Hoe het met de euro verder zal gaan, na de Franse en de Duitse verkiezingen, wie zal het zeggen?
Maar terugkijkend op de geschiedenis ervan tot nu toe, blijft het verbazen hoe de politieke leiders zo volhard hebben en volharden in een beleid dat de economische handboeken negeert en dat doordrenkt is van de ideologie van neo- en ordo-liberalisme. Die volharding kan je op de gedachte brengen dat de euro door een soort sekte geregeerd wordt. Zie nog eens, uit 2015 al weer, Als je door een sekte geregeerd wordt, dan loopt dat niet goed af (met vier links).
Nu vragen Matthias Matthijs en Mark Blyth zich eveneens af hoe het kan dat een groep politici zo lang blijft volharden in een fout, irrationeel, beleid. Zie When Is It Rational to Learn the Wrong Lessons? Technocratic Authority, Social Learning, and Euro Fragility.
Ze geven een fraaie beschrijving en analyse van de geschiedenis van het eurozonebeleid en komen tot de conclusie dat de institutionele opzet van de euro, in het bijzonder het bestaan van een bovennationaal, slecht democratisch onderbouwd, beleidsveld, dat sekte-achtige (mijn woord) en irrationele beleid bevorderde.
Want wat is het geval? Al die politici in die bovennationale organen ontberen een rechtstreekse band met kiezers tegenover wie ze zich dienen te verantwoorden. Waar moeten ze zich dan door laten leiden? Wat geeft hen houvast?
Welnu, dat zijn de afgesproken regels. De afspraken die zijn gemaakt en de pacten die zijn gesloten. Er kan geen plaats zijn voor bovengeordende overwegingen die ertoe aanzetten om die regels te veranderen. Daardoor komt een irrationeel proces in gang, waarin de regels voorrang krijgen boven de uiteindelijke doelen.
Een omgeving waarin de juristen van het Duitse ministerie van Financiën, met Schäuble voorop, zich thuis voelden als een vis in het water. En een omgeving die wel moest leiden tot een botsing met de macro-econoom en kortstondige Griekse minister van Financiën, Yanis Varoufakis, die zich als enige wel oriënteerde op die uiteindelijke doelen. Lees Adults in the Room. My Battle With Europe's Deep Establishment voor een enerverend verslag van die clash.
Het is een fraaie analyse die Matthijs en Blyth geven. Een democratisch tekort als voorwaarde voor sekte-achtig volharden in slecht economisch beleid. Een analyse die verplichte kost zou behoren te zijn in de Brusselse en Frankfurtse burelen. Ik citeer tot slot drie alinea's uit hun conclusies:
Our answer is that non-sovereigns with sovereign responsibilities, but without sovereign capacities, must rule by appeal to authority. In the case of the EU governors, that authority is drawn from adherence to a set of ideas and institutional rules that, while irrational for the crisis environment in which they are employed, are the only ones such actors can draw upon to maintain their authority when under pressure since they have no democratic mandate to actually change policy.
While the overall policy response to the euro crisis was very much driven by the Eurozone member-state leaders, particularly by German chancellor Angela Merkel and her Finance Minister Wolfgang Schäuble, such that technocrats in both the Commission and the ECB took their cues from their “paymasters” in Berlin, that does not detract from the fact that those technocrats derived their legitimacy and authority from following and implementing the rules they were instructed to follow—whether they truly believed in those rules or not. Lacking democratic legitimacy themselves, they had very little choice in not doing so. In contrast, among national leaders, the appeal to such rules allowed them to expand their claims to authority beyond their electorate, into the institutions of supranational governance. Without appeal to such ideas, their authority, like their capacity, would stop at the border.
Seen in this way, “doubling down” on bad policy, as the EU has repeatedly done since 2010, is neither irrational nor purely ideological. Instead, as Keynes said about the adherence to deflation in the 1930s, it is locally rational but globally irrational. And as long as authority is produced and contested via appeal to these ordo- and neo-liberal ideas, and through reconstructed readings of past events, a rather unbalanced and ineffective macroeconomic policy mix will be the result. Just how long Europe can stand this policy mix remains an open question. But what our analysis suggests is that so long as the answer is framed in ordoliberal terms, those in authority will not be compelled to give an alternative answer.