht.
Ik keek nog even hier en vond dit citaat van Steinbeck toen hij bezig was het boek te schrijven:
'2012': Welcome, grapes of wrath!:
'via Blog this'
Ik keek nog even hier en vond dit citaat van Steinbeck toen hij bezig was het boek te schrijven:
I want to put a tag of shame on the greedy bastards who are responsible for this (the Great Depression and its effects).Ik moet het boek, in de vertaling (De druiven der gramschap) die ik uit de dorpsbibliotheek geleend had, ergens rond mijn 18e hebben gelezen. En ik herinner me de geweldige indruk die het op me maakte. Pijnlijk dat het boek nu weer zo actueel is.
'2012': Welcome, grapes of wrath!:
'via Blog this'
Muziek voor de zondagochtend _ Ian Maksin speelt Mieczyslaw Weinberg Cello Sonata. Finale-Allegro.
De Pools-Russische componist Mieczyslaw Weinberg (1919-1996) was bevriend met Shostakovich, door wie hij bewonderd werd. Maar zijn werk is lang nagenoeg vergeten geweest. Daar is gelukkig al weer een tijd verandering in gekomen. Eind vorig jaar was er in Utrecht het Weinberg Festival. Hier kun je het programmaboekje van dat festival doorbladeren. Een geweldige CD vind ik die waarop Dimitri Yablonsky en Hsin-Ni Liu de cellosonates uitvoeren (NAXOS).
Maar hier speelt Ian Maksin de prachtige, opgejaagde Finale van de solo cellosonate Nr. 1, opus 70. Daar kun je niet om heen.
Maar hier speelt Ian Maksin de prachtige, opgejaagde Finale van de solo cellosonate Nr. 1, opus 70. Daar kun je niet om heen.
vrijdag 22 juni 2012
Hoe kunnen gewone mensen tot zoiets komen? Het geval-Speer
Onder het label Hitler-bewind (zie de rechterkolom) heb ik aan de hand van Ian Kershaw en Sebastian Haffner geprobeerd om inzicht te krijgen in hoe een nationale statushiërarchie als die van het Hitler-bewind kan ontstaan. Zie o.a. hier. Er moet een obsessieve narcist zijn, maar die zijn er altijd wel. Het wordt pas gevaarlijk als zo iemand in staat is om voldoende gewelddadige types aan zich te binden. Een zeker reservoir aan zulke types is ook altijd wel aanwezig. Het zijn, zeg maar, de schurken waarmee Hitler zich omringde (Goebbels, Heydrich, Himmler, Bormann en anderen). Op die manier ontstaat een intimidatie-apparaat dat bij nog weer anderen ontzag weet af te dwingen en voor het overige zoveel angst weet aan te jagen dat openlijk verzet niet uitbreekt. Men is onder de indruk of men is bang.
Maar er zijn er ook die niet door schurkachtigheid of ontzag zich bij de nieuwe machthebbers aansluiten, maar die, zo lijkt het, als gewone, "nette" mensen de mogelijkheden benutten die de nieuwe statushiërarchie hen biedt. Zo iemand was (waarschijnlijk) Albert Speer. Als er zich een allesoverheersende statushiërarchie aandient, dan wil je, als je ambitieus bent, daarin opklimmen.
En Speer was ambitieus. Hij werd Hitlers "hofarchitect" (en vertrouweling) en in de laatste fase van de oorlog de minister van Bewapening en Munitie. Toen bleek zijn organisatietalent. Daardoor is hij er waarschijnlijk voor verantwoordelijk geweest dat de Tweede Wereldoorlog een jaar langer heeft geduurd dan anders het geval was geweest. Maar ook in die laatste fase negeerde hij Hitlers bevelen, die er op neerkwamen dat met hem (Hitler) ook het hele Duitse volk de afgrond in gesleurd moest worden. Na de oorlog werd hij in de Neurenbergse processen tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld, vooral vanwege het feit dat onder zijn leiding een miljoen dwangarbeiders uit de bezette gebieden in de wapenindustrie te werk werden gesteld. In 1966 kwam hij vrij. Mede omdat hij schuld bekende, werd hij wel gezien als de "nette nazi".
Hoe kon het dat iemand die niet als schurkachtig bekend stond, zo hoog opklom in die vreselijke vernietigingsmachine van het nazi-bewind? Speer zelf heeft altijd volgehouden dat hij niet van de gruweldaden op de hoogte was. Maar dat kan haast niet het geval zijn geweest. (Zie verder wat Wikipedia te melden heeft.)
Het geval-Speer is intrigerend. Het lijkt er op dat je er veel van zou kunnen leren om te voorkomen dat gewone mensen zich bij zulke collectieve wandaden aansluiten. Ik ben al een paar dagen zo nu en dan aan het lezen in het boek Onbeantwoordbare vragen. Gesprekken met Albert Speer van Joachim Fest. Het boek, in 2006 in het Nederlands vertaald, doet verslag van de gesprekken die Fest en de uitgever Siedler tussen 1967 en 1981 met Speer voerden, toen die zijn boek Erinnerungen schreef.
Fest en Siedler probeerden herhaaldelijk om Speer tot duidelijkheid te bewegen over hoe hij de keuzes gemaakt kon hebben zoals hij ze gemaakt had. Maar Speer bleef steken in nogal clichématige schuldbekentenissen. Op p. 137 roept Siedler in wanhoop uit:
Het gebeurde niet in het geheim, maar open en bloot. De meeste Duitsers wachtten machteloos af tot het voorbij was, sommigen hielpen Joden, maar velen deden ook actief mee.
Wat deed Speer? En wat vond hij er van? Het was Fest en Siedler opgevallen dat hij er niets over geschreven had. Ze vroegen hem of hij er geen aandacht aan moest besteden (p. 104).
Maar er zijn er ook die niet door schurkachtigheid of ontzag zich bij de nieuwe machthebbers aansluiten, maar die, zo lijkt het, als gewone, "nette" mensen de mogelijkheden benutten die de nieuwe statushiërarchie hen biedt. Zo iemand was (waarschijnlijk) Albert Speer. Als er zich een allesoverheersende statushiërarchie aandient, dan wil je, als je ambitieus bent, daarin opklimmen.
En Speer was ambitieus. Hij werd Hitlers "hofarchitect" (en vertrouweling) en in de laatste fase van de oorlog de minister van Bewapening en Munitie. Toen bleek zijn organisatietalent. Daardoor is hij er waarschijnlijk voor verantwoordelijk geweest dat de Tweede Wereldoorlog een jaar langer heeft geduurd dan anders het geval was geweest. Maar ook in die laatste fase negeerde hij Hitlers bevelen, die er op neerkwamen dat met hem (Hitler) ook het hele Duitse volk de afgrond in gesleurd moest worden. Na de oorlog werd hij in de Neurenbergse processen tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld, vooral vanwege het feit dat onder zijn leiding een miljoen dwangarbeiders uit de bezette gebieden in de wapenindustrie te werk werden gesteld. In 1966 kwam hij vrij. Mede omdat hij schuld bekende, werd hij wel gezien als de "nette nazi".
