zondag 29 juli 2018

Zondagochtendmuziek - Beethoven - Symphony No. 5 in C minor, Op. 67 (Daniel Barenboim, West-Eastern Divan Orchestra...

Update2. De kritiek binnen Israël op het besluit dat van het land een apartheidsstaat maakt, neemt toe. Zie nu ook Israels Drusen. Blutsbrüder zweiter Klasse in Der Spiegel.
Update1. Zie nu ook dit bericht in Haaretz over de open brief van Amoz Oz, David Grossman en andere Israëlische schrijvers, kunstenaars en intellectuelen aan de Israëlische premier Netanyahu: 'Abolish This Sin': Amoz Oz, David Grossman and Hundreds of Israeli Intellectuals Slam Nation-state Law.
Pianist en dirigent Daniel Barenboim was, samen met Edward Said, oprichter van het West-Eastern Divan Orchestra, dat bestaat uit jonge Palestijnse, Arabische en Israëlische muzikale talenten. Vorige week keerde hij zich in een betoog in The Guardian tegen het besluit van het Israëlische parlement, de Knesseth, om van Israël een Joodse staat te maken: This racist new law makes me ashamed to be Israeli.

Het besluit dus dat afscheid neemt van de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring uit 1948, waarin het principe van rechtsgelijkheid van al zijn burgers werd vastgelegd. Waarmee Israël nu, in 2018, een apartheidsstaat is geworden.

Een tragische ontwikkeling, helaas onderdeel van een ontwikkeling in veel landen, die ingaat tegen de grote na-oorlogse trend van democratie en mensenrechten. Barenboim over Israël:
Does occupation and domination over another people fit the declaration of independence? Is there any sense in independence for one at the expense of the fundamental rights of the other? Can the Jewish people, whose history is a record of continued suffering and relentless persecution, allow themselves to be indifferent to the rights and suffering of a neighbouring people? Can the state of Israel allow itself the unrealistic dream of an ideological end to the conflict instead of pursuing a pragmatic, humanitarian one based on social justice? (...)
we have a law that confirms the Arab population as second-class citizens. It follows that this is a very clear form of apartheid. I don’t think the Jewish people lived for 20 centuries, mostly through persecution and enduring endless cruelties, in order to become the oppressors, inflicting cruelty on others. This new law does exactly that. Therefore, I am ashamed of being an Israeli today.
Hier dirigeert hij zijn West-Eastern Divan Orchestra in de Vijfde Symfonie van Beethoven. Bekijk ook eens de prachtige documentaire Multiple Identities - Encounters with Daniel Barenboim uit 2002.

zaterdag 28 juli 2018

Meedoen aan de statuscompetitie in de wetenschap vergroot de kans op dubieuze onderzoekspraktijken

In de wetenschap horen integriteit en waarheidsvinding voorop te staan. Maar hoe organiseer je universiteiten en andere onderzoeksorganisaties zo dat zulke zaken ook worden bevorderd?

In ieder geval lijkt het verstandig om ervoor te zorgen dat de statuscompetitie tussen onderzoekers binnen de perken blijft. Want daarmee zou je de kans vergroten dat onderzoekers door oneigenlijke doelen worden gemotiveerd. Status, dus, en door anderen erkend en bewonderd willen worden en anderen willen aftroeven en willen verslaan.

Wat universiteiten in werkelijkheid hebben gedaan is het tegenovergestelde. Door de prestatie-eisen op te voeren hebben ze een publicatiedruk laten ontstaan, die uitdrukkelijk uitnodigt tot statuscompetitie.

En daarmee tot onderzoekspraktijken die moeilijk zijn te rijmen met integriteit en waarheidsvinding. Denk even terug aan de affaire-Stapel en het naar aanleiding daarvan uitgebrachte rapport van de Commissie-Levelt: Bevordert publicatiedruk onderzoekscultuur van sloppyness en fraude? De affaire-Stapel.

Maar is het wel zo dat statuscompetitie de kans op dubieuze onderzoekpraktijken vergroot? Ja, de nieuwe studie Dark Pathways to Achievement in Science. Researchers’ Achievement Goals Predict Engagement in Questionable Research Practices verschaft aanwijzingen in die richting.

