donderdag 29 september 2022

Tweede Kamer debatteert over omgangsvormen - Prima. Maar dan moet het gaan over wat democratie is en hoe je in een democratie met elkaar omgaat

De democratie is de institutionele uitingsvorm van onze morele gemeenschapsintuïtie van iedereen-telt-mee. Zoals vormgegeven in het algemeen kiesrecht. En in de Grondwet, waarin de overheid, dus wij-met-zijn-allen, de opdracht heeft om te zorgen voor bestaanszekerheid voor iedereen. Zie nog eens het bericht van 19 januari van dit jaar: De vraag of je de democratie kunt en moet zien als de institutionalisering van de morele gemeenschapsintuïties is urgent en actueel

Wat betekent het dat iedereen meetelt? Dat betekent dat we bij het zoeken naar het beste beleid als richtlijn hanteren dat ieders belangen en behoeften daarin met gelijk gewicht meegewogen worden. Niemand heeft meer rechten dan een ander. Maar ook niet minder, want de zwakkeren en kwetsbaren tellen mee en horen dus geholpen te worden.

En het betekent dat het zoeken naar het beste beleid een gezamenlijke zoektocht is. Wat weer betekent dat we van elkaar mogen verwachten dat iedereen deelnemer is aan die zoektocht. Dat we dus in de democratische beraadslagingen, zoals in de volksvertegenwoordiging, natuurlijk van mening kunnen verschillen over wat het beste is voor iedereen, maar dat we ervan uit moeten kunnen gaan dat iedereen met de beste bedoelingen aan het debat deelneemt. In die debatten kunnen we elkaars tegenstander zijn en proberen we om de ander met argumenten te overtuigen. 

Maar we kunnen daarin niet elkaars vijanden zijn, vijanden die elkaar met onoorbare middelen, beledigingen, bedreigingen, te lijf gaan. Dat valt buiten de morele gemeenschapsintuïtie van de democratie en komt voort uit het statuscompetitiepatroon, waarin het gaat om wie er domineert en onderdrukt en wie er het onderspit delft.

Vandaag was er in de Tweede Kamer weer eens een debat over de onderlinge "omgangsvormen". Zo'n debat was er ook al op 9 maart van dit jaar. De aanleiding daartoe is dat sommige Kamerleden, in de eerste plaats uit rechts-extremistische hoek (PVV, FvD), collega-Kamerleden of hele bevolkingsgroepen beledigen, bedreigen en intimideren. 

Zulk gedrag keuren we af in de persoonlijke omgang met elkaar, maar in het kader van democratische beraadslagingen kan het al helemaal niet worden getolereerd. Het is bedreigend voor de democratie en valt duidelijk niet onder de democratische vrijheid van meningsuiting. Bovendien zouden die omgangsvormen in parlementaire debatten juist een voorbeeld moeten zijn dat uitdraagt wat democratie betekent.

Dat betekent dat het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en het optreden van de voorzitter dat soort gedrag onmogelijk hoort te maken. Als het gebeurt, dan hoort de spreker het woord ontnomen te worden. Iedereen hoort in de volksvertegenwoordiging gekozen te kunnen worden, tenzij hem of haar door de rechter het kiesrecht is ontnomen (Art. 54 van de Grondwet). Maar eenmaal gekozen, dan is beledigen, bedreigen en intimideren niet toegestaan.

Dat zou vanzelfsprekend behoren te zijn. En dat kan ook. Lees hier hoe een en ander is geregeld in de Duitse Bondsdag: Opinie Otto Fricke: “Debatteer in het parlement, ga niet vechten”.

dinsdag 27 september 2022

Een sociaalwetenschappelijk zicht op hoe Nederlanders reageerden op de Duitse Bezetting - 6. Over de immobilisatiereactie, het belang van wat anderen doen en het "Ontwaakt, verworpenen der aarde!"

Wat maakt dat collectief en massaal verzet tegen terreur en onderdrukking zo moeilijk van de grond komt? Wat hield veel Nederlanders tegen gedurende de Duitse bezetting van 1940-1945? Wat hield veel Duitsers zelf tegen, nadat ze doordrongen waren geraakt van de ware aard van het Hitler-bewind?

Het zijn vragen die ook nu nog, of weer, van groot belang zijn, in een tijd waarin het rechts-extremisme weer her en der de kop opsteekt.


Zo eindigde het vorige bericht. Een bekende sociaalwetenschappelijke aanpak van vragen als deze maakt gebruik van de rationele keuzetheorie. In die aanpak wordt de situatie waar het hier over gaat gemodelleerd als een publiek (of collectief) goed-dilemma.