Hoe kon het dat iemand die niet als schurkachtig bekend stond, zo hoog opklom in die vreselijke vernietigingsmachine van het nazi-bewind? Speer zelf heeft altijd volgehouden dat hij niet van de gruweldaden op de hoogte was. Maar dat kan haast niet het geval zijn geweest. (Zie verder wat Wikipedia te melden heeft.)
Het geval-Speer is intrigerend. Het lijkt er op dat je er veel van zou kunnen leren om te voorkomen dat gewone mensen zich bij zulke collectieve wandaden aansluiten. Ik ben al een paar dagen zo nu en dan aan het lezen in het boek Onbeantwoordbare vragen. Gesprekken met Albert Speer van Joachim Fest. Het boek, in 2006 in het Nederlands vertaald, doet verslag van de gesprekken die Fest en de uitgever Siedler tussen 1967 en 1981 met Speer voerden, toen die zijn boek Erinnerungen schreef.
Fest en Siedler probeerden herhaaldelijk om Speer tot duidelijkheid te bewegen over hoe hij de keuzes gemaakt kon hebben zoals hij ze gemaakt had. Maar Speer bleef steken in nogal clichématige schuldbekentenissen. Op p. 137 roept Siedler in wanhoop uit:
Daarmee brengt hij geen doden weer tot leven. Hij snapt nog steeds niet dat alles er op gericht moet zijn processen inzichtelijk te maken, de mechanismen van het falen, van jezelf voor de gek houden, van morele verdoving, inschikkelijkheid, enzovoorts. In plaats daarvan zegt hij elke keer weer dat hij zoveel spijt heeft van alles.Speer, hoewel a-politiek, was al in 1931 lid geworden van de nazi-partij, nadat hij een redevoering van Hitler had bijgewoond, waarvan hij onder de indruk was. Hij heeft dus de opkomst van het nazisme in de jaren dertig als aanhanger meegemaakt. Het was een tijd van groeiend geweld en intimidatie. Had hij nooit gedacht: waar ben ik aan begonnen? Een aanleiding daar toe kon de pogromnacht (Kristall-nacht) van 9 op 10 november 1938 geweest zijn. In heel Duitsland werden Joden aangevallen, synagogen werden in brand gestoken en duizenden winkels en bedrijven van Joden werden vernield. Het werd de brandweer verboden om uit te rukken. De politie greep niet in. 92 Joden werden vermoord.
Het gebeurde niet in het geheim, maar open en bloot. De meeste Duitsers wachtten machteloos af tot het voorbij was, sommigen hielpen Joden, maar velen deden ook actief mee.
Wat deed Speer? En wat vond hij er van? Het was Fest en Siedler opgevallen dat hij er niets over geschreven had. Ze vroegen hem of hij er geen aandacht aan moest besteden (p. 104).
hij moest toch ontzet zijn geweest dat hij midden in vredestijd en in een beschaafd land werd geconfronteerd met een min of meer door de staat of de staatspartij geïnitieerde, op een burgeroorlog lijkende actie. Wat had hij gezien? En gevoeld? En gedacht? Welke conclusies had hij getrokken? Blijkbaar geen.Zijn antwoord komt er op neer dat hij het zich niet herinnerde (p. 105):
Hij had een keer kunnen reconstrueren, zei hij, dat hij op de ochtend (...) na de Kristallnacht langs de synagoge in Fasanenstrasse moest zijn gekomen, in elk geval had die op zijn route gelegen. Maar met de beste wil van de wereld kon hij er verder niets over zeggen, verzekerde hij ons telkens weer.Fest en Siedler vroegen hem om toch te beschrijven (p. 107):
wat hij had beleefd en waarom de gebeurtenis, net als andere van willekeur getuigende acties van het regime, hem zo weinig had gedaan. Was het kilte of onverschilligheid geweest, of had hij zich met het oog op de terreur die het regime uitoefende gedeisd willen houden? Of had hij misschien wel zonder voorbehoud de kant van de 'terroristen' gekozen?Speer wist het niet (p. 104):
"Het antwoord op de vraag waarom ik loyaal bleef aan een regime dat dergelijke gruwelijkheden niet alleen toeliet maar ook initieerde, is precies het antwoord waar ik al jaren naar zoek."Hoe kunnen gewone mensen, nog altijd aannemend dat Speer "gewoon" was, in ieder geval niet een psychopathische narcist of ander soort schurk, tot zulk gedrag komen? Misschien willen we het onmogelijke als we dat willen doorgronden. We nemen te gemakkelijk aan dat er bewuste afwegingen en keuzes aan ten grondslag hebben gelegen. Dat er over is nagedacht. En als je ergens over hebt nagedacht, dan kun je achteraf ook vertellen wat je gedachten waren en hoe je tot een keuze bent gekomen. Maar meestal denken we niet zo expliciet over de dingen na. En doen we wat ons op een oppervlakkige manier goed uitkomt. En dat stelt ons in grote mate bloot aan sociale beïnvloeding, niet alleen van ons gedrag, maar ook van waar we aandacht aan besteden. Als veel anderen gruwelijkheden laten passeren of als aanvaardbaar of zelfs wenselijk accepteren, ja, dan zijn ze misschien minder gruwelijk dan we eerst dachten. En kunnen we ons gedrag later niet goed uitleggen, als we het ons al herinneren.
Tekortreductie in Europa. Nederland doet het niet zo goed. Merijn Knibbe laat de cijfers zien
Merijn Knibbe geeft een mooi overzicht van wat de Europese landen hebben gedaan om hun tekorten te reduceren. Zie de link hieronder. Overal namen in de eerste fase van de crisis de tekorten toe en daarna weer af. Toch zijn ze overal, ook in Duitsland, nog steeds hoger dan voor de crisis. Zie de figuur in het bericht.
'via Blog this'
Opmerkelijk is dat de rijkere landen er duidelijk voor hebben gekozen om, anders dan ze andere landen voorschrijven, hun eigen maatschappij niet kapot te bezuinigen. Dit is verstandig en wijs beleid (...). En het is niet zo verstandig geweest de kleinere landen het tekort geforceerd te laten terugbrengen. Duidelijk is ondertussen dat zowel de maatschappelijke kosten (massa-emigratie, halvering pensioenen in Griekenland, massawerkloosheid, overeind blijven nutteloze bankensector in Ierland ten koste van huishoudens) zowel als de economische kosten ervan (de huidige crisis in Nederland , bijvoorbeeld) niet opwegen tegen de baten. Het totale Eurozone-tekort is beperkt, er is geen reden om tekorten in individuele landen geforceerd te verkleinen, het tempo in Portugal (waar de pensioenpotten zijn geplunderd), Griekenland (massale werkloosheid die veeeeeel hoger is dan deze ooit geweest is voor de Euro) en de Baltische staten is duidelijk te hoog geweest.
Toch steekt het dat het land dat zijn tekort het minst zag dalen, Nederland, zich bij monde van Jan-Kees de Jager zo negatief en denigrerend uitlaat over landen die een veel sterkere daling van het tekort kenden en nu weer, anders dan Nederland, tekorten hebben die bijna op het niveau van voor de crisis liggen. (...) Mede door de daling van de woningprijzen is die ontwikkeling in Nederland niet zo gunstig, met alle gevolgen van dien voor het tekort. (...) het zou ons niet misstaan als we een toontje lager zouden zingen en het vingertje wat minder zouden opheffen - een gidsland zijn we bepaald niet.