Junior psychologie-onderzoekers die lid waren van de Deutsche Gesellschaft für Psychologie en die aan een universiteit werkzaam waren, kregen de vraag voorgelegd of ze zich wel eens aan of meer van negen dubieuze onderzoekpraktijken hadden bezondigd, zoals het presenteren van een onverwacht resultaat als van te voren voorspeld, en of ze zich wel eens aan fraude hadden schuldig gemaakt (het vervalsen van data). Dat zulke praktijken in de sterk competitieve Duitse universitaire cultuur inderdaad niet zeldzaam zijn, bleek eruit dat 85,71 procent van de ondervraagden melding maakte van tenminste een dubieuze onderzoekspraktijk.

De onderzoekers was ook gevraagd of ze zich in hun werk meer lieten leiden door het streven zoveel mogelijk hun eigen kennis en competenties te vergroten of meer door het streven op anderen zo competent mogelijk over te komen. Het eerste streven kun je zien als een intrinsiek motief en het tweede als een statuscompetitiemotief.

Het bleek toen dat dubieuze onderzoekpraktijken significant meer werden gemeld door degenen die meer werden geleid door het statuscompetitiemotief en minder door degenen die meer werden geleid door het intrinsieke motief van het vergroten van eigen kennis en competenties.

Er was ook een Donkere Drie-vragenlijst afgenomen, om narcisme, psychopathie en Machiavellianisme te meten. Opvallend was dat degenen die hoger scoorden op narcisme meer het statuscompetitiemotief aanhingen.

dinsdag 24 juli 2018

De kleine overheid is dodelijk - Hoe de bezuinigingspolitiek in Spanje de mortaliteit opdreef

Of het kapitalisme zich als een economisch stelsel kan blijven handhaven, zal er waarschijnlijk van afhangen of de politiek, en dus wij met zijn allen, wel voldoende inzicht hebben in het belang van de verzorgingsstaat. Inzicht dus in het belang van zaken als sociale bescherming, toegankelijke gezondheidszorg, inkomensbeleid en macro-economisch werkgelegenheidsbeleid. Kapitalisme zonder een uitgebreide verzorgingsstaat lijkt niet levensvatbaar.

Dit valt te baseren op de ervaringen die landen hebben opgedaan met de wijze waarop ze reageerden op de Grote Financiële Crisis van 2008-2010. In Europa en met name in de eurozonelanden bestond die reactie eruit dat overheden gingen bezuinigen. De groeiende tekorten op de overheidsbegrotingen en de groeiende staatsschulden moesten zo snel mogelijk worden teruggedrongen.

Dat werd als de beste, ja, zelfs als de enige, oplossing gezien voor de gerezen problemen.Ook al omdat hij goed spoorde met de neoliberale ideologie van de kleine overheid, die zo'n grote invloed had op de regels van de euro.

Vrijwel alle economen waarschuwden en pleitten juist voor een expansief beleid. Want als de private sector bezig is om zijn schulden terug te dringen, valt de economie stil, groeit de werkloosheid en dalen de overheidsinkomsten. Maar de politici luisterden vooral naar elkaar en zo ontstond een sociale zeepbel, die ik vanaf 2011 de bezuinigingszeepbel noemde.

Het enige voordeel, maar dan ook echt het enige, van die ontwikkeling is dat we nu kunnen leren wat de rampzalige gevolgen zijn voor de bevolking van een overheidsbeleid dat erop gericht is om snel de overheidsuitgaven terug te dringen. Van een beleid dus dat ontspruit aan de neo-liberale ideologie van de kleine overheid.

In vorige berichten maakte ik al melding van studies die die gevolgen laten zien, waarin het ging om Griekenland, Groot-Brittannië en de Amerikaanse staat Kansas:
Daar is nu de nieuwe studie Austerity Policies and Mortality in Spain After the Financial Crisis of 2008, waarin het gaat over Spanje.