In de speltheorie, die een toepassing is van de rationele keuzetheorie op strategisch gedrag, is dat een zogenaamd N-persoons gevangenendilemma. Een groep mensen zou beter af zijn als iedereen zou bijdragen aan verzet tegen de onderdrukker. Dan zou het verzet groot genoeg zijn om aan de onderdrukking een einde te maken. Die beëindiging is het publieke goed, een goed waar iedereen belang bij heeft. Maar voor ieder individu afzonderlijk is het beter om niet bij te dragen. Want elke individuele bijdrage is te verwaarlozen en kan wel hoge kosten met zich meebrengen (het gevaar van arrestatie). Dus zal niemand bijdragen en komt het publieke goed niet tot stand. Het collectieve en massale verzet komt niet van de grond.

In afwijking daarvan zien we dat er vaak wel verzet is, maar niet genoeg om de onderdrukking te beëindigen. Of we zien soms dat het verzet toch zo omvangrijk is dat we kunnen spreken van een geslaagde revolutie. Dezer dagen zien we beelden van het verzet in Iran tegen de onderdrukking door het ayatollah-regime, dat zo omvangrijk lijkt dat het misschien wel slaagt. En we zien in Rusland uitingen van verzet tegen het Poetin-bewind. 

Bij zulke verschijnselen staan aanhangers van de rationele keuzetheorie met de handen in het haar. Ze moeten er hulpveronderstellingen bijhalen, zoals de veronderstelling dat mensen niet goed geïnformeerd zijn over de kosten en opbrengsten van hun gedrag. Of ze sluiten hun ogen voor de "irrationaliteit" van dat gedrag. Vervelend dat de werkelijkheid zich niet houdt aan wat de theorie toch luid en duidelijk voorschrijft. Denk ook aan hoe economen nog wel eens willen reageren op onwelgevallige resultaten van empirisch onderzoek.

Genoeg over die rationele keuzetheorie. Ik had het er al over in het derde bericht van deze reeks. 

Want er is natuurlijk een beter alternatief. De benadering van de Dual mode-theorie namelijk, die zich wel laat informeren over de menselijke sociale natuur en dus in die zin niet biologievrij is. Daarmee kom ik terug op de berichten Over de biologievrije sociale wetenschap. En over Charles Darwin, de Polyvagaaltheorie en het werk van Bessel van der Kolk en Over de immobilisatiereactie op individuele, maar ook op collectieve trauma's - Nu de ramp van de klimaatverandering, toen die van de Tweede Wereldoorlog. 

Als we er door die bril naar kijken, dan komen onderdrukking en de reacties op onderdrukt worden voort uit het statuscompetitiepatroon. Onderdrukt worden is een toestand van sociale onveiligheid, waarop mensen, afhankelijk van de omstandigheden en de toestand van hun autonome zenuwstelsel, reageren met vluchten (flight), het plegen van verzet (fight) of met die immobilisatiereactie. Reacties die dus voortkomen uit de diepere lagen van de menselijke sociale natuur. Geen weloverwogen, "rationele" daden (in het geval van vluchten of vechten) en niet een weloverwogen, "rationeel" afzien van daden, maar immobilisatie, verstijfd zijn door angst, verdringing, dissociatie, terugtrekking, blokkering. 

Mensen zijn nu eenmaal geen "koele kikkers", als die al bestaan, maar wezens van vlees en bloed en met een autonoom zenuwstelsel. Waardoor het niet plegen van verzet er dus ook uit kan voortkomen dat mensen immobiliseren, verstijfd zijn door angst en in die toestand zo goed mogelijk proberen door te leven, zichzelf voorhoudend dat er niets anders op zit. 

En als de onderdrukking een collectieve bedreiging is, dan hebben we in het geval dat veel mensen terechtkomen in die immobilisatiereactie dus te maken met een collectief trauma. De afwezigheid van verzet komt niet door weloverwogen passiviteit of onverschilligheid, maar door angst en blokkering. 

Individuele trauma's, angststoornissen en daarmee samenhangende aandoeningen kunnen behandeld worden en vaak met succes. Succes bestaat er dan uit dat het sociale betrokkenheidssysteem, dus het gemeenschapspatroon, zodanig geactiveerd wordt dat mensen uit dat statuscompetitiepatroon kunnen ontsnappen. Daarmee leren ze dat het niet langer nodig is om naar de wereld te kijken als vol van gevaren en bedreigingen. Het herwonnen gevoel van veiligheid maakt dat ze weer op anderen betrokken kunnen zijn. Denk aan de op het autonome zenuwstelsel gerichte therapie op basis van de polyvagaaltheorie zoals uiteengezet door Stanley Rosenberg in De nervus vagus als bron van herstel. Of denk aan het werk van psychiater Bessel van der Kolk, waar ik het hier over had.