Krisiskroniek (4). Het onrecht van spreken van Jan-Kees de Jager | Lux et Veritas:
'via Blog this'
donderdag 21 juni 2012
Spiegelneuronen, nadenken en intuïtie. Pro-sociaal gedrag en sociale omgeving (9)
De gevolgen van de ontdekking van spiegelneuronen voor onze kijk op menselijk gedrag en sociale processen zijn nog lang niet te overzien. Zie eerder dit bericht en dit bericht.
Voor die ontdekking namen hersenonderzoekers aan dat de visuele cortex, die actief is als we waarnemen, en de premotorcortex, die actief wordt voordat we een handeling uitvoeren, strikt gescheiden gebieden zijn. Iets waarnemen is heel verschillend van iets doen en dus leek het vanzelfsprekend dat het ene hersengebied in het ene gespecialiseerd is en het andere gebied in het andere.
Maar nu weten we dat neuronen in de premotorcortex ook actief worden als we iemand anders zien handelen. De eerste ontdekking daarvan gebeurde bij een aap en Christian Keysers roept bij het verslag van die ontdekking dan ook uit (p. 15 van Het empathische brein):
Maar het besef dat we dat tot voor kort, althans in de wetenschap, niet doorhadden, is wat mij betreft om stil van te worden. Het lijkt een voorbeeld van onze sterke geneigdheid om de waarde van het bewuste nadenken te overschatten. En omdat onderzoekers zich specialiseren in het nadenken, lijkt het wel alsof zij extra aan die geneigdheid lijden. Dat desondanks de spiegelneuronen zijn ontdekt, geeft vertrouwen.
Ik heb me natuurlijk ook zelf afgevraagd hoe ik hier over nadacht in de jaren negentig en daarvoor. En toen herinnerde ik me dat ik me in mijn proefschrift met de vraag heb beziggehouden hoe mensen elkaar kunnen begrijpen. (Dat proefschrift, Verklaring in interpretatie in de sociologie, Van Loghum Slaterus, 1981, is geloof ik zelfs niet meer antiquarisch verkrijgbaar.) Het ging mij toen om de vraag of en hoe de sociale wetenschappen verschillen van de natuurwetenschappen. En ik wilde toen uitzoeken wat er uit psychologisch onderzoek bekend was over hoe mensen gedrag van anderen waarnemen en hoe dat verschilt van het waarnemen van fysieke objecten. Ik kwam toen terecht bij het werk van Karl Bühler (leermeester van Karl Popper) en viste daaruit het volgende plaatje op (het staat op p. 149).
Er wordt in afgebeeld hoe twee personen, A en B, met elkaar communiceren en elkaar begrijpen. Elke persoon is toegerust met een Zender (Z) en een Ontvanger (O). Als A B wil begrijpen, dan stuurt hij een signaal naar B. Die ontvangt dat signaal, verwerkt dat en reageert er op. A ontvangt weer dat signaal en verwerkt dat en reageert daar weer op, etc. Elke keer als A een signaal uitzendt, heeft hij bepaalde verwachtingen over de effecten er van op B. En bij elk signaal terug, stelt hij die verwachtingen bij. En zo leert A gaandeweg B begrijpen.
Dit is wel heel duidelijk een wetenschappelijke kijk op menselijke communicatie van voor de ontdekking van spiegelneuronen. Wetenschappelijk in heel letterlijke zin: mensen zijn in hun sociale omgang kleine wetenschappers. Ze hebben verwachtingen (hypothesen), handelen daarnaar en stellen ze bij. Nu ben ik het er mee eens dat iedereen op een eenvoudige manier een kleine wetenschapper kan zijn. Maar dat ons hele sociale leven op die manier functioneert, dat blijkt dus niet te kloppen. En achteraf gezien verbaast dat niet.
Update. Je kunt de ontdekking van spiegelneuronen in het plaatje verwerken door een rechtstreekse pijl van de Zender van B naar de Zender van A toe te voegen. Bedenk dat met Z het handelen wordt bedoeld, dat voor anderen als een signaal functioneert. Dus als B handelt (een signaal uitZendt), dan "speelt A die handeling een beetje na". Dus een pijl van Z naar Z. Vervolgens Ontvangt A datgene wat er in zijn premotorcortex gebeurt. Anders gezegd, hij belichaamt de handeling van B. Een tweede pijl zou dus, in A, van Z naar O gaan.
Update. Update. Karl Bühler zou dat, in 1929, bizar hebben gevonden. En ik, in 1981, ook.
Voor die ontdekking namen hersenonderzoekers aan dat de visuele cortex, die actief is als we waarnemen, en de premotorcortex, die actief wordt voordat we een handeling uitvoeren, strikt gescheiden gebieden zijn. Iets waarnemen is heel verschillend van iets doen en dus leek het vanzelfsprekend dat het ene hersengebied in het ene gespecialiseerd is en het andere gebied in het andere.
Maar nu weten we dat neuronen in de premotorcortex ook actief worden als we iemand anders zien handelen. De eerste ontdekking daarvan gebeurde bij een aap en Christian Keysers roept bij het verslag van die ontdekking dan ook uit (p. 15 van Het empathische brein):
Het leek wel of de hersenen van de aap 'speelden' dat ze de handeling uitvoerden die ze voor zich zagen.Wat houdt dat 'spelen' precies in? Het onderzoek dat tot nu toe gedaan is, wijst er op dat we een spiegelcircuit in onze hersenen hebben. Het visuele signaal als we naar andermans handelingen kijken maakt een reis (p. 56):
door een reeks visuele verwerkingsstappen die leiden tot de activatie van visuele neuronen in de temporaalkwab, waar neuronen reageren op de aanblik van lichaamsbewegingen en gelaatsuitdrukkingen. Daarvandaan gaat het signaal naar de pariëtaalkwab en vandaar naar de premotorcortex. Onderweg wordt de visuele informatie vertaald in informatie met een steeds hoger gehalte aan motoraspecten, want in zowel de pariëtaalkwab als de premotorgebieden zijn spiegelneuronen te vinden die ook actief zijn bij het uitvoeren van eigen bewegingen.Dat betekent dat wij in staat zijn iemands handelingen te begrijpen doordat wij die handelingen in onze eigen hersenen spiegelen. We doen ze een klein beetje na. En dat kleine beetje nadoen ervaren we "in ons eigen lichaam". Keysers (p. 37) zegt daarover
Daarbij wordt de klassieke scheidslijn tussen het zelf en de ander, en tussen lichaam en geest, vaag en vallen er gaten in. De geestelijke functie van het voorspellen van andermans gedrag is nu gebaseerd op de neurale representatie van het eigen lichaam en de handelingen van de waarnemer; de functie wordt 'embodied', ofwel belichaamd, dat wil zeggen: geworteld en geaard in het lichaam.Toen de spiegelneuronen nog niet ontdekt waren, dachten we dat we handelingen van anderen begrijpen door ons in hen in te leven of in hen te verplaatsen. Hoe dat precies ging, wisten we natuurlijk ook niet, maar de gedachte was dat het een denkproces was, een mentalisatie. Keysers daarover (p. 19):
In de jaren negentig heerste de mening dat een deel van de hersenen was gespecialiseerd in het 'mentaliseren' of nadenken over het innerlijk leven van anderen op basis van gegevens die vanuit het visuele systeem binnenkwamen. (...) Vele wetenschappers waren op zoek naar die 'mentalisatiemodule'.Maar nu weten we dus dat dat denkproces, dat zich inleven of zich verplaatsen, niet nodig is om andere mensen te begrijpen. We hebben ze al begrepen nog voor we er een gedachte aan hebben gewijd. We hebben, zonder de omweg van het bewuste denken, een intuïtief en belichaamd begrip van handelingen van anderen. Uiteraard is die intuïtie feilbaar en kan hij soms door bewust nadenken worden gecorrigeerd. Maar zonder die intuïtieve weg zou ons sociale leven onmogelijk zijn. Je kunt niet met elkaar omgaan zoals wij dat gewend zijn te doen als je aanhoudend zou moeten nadenken over wat de ander aan het doen is.