De onderzoekers vergeleken de ontwikkeling van de mortaliteit (het aantal sterfgevallen per jaar per 100.000 inwoners) in Spanje tussen 2010, toen de bezuinigingen begonnen, en 2015 met de trend daaraan voorafgaand en met de ontwikkeling in de Verenigde Staten, waar Obama met verhoging van uitgaven juist de economie stimuleerde (niet genoeg, maar daar gaat het nu niet om). 

Dat levert het volgende plaatje op:


Links laat de rode lijn de waargenomen ontwikkeling van de mortaliteit in Spanje tussen 2000 en 2015 zien. De zwarte lijn is de trend, met de twee onderbroken lijnen als de onzekerheidsmarges. Wat natuurlijk meteen opvalt is de abrupte en sterke toename vanaf 2010, toen de bezuinigingen begonnen. Rechts zie je de ontwikkeling in de Verenigde Staten. Ook daar is er met ingang van 2010 een verandering, maar die komt pas in 2015 boven de onzekerheidsmarge van de trend uit.

In getallen uitgedrukt, waren er in de periode 2010 - 2015 in Spanje 505.559 meer sterfgevallen dan je op grond van de trend van de voorafgaande tien jaar had mogen verwachten. De onderzoekers vermelden dat het aantal extra doden vergelijkbaar is met het aantal slachtoffers van de Spaanse Burgeroorlog, die van 1936 tot 1939 werd uitgevochten. Dit zou toch eigenlijk voorpaginanieuws moeten zijn, verzuchtte ik toen ik dat las.

Dat rampzalige bezuinigingsbeleid verlengde de economische recessie, met hoge en langdurige werkloosheid als gevolg. En we kennen de negatieve gezondheidseffecten van werkloosheid: Het kwaad van werkloosheid. Over prioriteiten van politieke leiders.

Maar daarnaast waren er ook de brute bezuinigingen op de gezondheidszorg, die heel rechtstreeks in verband staan met die mortaliteit. De onderzoekers melden dat tussen 2011 en 2015 het aantal artsen met 3000 afnam, het aantal verplegers met 5000 en het aantal andere posities in de gezondheidszorg met 40.000. En de wachttijden voor operaties, die voorheen vergelijkbaar waren met die in Zweden, namen sterk toe.

Kortom: de kleine overheid is dodelijk.

vrijdag 20 juli 2018

De uitspraken van minister Blok sociaalwetenschappelijk bekeken - Politici zouden beter op de hoogte moeten zijn van het sociaalwetenschappelijk onderzoek

Onze minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, is van mening dat een multi-etnische of multiculturele samenleving niet vreedzaam kan zijn en dat dit eraan ligt dat de menselijke sociale natuur voor zo een samenleving ongeschikt is. Dat valt af te lezen aan de combinatie van de volgende twee uitspraken die uit zijn mond zijn opgetekend:
Noem mij een voorbeeld, van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont (...) en waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Ik ken het niet.
Waarschijnlijk zit ergens diep in onze genen dat we een overzichtelijke groep willen hebben om mee te jagen of om een dorpje te onderhouden. En dat we niet goed in staat zijn om een binding aan te gaan met ons onbekende mensen.
Even afgezien van de politieke lading ervan, wat valt er sociaalwetenschappelijk gezien over te zeggen? Dat is ook van belang omdat het idee dat we hier tegenkomen in wijdere kringen bestaat.

De lijn van sociaalwetenschappelijk onderzoek die meer inzicht kan verschaffen, kan met trefwoorden als sociale identiteit, in-group bias, intergroepsrelaties en etnocentrisme worden aangeduid. Die lijn begon al aan het begin van de twintigste eeuw met het werk van de Amerikaanse socioloog William Graham Sumner, wiens klassieker Folkways (1906) je op Project Gutenberg zomaar voor niks kunt lezen.

Volgens Sumner hebben mensen een neiging om zichzelf als lid van een groep te zien, hun in-group, waarbinnen mensen elkaar vertrouwen en loyaal aan elkaar zijn. Dat gaat ermee samen dat mensen een voorkeur hebben om met leden van hun eigen groep om te gaan en allerlei eigenschappen van hun eigen groep hoger waarderen dan die van andere groepen (in-group favoritism).

Vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw zijn deze ideeën theoretisch verder uitgewerkt, in wisselwerking met empirisch onderzoek. Baanbrekend was het werk van de Engelse onderzoeker Henri Tajfel, die o.a. liet zien dat mensen ook bij een onderscheid tussen in-group en out-group op grond van een onbenullig criterium (zoals voorkeur voor de ene dan wel de andere kunstenaar) geneigd zijn om de leden van "hun eigen groep" voor te trekken. Dat leidde tot veel onderzoek, onder het trefwoord minimal group paradigm.

Een vooraanstaand onderzoekster in deze lijn van onderzoek is Marilynn Brewer. (Zie ook het bericht Kunnen wij wereldburgers zijn? Een beetje uit 2013.) Toen zij in 2007 de Award for Distinguished Scientific Contributions uitgereikt kreeg, gaf ze in een lezing, die verscheen onder de titel The Importance of Being We: Human Nature and Intergroup Relations, een fraai overzicht van het tot dan verrichtte onderzoek.

Wat komt daaruit naar voren over de veronderstelde menselijke hang naar een eigen in-group en negatieve houding tegenover andere groepen? Dit citaat geeft uitsluitsel:
Despite widespread belief that in-group positivity and out-group derogation are reciprocally related, empirical research demonstrates little consistent relation between the two. Indeed, results from both laboratory experiments and field studies indicate that variations in in-group positivity and social identification do not systematically correlate with degree of bias or negativity toward out-groups (Brewer, 1979; Hinkle & Brown, 1990; Kosterman & Feshbach, 1989; Struch & Schwartz, 1989). For example, in a study of the reciprocal attitudes among 30 ethnic groups in East Africa, Brewer and Campbell (1976) found that almost all of the groups exhibited systematic differential positive evaluation of the in-group over all out-groups on dimensions such as trustworthiness, obedience, friendliness, and honesty. However, the correlation between degree of positive in-group regard and social distance toward out-groups was essentially .00 across the 30 groups.
Kort gezegd, er bestaat wel een neiging om positief te oordelen over de eigen groep, qua zaken als betrouwbaarheid, vriendelijkheid en eerlijkheid, maar dit gaat niet systematisch samen met een negatief oordeel over andere groepen. Het is dus ook niet zo dat hoe positiever mensen zijn over de eigen groep, hoe negatiever en vijandiger tegenover andere groepen. Ook uit het minimal group paradigm-onderzoek blijkt dat hoewel mensen ertoe neigen de eigen groep te bevoordelen, ze ervoor terugdeinzen om andere groepen expliciet te benadelen. Gehechtheid aan de eigen groep staat niet gelijk aan vijandigheid tegenover andere groepen. Brewer:
The point is simply that in-group attachment may be a necessary but not sufficient cause of intergroup hostility and that it is possible to have in-group loyalty and attachment in the absence of conflict with out-groups.
Voor alle duidelijkheid: het is dus goed mogelijk dat gehechtheid aan en loyaliteit met de eigen groep bestaat zonder vijandigheid tegenover andere groepen.

Terug naar minister Stef Blok: sociaalwetenschappelijk gezien klopt het dus niet dat de hang naar dat overzichtelijke eigen groepje of naar dat dorp een multi-etnische of multiculturele samenleving onmogelijk maakt. Beide kunnen goed samengaan.

Hoe zit dat dan met de wel bestaande conflicten tussen groepen en met de groepsgerichte vijandelijkheid? Denk nog even aan Wat is er eigenlijk aan de hand in Europa? Over rampzalig economisch beleid en rechtsextremisme.