Maar het besef dat we dat tot voor kort, althans in de wetenschap, niet doorhadden, is wat mij betreft om stil van te worden. Het lijkt een voorbeeld van onze sterke geneigdheid om de waarde van het bewuste nadenken te overschatten. En omdat onderzoekers zich specialiseren in het nadenken, lijkt het wel alsof zij extra aan die geneigdheid lijden. Dat desondanks de spiegelneuronen zijn ontdekt, geeft vertrouwen.
Ik heb me natuurlijk ook zelf afgevraagd hoe ik hier over nadacht in de jaren negentig en daarvoor. En toen herinnerde ik me dat ik me in mijn proefschrift met de vraag heb beziggehouden hoe mensen elkaar kunnen begrijpen. (Dat proefschrift, Verklaring in interpretatie in de sociologie, Van Loghum Slaterus, 1981, is geloof ik zelfs niet meer antiquarisch verkrijgbaar.) Het ging mij toen om de vraag of en hoe de sociale wetenschappen verschillen van de natuurwetenschappen. En ik wilde toen uitzoeken wat er uit psychologisch onderzoek bekend was over hoe mensen gedrag van anderen waarnemen en hoe dat verschilt van het waarnemen van fysieke objecten. Ik kwam toen terecht bij het werk van Karl Bühler (leermeester van Karl Popper) en viste daaruit het volgende plaatje op (het staat op p. 149).
Dit is wel heel duidelijk een wetenschappelijke kijk op menselijke communicatie van voor de ontdekking van spiegelneuronen. Wetenschappelijk in heel letterlijke zin: mensen zijn in hun sociale omgang kleine wetenschappers. Ze hebben verwachtingen (hypothesen), handelen daarnaar en stellen ze bij. Nu ben ik het er mee eens dat iedereen op een eenvoudige manier een kleine wetenschapper kan zijn. Maar dat ons hele sociale leven op die manier functioneert, dat blijkt dus niet te kloppen. En achteraf gezien verbaast dat niet.
Update. Je kunt de ontdekking van spiegelneuronen in het plaatje verwerken door een rechtstreekse pijl van de Zender van B naar de Zender van A toe te voegen. Bedenk dat met Z het handelen wordt bedoeld, dat voor anderen als een signaal functioneert. Dus als B handelt (een signaal uitZendt), dan "speelt A die handeling een beetje na". Dus een pijl van Z naar Z. Vervolgens Ontvangt A datgene wat er in zijn premotorcortex gebeurt. Anders gezegd, hij belichaamt de handeling van B. Een tweede pijl zou dus, in A, van Z naar O gaan.
Update. Update. Karl Bühler zou dat, in 1929, bizar hebben gevonden. En ik, in 1981, ook.
Ook de ECB hoort nu de echo's van de jaren 30
Het bezuinigingsbeleid dat de crisis in de eurozone zo geweldig heeft aangewakkerd, creëert omstandigheden die doen denken aan de jaren 30 van de vorige eeuw. Massawerkloosheid en uitzichtloosheid ondergraven de steun voor de democratie en geven extremisme de wind in de zeilen. Daar is al eerder op gewezen, o.a. door Niall Ferguson en Nouriel Roubini. En ook Paul Krugman hoorde de echo's van de jaren 30.
Maar nu zijn die echo's zelfs doorgedrongen tot de burelen van de Europese Centrale Bank. Ewald Nowotny, de president van de Oostenrijkse centrale bank, en in die functie lid van de Raad van de Europese Centrale Bank, waarschuwt voor de risico's van het opkomende rechts-extremisme en trekt een analogie met de jaren 30.
Kunnen we hier een beetje de hoop uit putten dat de Europese elite van zijn dwaalwegen terugkeert?
Österreichs Nationalbankchef Nowotny - EZB-Mitglied warnt mit Nazivergleich vor Sparsamkeit - Wirtschaft - sueddeutsche.de:
'via Blog this'
Maar nu zijn die echo's zelfs doorgedrongen tot de burelen van de Europese Centrale Bank. Ewald Nowotny, de president van de Oostenrijkse centrale bank, en in die functie lid van de Raad van de Europese Centrale Bank, waarschuwt voor de risico's van het opkomende rechts-extremisme en trekt een analogie met de jaren 30.
Kunnen we hier een beetje de hoop uit putten dat de Europese elite van zijn dwaalwegen terugkeert?
Österreichs Nationalbankchef Nowotny - EZB-Mitglied warnt mit Nazivergleich vor Sparsamkeit - Wirtschaft - sueddeutsche.de:
'via Blog this'
woensdag 20 juni 2012
Betekenisvol amusement verheft en roept pro-sociale motivaties op - Pro-sociaal gedrag en sociale omgeving (9)
We leven in een vercommercialiseerde maatschappij, waarin we ook voor onze ontspanning veel geld uitgeven. We zouden ons ook, "net als vroeger", kunnen vermaken in de sociale kring van onze persoonlijke relaties. Maar die kring is niet meer zo gemakkelijk aanwezig en de commercie heeft er voor gezorgd dat er altijd wel het alternatief van het betaalde amusement voorhanden is. Dus zitten we thuis voor de televisie of vermaken we ons met andere elektronische media. Waarvoor we betalen en ons laten blootstellen aan reclame. Of we betalen entree voor theater, film, concert, pretpark of ander vermaak. En dat doen we weliswaar met veel anderen tegelijk, maar zonder met die anderen veel contact te hebben.
Kortom, een groot deel van de tijd waarin we ons vermaken, besteden we individueel of in een mini sociaal verband (meestal met zijn tweeën of met kinderen er bij). We consumeren amusement, in plaats van dat samen met anderen zelf te produceren. Bijpraten, nieuwtjes en gedachten uitwisselen, roddelen over niet-aanwezigen, grappen maken, verhalen vertellen, soms elkaar de waarheid zeggen, voorkomen dat meningsverschillen ruzies worden, alles wat mensen altijd onderling hebben gedaan zolang de mensheid bestaat. Zie over die grootscheepse verschuiving van de rol van deelnemer naar die van consument ook het boek Supernormal Stimuli. How Primal Urges Overran Their Evolutionary Purpose van Deirdre Barrett, dat ik in dit bericht besprak.
Dat we nu meer consumeren en minder produceren is misschien wel, laten we het onder ogen zien, een achteruitgang vergeleken met "vroeger". Een intensiever sociaal leven heeft positieve gezondheidseffecten. Zie de reeks berichten over sociale omgeving en gezondheid. En het vergroot de kans op pro-sociaal gedrag, omdat we veel de gelegenheid krijgen om onze pro-sociale neigingen in daden om te zetten. En oefening, en goede voorbeelden, helpen.
Maar er kan natuurlijk ook wat tegenover staan. Kan betaald amusement ook kenmerken hebben die die van het zelf geproduceerde sociale leven benaderen? Of andere kenmerken die gunstige effecten op ons hebben?
Onderzoekers (artikel fulltext achter de poort) ondervroegen studenten over een film die ze oftewel bijzonder betekenisvol oftewel bijzonder plezierig hadden gevonden. Wat de studenten onder "betekenisvol" verstonden, werd aan hen zelf overgelaten. Maar het bleken vooral drama's, droevige en romantische films en documentaires te zijn. Tegenover de plezierige films die met een grotere kans een comedy waren.
In de betekenisvolle films bleken meer pro-sociale en egalitaire waarden centraal te staan, zoals het belang van vrede, rechtvaardigheid, zorg voor de zwakkeren en gelijke rechten. Maar ook de waarden van het invloedrijk zijn, van het een verschil maken en van het opdoen van stimulerende ervaringen bleken er meer in aan de orde te komen.
Verder was opvallend dat het kijken naar de betekenisvolle films meer met verheffende ervaringen gepaard was gegaan van ontroering, bewogenheid, emotionaliteit, betekenis, compassie, inspiratie en zachtheid. Daarmee hing samen dat de betekenisvolle films meer zowel positieve als negatieve emoties hadden opgeroepen. Terwijl daartegenover de plezierige films alleen maar vooral positieve emoties opwekten. Je zou kunnen zeggen dat de betekenisvolle films meer als levensecht werden ervaren. Je zou verwachten dat dat samenging met lichamelijke ervaringen als een brok in de keel voelen, tranen voelen opwellen en kippenvel krijgen en dat bleek ook het geval te zijn.
Tenslotte bleken die betekenisvolle films ook meer pro-sociale motivaties op te roepen als: een beter mens willen zijn, anderen willen helpen en zoeken naar waar het echt om gaat in het leven. Daartegenover zetten plezierige films meer er toe aan om mensen aan het lachen te maken, om zelf plezier te hebben en om populair te zijn.
Dit alles wijst er op dat wij, als we voor amusement betalen, we ook op zoek kunnen zijn naar verheffende ervaringen, gemengde (positieve én negatieve) emoties en naar aanmoedigingen tot pro-sociaal gedrag. Commercieel gezegd: er is kennelijk een vraag naar betekenisvol amusement. Maar als je kijkt naar wat de televisie te bieden heeft, dan moet je wel haast concluderen dat ze daar die vraag als niet erg groot inschatten....
Zonder meer een betekenisvolle film die ik een paar dagen geleden zag, is Historias que só existem quando lembradas van Julia Murat. Zie hier, ook voor een interview met de maakster. Hij ging vorige week in Nederland in première. Niet missen!
Kortom, een groot deel van de tijd waarin we ons vermaken, besteden we individueel of in een mini sociaal verband (meestal met zijn tweeën of met kinderen er bij). We consumeren amusement, in plaats van dat samen met anderen zelf te produceren. Bijpraten, nieuwtjes en gedachten uitwisselen, roddelen over niet-aanwezigen, grappen maken, verhalen vertellen, soms elkaar de waarheid zeggen, voorkomen dat meningsverschillen ruzies worden, alles wat mensen altijd onderling hebben gedaan zolang de mensheid bestaat. Zie over die grootscheepse verschuiving van de rol van deelnemer naar die van consument ook het boek Supernormal Stimuli. How Primal Urges Overran Their Evolutionary Purpose van Deirdre Barrett, dat ik in dit bericht besprak.
Dat we nu meer consumeren en minder produceren is misschien wel, laten we het onder ogen zien, een achteruitgang vergeleken met "vroeger". Een intensiever sociaal leven heeft positieve gezondheidseffecten. Zie de reeks berichten over sociale omgeving en gezondheid. En het vergroot de kans op pro-sociaal gedrag, omdat we veel de gelegenheid krijgen om onze pro-sociale neigingen in daden om te zetten. En oefening, en goede voorbeelden, helpen.
Maar er kan natuurlijk ook wat tegenover staan. Kan betaald amusement ook kenmerken hebben die die van het zelf geproduceerde sociale leven benaderen? Of andere kenmerken die gunstige effecten op ons hebben?
Onderzoekers (artikel fulltext achter de poort) ondervroegen studenten over een film die ze oftewel bijzonder betekenisvol oftewel bijzonder plezierig hadden gevonden. Wat de studenten onder "betekenisvol" verstonden, werd aan hen zelf overgelaten. Maar het bleken vooral drama's, droevige en romantische films en documentaires te zijn. Tegenover de plezierige films die met een grotere kans een comedy waren.
In de betekenisvolle films bleken meer pro-sociale en egalitaire waarden centraal te staan, zoals het belang van vrede, rechtvaardigheid, zorg voor de zwakkeren en gelijke rechten. Maar ook de waarden van het invloedrijk zijn, van het een verschil maken en van het opdoen van stimulerende ervaringen bleken er meer in aan de orde te komen.
Verder was opvallend dat het kijken naar de betekenisvolle films meer met verheffende ervaringen gepaard was gegaan van ontroering, bewogenheid, emotionaliteit, betekenis, compassie, inspiratie en zachtheid. Daarmee hing samen dat de betekenisvolle films meer zowel positieve als negatieve emoties hadden opgeroepen. Terwijl daartegenover de plezierige films alleen maar vooral positieve emoties opwekten. Je zou kunnen zeggen dat de betekenisvolle films meer als levensecht werden ervaren. Je zou verwachten dat dat samenging met lichamelijke ervaringen als een brok in de keel voelen, tranen voelen opwellen en kippenvel krijgen en dat bleek ook het geval te zijn.
Tenslotte bleken die betekenisvolle films ook meer pro-sociale motivaties op te roepen als: een beter mens willen zijn, anderen willen helpen en zoeken naar waar het echt om gaat in het leven. Daartegenover zetten plezierige films meer er toe aan om mensen aan het lachen te maken, om zelf plezier te hebben en om populair te zijn.
Dit alles wijst er op dat wij, als we voor amusement betalen, we ook op zoek kunnen zijn naar verheffende ervaringen, gemengde (positieve én negatieve) emoties en naar aanmoedigingen tot pro-sociaal gedrag. Commercieel gezegd: er is kennelijk een vraag naar betekenisvol amusement. Maar als je kijkt naar wat de televisie te bieden heeft, dan moet je wel haast concluderen dat ze daar die vraag als niet erg groot inschatten....
Zonder meer een betekenisvolle film die ik een paar dagen geleden zag, is Historias que só existem quando lembradas van Julia Murat. Zie hier, ook voor een interview met de maakster. Hij ging vorige week in Nederland in première. Niet missen!