Welnu, vijandigheid tegen over een andere groep ontstaat alleen dan als er aanwijzingen zijn dat die groep een bedreiging vormt. Brewer:
To justify out-group hate and intergroup conflict, the very existence of the out-group, or its goals and values, must be seen as a threat to the maintenance and the social identity of the in-group. Thus, understanding the relationship between in-group identification and out-group hostility requires understanding how the interests of the in-group and those of the out-group come to be perceived as in conflict.
En die bedreiging en dat belangenconflict kunnen reëel zijn, maar ze kunnen ook kunstmatig worden aangewakkerd. Brewer staat daar bij stil in een paragraaf met de titel Power politics. Politici kunnen er belang bij hebben om bedreigingen door andere, externe of interne, groepen voor te spiegelen en zo groepsgerichte vijandigheid aan te wakkeren:
When groups are political entities, however, these processes may be exacerbated by group leaders’ deliberate manipulations to mobilize collective action to secure or maintain political power. Social category differentiation provides the fault lines in any social system that can be exploited for political purposes.
En het valt te verwachten dat ze daarmee meer succes hebben als burgers toch al op zoek zijn naar verklaringen voor een toegenomen bestaansonzekerheid. Zie Door economische bestaansonzekerheid meer succes van rechts-extremistische partijen - Nieuwe aanwijzingen.

Marilynn Brewer hield dit betoog in 2007. Zal ze toen vermoed hebben dat het in 2018 zo bijzonder actueel zou zijn?

En je zou natuurlijk graag willen dat politici beter op de hoogte waren van het sociaalwetenschappelijk onderzoek.

zondag 8 juli 2018

Zondagochtendmuziek - John Coltrane - Untitled Original 11383 (Visualizer)

Er is een verloren gewaand album van John Coltrane ontdekt en uitgebracht: Both Directions at Once: the Lost Album. De opname werd gemaakt in 1963 in de Van Gelder Studios in New Jersey. De tape moet zijn vernietigd, maar er is een mono-opname boven water gekomen die meeliep. Coltrane speelt met Jimmy Garrison op bas, Elvin Jones op drums en McCoy Tyner op de piano.

Sonny Rollins (in The Guardian) noemt de ontdekking gelijkwaardig aan het vinden van een nieuwe kamer in de Grote Pyramide (van Giza). Te denken ware ook aan het aan het licht komen van een onbekende passie van Bach.

Kijk en luister ook even naar The Vinyl Geek over de ontdekking.

Nu al op YouTube, met een visualizer:

woensdag 4 juli 2018

Een publieke taak moet je met publiek geld financieren - Over de publieke omroep en over de sociale werkvoorziening

De publieke omroep moet bezuinigen. Want de reclame-inkomsten lopen terug en voor de optie om de publieke bijdrage te verhogen is kennelijk (nog?) geen politieke meerderheid.

Nu dreigt er bezuinigd te gaan worden op programma's waarvoor de publieke omroep eigenlijk is bedoeld: programma's die achtergrondinformatie verschaffen, informatie die kijkers helpt bij het begrijpen van de maatschappij waarin ze leven. Programma's als Tegenlicht, Zembla en Andere Tijden. Misschien omdat ze duur zijn in vergelijking met programma's waarin Bekende Nederlanders figureren. Want ja, BN'ers zijn goedkoop. Die moeten immers vaak in beeld, omdat hun inkomen van hun naamsbekendheid afhangt.

Dat de publieke omroep zich deels moet bedruipen uit reclame-inkomsten, is eigenlijk vreemd. Want de afhankelijkheid van die inkomsten, en dus van kijkcijfers, kan gemakkelijk ten koste gaan van die taak van het bieden van achtergrondinformatie. Dat zulke programma's over het algemeen minder worden bekeken dan het celebrities-amusement, hoeft natuurlijk niet te betekenen dat de maatschappelijke waarde ervan geringer is.

Het vreemde ligt erin dat je als overheid enerzijds die taak van een publieke omroep serieus neemt, want er is wetgeving en er zijn uitgaven, maar dat je anderzijds de goede uitvoering van de publieke taak tegenwerkt door te eisen dat een deel van de inkomsten uit reclame moet worden verkregen.

Diezelfde tegenstrijdigheid hebben we gezien bij, iets heel anders, de sociale werkvoorziening. Er kwamen sociale werkplaatsen op grond van het inzicht dat de markt niet uit zichzelf werkgelegenheid creëert voor iedereen. Voor sommigen is beschut werk noodzakelijk, dat commercieel niet of niet voldoende tot stand komt. Sociale werkvoorziening dus als publieke taak.