The Eurozone’s May 2010 strategy is a disaster: Time to pay up and end this crisis - George Wyplosz
Charles Wyplosz: De bezuinigingsstrategie van de eurozone is een ramp. Gebaseerd op een moralistische in plaats van op een economische analyse. Een 180 graden draai is noodzakelijk.
The Eurozone’s May 2010 strategy is a disaster: Time to pay up and end this crisis | vox - Research-based policy analysis and commentary from leading economists:
'via Blog this'
The Eurozone’s May 2010 strategy is a disaster: Time to pay up and end this crisis | vox - Research-based policy analysis and commentary from leading economists:
'via Blog this'
maandag 18 juni 2012
Griekenland slachtoffer van hoogmoed van anderen - Paul Krugman
We weten het al. Of we zouden het nu moeten weten. Griekenland is slachtoffer van hoogmoed. Paul Krugman neemt de moeite om het nog een keer op te schrijven. Zie de link hieronder. Hij besluit met:
'via Blog this'
Griekenland is dus, hoewel zelf niet zonder zonde, voornamelijk in de problemen dankzij de arrogantie van de Europese functionarissen, vooral van de rijkere landen, die zichzelf er van overtuigden dat ze een muntunie zonder centrale overheid zouden kunnen laten werken. En diezelfde functionarissen hebben de toestand zelfs nog verergerd door er, tegen alle evidentie in, aan te blijven vasthouden dat alle problemen met de euro veroorzaakt zouden zijn door het onverantwoordelijke gedrag van die zuidelijke Europeanen. En dat alles goed zou aflopen als mensen maar bereid waren om nog wat meer te lijden.
Wat ons bij de Griekse verkiezingen van zondag brengt, die uiteindelijk niets hebben opgelost. De regerende coalitie mag er in geslaagd zijn om aan de macht te blijven, hoewel zelfs dat nog niet duidelijk is (de kleinere partner in de coalitie heeft gedreigd niet mee te doen). Maar de Grieken kunnen deze crisis so wie so niet oplossen.
De enige manier waarop de euro gered zou kunnen - zou kunnen - worden is als de Duitsers en de Europese Centrale Bank beseffen dat zij degenen zijn die hun gedrag moeten veranderen, dat ze meer moeten uitgeven en, jazeker, een hogere inflatie moeten accepteren. Zo niet - welnu, dan komt het er op neer dat Griekenland de geschiedenis zal ingaan als het slachtoffer van de hoogmoed van anderen.Ik vertaal het woord hubris dat Krugman gebruikt, met hoogmoed. Ik ontleen aan Wikipedia het volgende:
Greece as Victim - NYTimes.com:Hybris (Oudgrieks: ὕβρις) is het Oudgriekse woord voor overdreven trots, hoogmoed, overmoed, grootheidswaanzin, brutaliteit, onbeschaamdheid met name tegenover de Griekse goden en/of de goddelijke wereldorde. Het woord hybris heeft geen goede Nederlandse vertaling die het begrip volledig dekt, maar kan in de moderne tijd nog het beste omschreven worden met het gezegde 'hoogmoed komt voor de val'.De hybris-gedachte is een typisch en veelvoorkomend thema in het Griekse denken, dat in verschillende mythen, epen en tragedies en in de ethiek onder allerlei vormen naar voren treedt. De vermetele overmoed van een mens, die, in eigenwaan verstrikt en verblind, zich door niets of niemand een halt wenst te laten toeroepen en in zijn ongebreidelde heerszucht zelfs de hand slaat aan een door de goden vastgelegde wereldorde of tegen het lot, wordt door goddelijk ingrijpen meedogenloos afgestraft.Karakteristiek daarbij is dat de schuldige altijd zijn eigen ongeluk veroorzaakt, omdat hij na het overschrijden van de (overigens niet objectief bespeurbare) grens of norm met verblinding (Grieks atè) getroffen wordt en niet meer merkt dat hij zijn eigen ondergang tegemoet gaat.
'via Blog this'
zondag 17 juni 2012
Zondagochtendmuziek _ Neil Young - Old Man (live at the Ryman)
Deze keer voor de zondagavond: Neil Young!
We’ve been brainwashed - Joseph Stiglitz
Salon publiceert een gedeelte uit het nieuwe boek, The Price of Inequality, van Joseph Stiglitz. Zie de link hieronder. Stiglitz beschrijft de kolossale werking van sociale zeepbellen, zonder overigens die uitdrukking te noemen, op het gebied van sociaal-economische politiek en beleid.
"We've been brainwashed", ja, zo kun je dat inderdaad noemen als je het doelwit bent geweest van een sociale zeepbel. Er is maar een remedie: we moeten ons beter informeren en we moeten betere informatievoorziening eisen.
We’ve been brainwashed
"We've been brainwashed", ja, zo kun je dat inderdaad noemen als je het doelwit bent geweest van een sociale zeepbel. Er is maar een remedie: we moeten ons beter informeren en we moeten betere informatievoorziening eisen.
We’ve been brainwashed
zaterdag 16 juni 2012
Duitsland, de eurocrisis en het Marshall-plan
Hans-Werner Sinn betoogde (zie dit bericht) dat Duitsland Griekenland al met vele malen meer geld heeft geholpen dan dat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog aan Marshall-hulp kreeg. De hulp van Duitsland alleen zou al gelijk staan met 29 Marshall-plannen en de hulp van heel Europa aan 115 Marshall-plannen.
Albrecht Ritschl, hoogleraar economische geschiedenis aan de London School of Economics, laat nu zien dat de voordelen de Duitsland na WO II ontleende aan het Marshall-plan vele malen groter waren dan Hans-Werner Sinn veronderstelt. Zijn vergelijking slaat volledig de plank mis. Zie de link onderaan dit bericht.
Verder vindt Ritschl dat de goede redenen die de Verenigde Staten toen hadden om zoveel geld in Duitsland (en in Europa) te steken sterk overeenkomen met de goede redenen die Duitsland nu zou moeten hebben om Griekenland te helpen.
Met dank aan een tweet van Paul de Grauwe.
Economic history: Germany, Greece and the Marshall Plan | The Economist:
'via Blog this'
Albrecht Ritschl, hoogleraar economische geschiedenis aan de London School of Economics, laat nu zien dat de voordelen de Duitsland na WO II ontleende aan het Marshall-plan vele malen groter waren dan Hans-Werner Sinn veronderstelt. Zijn vergelijking slaat volledig de plank mis. Zie de link onderaan dit bericht.
Verder vindt Ritschl dat de goede redenen die de Verenigde Staten toen hadden om zoveel geld in Duitsland (en in Europa) te steken sterk overeenkomen met de goede redenen die Duitsland nu zou moeten hebben om Griekenland te helpen.
Met dank aan een tweet van Paul de Grauwe.
Economic history: Germany, Greece and the Marshall Plan | The Economist:
'via Blog this'
vrijdag 15 juni 2012
Duitsland als voorbeeld? Oké, maar dan juist minder bezuinigen!
De Duitsers stellen zichzelf als voorbeeld van hoe je je begroting op orde moet brengen. Griekenland, Portugal, Spanje, Italië en Ierland moeten doen wat Duitsland tussen 2002 en 2007 heeft gedaan: orde op zaken stellen door strenge bezuinigingen en loonaanpassingen. Maar klopt dat wel?
Sebastian Dullien maakt een mooie vergelijking tussen wat Duitsland van 2002 tot 2007 echt deed en wat Griekenland, Portugal en Spanje sinds 2009 hebben gedaan. Zie de link hieronder.
Als je kijkt naar de verbeteringen in de structurele begrotingspositie, dan valt die verbetering van Duitsland in het niet bij die van die drie landen. En dat in veel kortere tijd dan de tijd die Duitsland nam. Zie het plaatje hieronder.
Hetzelfde beeld zie je als je kijkt naar de loonmatiging: in Duitsland een gemiddelde jaarlijkse daling van 0,7 procent tegenover 6,8 procent in Griekenland, 5,2 procent in Portugal en 2,3 procent in Spanje.
Sebastian Dullien besluit met:
'via Blog this'
Sebastian Dullien maakt een mooie vergelijking tussen wat Duitsland van 2002 tot 2007 echt deed en wat Griekenland, Portugal en Spanje sinds 2009 hebben gedaan. Zie de link hieronder.
Als je kijkt naar de verbeteringen in de structurele begrotingspositie, dan valt die verbetering van Duitsland in het niet bij die van die drie landen. En dat in veel kortere tijd dan de tijd die Duitsland nam. Zie het plaatje hieronder.
Hetzelfde beeld zie je als je kijkt naar de loonmatiging: in Duitsland een gemiddelde jaarlijkse daling van 0,7 procent tegenover 6,8 procent in Griekenland, 5,2 procent in Portugal en 2,3 procent in Spanje.
Sebastian Dullien besluit met:
Wat zou er gebeurd zijn als de rest van de eurozone echt "een beetje meer Duitsland" was geweest? Welnu, als je kijkt naar de cijfers van de Duitse aanpassing van het laatste decennium, dan zou dit een veel pragmatischer aanpassing van de Europese fiscale regels geïmpliceerd hebben en dus een veel zachter, langzamer en meer groeivriendelijk bezuinigingspad. Het is zeer waarschijnlijk dat landen als Spanje of Portugal de diepe recessies voorkomen hadden waar ze nu in zitten (Duitsland slaagde er met "slechts" enkele jaren van stagnatie in om de bezuinigingen door te komen, niet met een diepe recessie) en we zouden een full-blown bankencrisis in Spanje hebben voorkomen (de Duitse banken hadden ook problemen in de jaren nul en een full-blown recessie zou een aantal van hen over de rand geduwd hebben).
Helaas geeft de Duitse regering de rest van Europa niet de mogelijkheid om te doen zoals Duitsland heeft gedaan. In plaats daarvan worden ze gedwongen om het ongelukkige experiment van zo wreed-als-mogelijke bezuinigingen zonder compromis door te voeren - met de ellendige resultaten die we nu in heel Europa waarnemen.Why can’t you just all be a little more German? — Social Europe Journal:
'via Blog this'
donderdag 14 juni 2012
Groen van onderop - Elinor Ostrom | Project Syndicate
Een groenere en duurzame economie komt door internationale afspraken alleen niet tot stand. Maar gelukkig gebeurt er al veel goeds op het lokale niveau. Dat is nog lang niet voldoende, maar het is wel bemoedigend. Zie de link hieronder voor dit betoog dat Elinor Ostrom nog kort voor haar overlijden moet hebben geschreven.
"Green from the Grassroots" by Elinor Ostrom | Project Syndicate:
'via Blog this'
"Green from the Grassroots" by Elinor Ostrom | Project Syndicate:
'via Blog this'
Pro-sociaal gedrag en sociale omgeving (8): de voorwaarden voor zelf-organisatie (Elinor Ostrom)
Elinor Ostrom (zie hier) heeft het grootste deel van haar leven gewijd aan de intensieve bestudering van concrete voorbeelden van succesvolle zelf-organisatie. Dan ging het bijvoorbeeld om boeren die weidegronden beheren of landbouwgronden irrigeren en om vissers die visgronden beheren. In alle gevallen gaat het om het in onderling overleg en zonder centraal gezag gebruiken en in stand houden van natuurlijke hulpbronnen. Dat is uiterst belangrijk onderzoek, alleen al omdat we met zijn allen, ik bedoel, de hele wereldbevolking, voor de uitdaging staan om de aarde als natuurlijke hulpbron niet alleen te gebruiken, maar er ook voor te zorgen dat we die niet zo uitputten dat het (menselijk) leven bedreigd wordt. Voorlopig moeten we die uitdaging het hoofd bieden zonder de aanwezigheid van een centraal gezag, een wereldregering. En voorlopig wijst alles er op dat we de uitdaging niet aankunnen.
Wat heeft die intensieve bestudering aan inzichten opgeleverd? Is er een lijstje uit voortgekomen van de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om tot succesvolle zelf-organisatie te komen? Ja, er zijn zelfs twee van die lijstjes. In haar boek Governing the Commons uit 1990 geeft Ostrom een lijst van acht ontwerpprincipes voor zelf-organisatie. Diezelfde lijst keert terug in dit document uit 1999. En een tweede lijst vind je in dit artikel uit 1994, zij het dat de daarin opgesomde zeven voorwaarden speciaal gelden voor boeren die een irrigatiesysteem beheren. Nog afgezien van het verschil in aantal, zijn de genoemde voorwaarden niet identiek. Voorzover ik weet, heeft nog niemand de moeite genomen om ze in elkaar te schuiven en er één overzichtelijke en beredeneerde opsomming van te maken. Ik ga dat proberen, maar geef ter informatie eerste de twee lijsten van Ostrom zelf.
Dit is de lijst, in mijn woorden, die oorspronkelijk in Governing the Commons is opgenomen:
Wat heeft die intensieve bestudering aan inzichten opgeleverd? Is er een lijstje uit voortgekomen van de voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om tot succesvolle zelf-organisatie te komen? Ja, er zijn zelfs twee van die lijstjes. In haar boek Governing the Commons uit 1990 geeft Ostrom een lijst van acht ontwerpprincipes voor zelf-organisatie. Diezelfde lijst keert terug in dit document uit 1999. En een tweede lijst vind je in dit artikel uit 1994, zij het dat de daarin opgesomde zeven voorwaarden speciaal gelden voor boeren die een irrigatiesysteem beheren. Nog afgezien van het verschil in aantal, zijn de genoemde voorwaarden niet identiek. Voorzover ik weet, heeft nog niemand de moeite genomen om ze in elkaar te schuiven en er één overzichtelijke en beredeneerde opsomming van te maken. Ik ga dat proberen, maar geef ter informatie eerste de twee lijsten van Ostrom zelf.
Dit is de lijst, in mijn woorden, die oorspronkelijk in Governing the Commons is opgenomen:
- Er moet duidelijkheid bestaan over welke personen aan de zelf-organisatie deelnemen en over de grenzen van de hulpbron die beheerd wordt.
- De regels over de benutting en de verdeling van de hulpbron moeten goed zijn toegesneden op de lokale condities en op de regels over de bijdragen die iedereen moet leveren.
- De meeste deelnemers die met de regels te maken hebben, kunnen deelnemen aan het veranderen van de regels.