Maar toen sloeg de ideologie van de kleine overheid toe en het blinde geloof in de weldaden van de marktwerking. En dus moesten de sociale werkplaatsen zich meer bekostigen door middel van eigen inkomsten. De bijdragen vanuit het Rijk werden gekort. Sociale werkplaatsen moesten op de markt concurreren. Want ze waren te duur.

Met als bekend gevolg dat de werkplaatsen hun beste werknemers, die misschien anders werk hadden kunnen vinden op de reguliere arbeidsmarkt, probeerden te behouden. Vandaar dat de lonen in de sociale werkvoorziening gingen toenemen. Waardoor de sociale werkplaatsen nog duurder werden. En de wachtlijsten voor de sociale werkvoorziening ontstonden en groeiden. Want de werkplaatsen begonnen in te zien dat het "bedrijfseconomisch" gezien niet verstandig was om datgene te doen waarvoor ze bedoeld waren: werk bieden aan de zwaksten op de arbeidsmarkt.

En zo werd de sociale werkvoorziening om zeep geholpen. Sociale werkplaatsen? Nee hoor, veel te duur. Een publieke taak die door de politiek niet serieus werd genomen.

Zal de publieke omroep net zo door de politiek om zeep worden geholpen?

dinsdag 3 juli 2018

De innige relatie tussen Trump en zijn aanhang, die als hij verstoord gaat worden, voor beiden catastrofaal gaat uitpakken

In een tijd waarin narcisme over de hele linie lijkt te zijn toegenomen, zullen er ook meer politici op het toneel verschijnen met narcistische trekken. Die ontwikkeling kan ertoe leiden dat we een soort symbiose zien ontstaan tussen de narcistische leider en zijn aanhang, die zich sterk tot dat narcisme voelt aangetrokken.

Op hoe die symbiose eruitziet in het geval van Donald Trump en zijn kiezers, krijgen we enig inzicht dankzij de studie Group-Based Dominance and Authoritarian Aggression Predict Support for Donald Trump in the 2016 U.S. Presidential Election.

Over dat narcisme van Trump kunnen we kort zijn: een onrealistisch hoge eigendunk, een hoge mate van agressie tegenover tegenstanders, onvermogen om de democratische beperkingen te accepteren die aan het ambt van president gesteld zijn en vijandigheid tegenover wetenschap en deskundigheid. Een narcist kan niemand dulden die een inbreuk zou kunnen maken op zijn eigenwaan.

Uit dat onderzoek komt een beeld naar voren van Trumps aanhang dat perfect bij die narcistische trekken aansluit.

Want daaruit blijkt dat de Trump-kiezers in vergelijking met kiezers op andere kandidaten hoger scoren op de Sociale Dominantie Oriëntatie en het rechts-autoritaire wereldbeeld (RWA). (Zie het bericht Over het verband tussen narcisme en rechts-extremisme voor meer over die SDO en RWA.)

Dit geldt in het bijzonder voor de twee facetten "autoritaire agressie" en "groepsgebaseerde overheersing". Een voorbeeld van een uitspraak die staat voor autoritaire agressie is:
What our country really needs is a strong, determined President which will crush the evil and set us on our right way again
 En uitspraken die staan voor groepsgebaseerde overheersing, zijn:
In getting what your group wants, it is sometimes necessary to use force against other groups
Some groups of people are simply inferior to other groups
Some groups of people must be kept in their place
Daaruit lijkt inderdaad het beeld naar voren te komen van een symbiose van de narcistische leider die de collectief narcistische wensbeelden van zijn aanhang verpersoonlijkt.

Beide hebben elkaar nodig. Een innige relatie, die als hij verstoord gaat worden, voor beide catastrofaal gaat uitpakken.

zondag 1 juli 2018

Zondagochtendmuziek - Dvořák: Piano Quintet No. 2 in A major, Op. 81 - Harriet Krijgh & Friend...

Vandaag is de laatste dag van het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht, sinds vorig jaar samengesteld door Harriët Krijgh. Ik was woensdagavond bij het openingsconcert. Met mooie uitvoeringen van Beethovens Geistertrio en van Brahms Tweede Strijksextet, met Simone Lamsma op eerste viool.

Dit is een opname van vorig jaar, van het prachtige Tweede Pianokwintet van Antonín Dvořák.