- De controleurs, die toezicht houden op de hulpbron en op het benutten er van, moeten verantwoording afleggen aan de deelnemers en/of moeten die deelnemers zelf zijn.
- De kans moet aanzienlijk zijn dat deelnemers die regels overtreden gesanctioneerd worden door andere deelnemers of door vertegenwoordigers, met oplopende zwaarte van de sanctie, afhankelijk van de ernst en de context van de overtreding.
- De deelnemers en hun vertegenwoordigers hebben gemakkelijk toegang tot lokale platforms voor het beslechten van conflicten tussen deelnemers of tussen deelnemers en hun vertegenwoordigers.
- De rechten van de deelnemers om hun eigen instituties te bedenken worden niet bedreigd door externe gezagsdragers (de overheid).
- Grotere systemen van zelf-organisatie moeten een in elkaar genestelde structuur hebben, zodat regels altijd op lokale condities kunnen zijn toegesneden.
En de lijst uit het artikel uit 1994, over de voorwaarden voor zelf-organisatie van een irrigatiesysteem, zijn de volgende:
- De boeren moeten voldoende zekerheid hebben over het eigendom van hun grond, zodat ze verwachten ook in de toekomst van de zelf-organisatie te kunnen profiteren.
- Het moet gemakkelijk zijn om regelmatig met elkaar te communiceren op een face-to-face basis.
- Er moet een gedeeld besef zijn dat iedere deelnemer meer profijt heeft van de zelf-organisatie dan dat hij er kosten voor moet maken.
- Er moet een gedeeld besef zijn dat ze naleving van hun eigen regels van dag tot dag moeten afdwingen, zonder dat een extern gezag kan interveniëren.
- Er moet een gedeeld besef zijn dat het geheel van regels, indien naleving wordt afgedwongen, voldoende is om tegenwicht te bieden aan egoïstische, korte-termijn prikkels.
- Er moet een gedeeld besef zijn dat elke deelnemer een principiële bereidheid heeft om de regels na te leven en om eventuele overtredingen te sanctioneren.
- Er moet het vertrouwen zijn dat de meeste deelnemers in feite in de meeste gevallen de regels naleven, zodat de tijd en inspanning die besteed moeten worden aan controle en sanctionering niet te groot worden.
woensdag 13 juni 2012
Duitsland gezakt voor het vak Inleiding Economie - Dean Baker reageert op Hans-Werner Sinn
De vooraanstaande Duitse econoom Hans-Werner Sinn is waarschijnlijk een van de, of zelfs de, intellectuele pijlers onder het Duitse beleid ten aanzien van de eurocrisis. Hij reageert nu in de New York Times op de oproep van Obama aan Europa, en speciaal Duitsland, om meer te doen om de euro, en daarmee de wereldeconomie, te redden. Zie hier.
Wat zegt hij? Als ik het goed begrijp, het volgende (mijn commentaar tussen haakjes en onderstreept):
Germans Flunk Economics 101
Wat zegt hij? Als ik het goed begrijp, het volgende (mijn commentaar tussen haakjes en onderstreept):
- Duitsland moet niet meebetalen aan de schulden van de zuidelijke probleemlanden, omdat dat onwettig zou zijn. Het is in strijd met het Verdrag van Maastricht en dat verdrag heeft in alle landen van de euro een wettelijke status.
- Het zou ook in strijd zijn met het principe dat degenen die het geld hebben uitgeleend, ook maar moeten zien hoe ze het terugkrijgen. Of hun verlies moeten nemen. (Dat zou er toch voor pleiten om de banken te laten betalen in plaats van de Griekse, Spaanse en Ierse belastingbetalers?)
- Er kan wel een systematisch delen van risico's zijn tussen de staten van Europa, maar daarvoor moet Europa eerst één natie worden. (Ja, zo staat het er! Het delen van risico's nu zou een oplossing zijn van de crisis, en zou een stap op weg zijn naar verdere integratie. Maar nu die integratie er nog niet is, willen we dus ook geen deling van risico's.....)
- Herverdeling, door nu de landen te helpen die in de problemen zijn gekomen, zou leiden tot politieke erupties die de stabiliteit van Europa zouden bedreigen. (Met de huidige crisis wordt die stabiliteit niet bedreigd....)
- Maar zelfs als Europa een natie zou zijn, zouden nog niet de schulden gesocialiseerd moeten worden. Kijk bijvoorbeeld naar Californië dat bijna failliet is, maar niet door de Amerikaanse federale overheid gesteund wordt. (??? De federale overheid betaalt de werkloosheidsuitkeringen van de werklozen in Californië. Dat is het grote verschil met de positie van Griekenland, Spanje etc. in de eurozone.)
- Duitsland heeft via de Europese Centrale Bank al geweldige hoeveelheden geld beschikbaar gesteld en loopt daarmee al grote risico's. Moet dat nog meer worden?
Dat is natuurlijk niet de vraag waar het om draait. Duitsland moet de Europese Bank toestaan om de schulden van de geplaagde landen te garanderen. Daardoor zullen ze minder hoge rentes op hun schulden hoeven te betalen, wat hun lasten houdbaar maakt.
De andere stap die Duitsland moet nemen is om een hogere inflatie toe te staan, in gang gezet door een snellere groei van de lonen, om zo de perifere landen in staat te stellen om hun competitiviteit te herwinnen. Als er niet een verandering in de prijsverhoudingen tussen Duitsland en de perifere landen komt, dan wordt het voor hen onmogelijk om hun handelstekorten terug te dringen, wat de hoofdoorzaak is van hun probleem.
De passende analogie is hier die met het vullen met water van een lekke emmer. De heer Sinn vertelt ons hoeveel water Duitsland al in de lekke emmer van Griekenland heeft gestort. Maar het land weigert akkoord te gaan met maatregelen die de gaten in de emmer zouden dichten. Het lijkt er zelfs op dat het dichten van die gaten helemaal niet op de agenda staat.
Als Sinns opvattingen de houding van de Duitse beleidsmakers weerspiegelt, dan is de euro ten ondergang gedoemd. Meer water storten in de lekke emmer lost het probleem niet op.Volgens Dean Baker zou Duitsland dan voor het vak Inleiding Economie zijn gezakt. (Zie ook nog eens dit bericht.)
Germans Flunk Economics 101
dinsdag 12 juni 2012
Elinor Ostrom overleden
Elinor Ostrom is vandaag overleden. Ze was zonder twijfel de grootste onderzoeker op het gebied van de voorwaarden voor spontane, decentrale organisatie (zelf-organisatie). In 2009 won ze de Nobelprijs voor economie. Zie hier voor een mooie eerste reactie.
Ik had haar naam in dit blog nog maar een keer genoemd. Dat was in dit bericht over de oorsprong van de eurocrisis en dat die crisis was voorspeld. En dat die voorspelling mede berustte op de resultaten van haar onderzoek.
Update. Vanochtend ook dit stuk in de New York Times.
Ik had haar naam in dit blog nog maar een keer genoemd. Dat was in dit bericht over de oorsprong van de eurocrisis en dat die crisis was voorspeld. En dat die voorspelling mede berustte op de resultaten van haar onderzoek.
Update. Vanochtend ook dit stuk in de New York Times.
Abonneren op:
Posts (Atom)