Maar hoe doe je dat met een collectief gevoel van onveiligheid? Dat bovendien niet een nasleep is van in het verleden ervaren onveiligheid, zoals met individuele trauma's, maar voortkomt uit bedreigingen in het hier en nu. 

Precies hier komt de Dual Mode-theorie binnen en wel in het bijzonder Stelling 2. Die houdt immers in dat mensen beïnvloed worden door wat ze in hun sociale omgeving ervaren. Hoe meer gemeenschapsgedrag je ervaart, hoe veiliger je sociale omgeving en hoe meer ook jouw gemeenschapsgedrag wordt geactiveerd. Dus hoe actiever jouw sociale betrokkenheidssysteem. En andersom, hoe meer je in aanraking komt met statuscompetitiegedrag, in dit geval in de vorm van blootstelling aan onderdrukking, hoe onveiliger je sociale omgeving en hoe sterker jouw terugtrekkingsreactie.

Daar is dus tegenwicht nodig. Die kan er zijn als de onderdrukten over elkaar geïnformeerd raken en over elkaars bereidheid om in verzet te komen. En verzet tegen onderdrukking is een vorm van gemeenschapsgedrag. Het is de strijd tegen het statuscompetitiepatroon en een strijd die je niet alleen voor jezelf, maar ook voor alle andere onderdrukten voert. Als de onderdrukten uit hun isolement bevrijd worden, en dus over elkaars bereidheid tot verzet geïnformeerd raken, dan groeit het tegenwicht tegen ieders terugtrekking en verlamming. Door de met elkaar gedeelde bereidheid tot het gemeenschapsgedrag van het verzet, gloort er hoop..

Kort gezegd, collectief en massaal verzet zal opbloeien hoe meer de informatie zich verspreidt over ieders bereidheid tot verzet. Vandaar het belang van demonstraties in de straten en op de pleinen. Vandaar het belang van sociale media. Mensen moeten het van elkaar weten. Vandaar ook de pogingen van de onderdrukkers om die informatieverspreiding tegen te gaan. Door censuur, propaganda en afsluiten van het internet.

En vandaar ook het belang van gebeurtenissen die de onderdrukten een indruk geven van de algemene bereidheid tot verzet. En die dat verzet uitlokken. Zo'n uitlokkende gebeurtenis was in Iran de dood van de 22-jarige Mahsa Amini, die vanwege het niet juist dragen van de hoofddoek door de "moraliteitspolitie" was opgepakt. Niet alleen was iedereen daar verontwaardigd over, ook was iedereen er meteen van overtuigd dat ieder ander daar verontwaardigd over was. Die overtuiging zorgde er voor dat mensen de straat opgingen in de vaste verwachting dat ze niet de enige zouden zijn. Dus massale demonstraties, die op hun beurt weer nieuwe demonstraties uitlokten.

Toch nog even terug naar die rationele keuzetheorie. Merk op dat het voor die theorie niet uitmaakt wat mensen weten over de bereidheid van anderen. Hoe klein of groot die bereidheid ook is, het blijft voor ieder individu de beste ("rationele") optie om niet mee te doen. En wel te profiteren van wat andere eventueel doen. Een mistroostig, maar vooral ook onrealistisch mensbeeld.

Als het inderdaad zo is dat die immobilisatiereactie tot het menselijk gedragsrepertoire behoort, dan zou je mogen verwachten dat mensen daar ook zelf weet van hebben. Dat het tot de algemeen gedeelde kennis behoort. Dat lijkt mij ook het geval. We hebben er immers naast een sociaalwetenschappelijke vakterm als immobilisatie ook woorden voor in onze omgangstaal: verstijfd door angst, blokkering, terugtrekking. Woorden waarvan iedereen weet wat er mee bedoeld wordt.

Ik dacht ook even aan de eerste vier woorden van de Internationale: "Ontwaakt, verworpenen der aarde!" Hier de vertaling door Henriëtte Roland Holst uit 1899 van de oorspronkelijk Franse tekst. Daarin worden onderdrukten opgeroepen om te ontwaken. Ontwaken uit de sluimer van de immobilisatie. En wordt gewezen op de groeiende bereidheid om in verzet te komen: "Reed‘lijk willen stroomt over de Aarde, en die stroom rijst al meer en meer".

Na deze lange omweg gaan we in het volgende bericht weer terug naar de vraag waarmee deze reeks begon: waardoor was er niet een massaler verzet van de Nederlanders tegen de Duitse bezetting en de Jodenvervolging van 1940-1945? Hier het vervolg.

zaterdag 24 september 2022

Statuscompetitie ondermijnt samenwerking. In het klein en in het groot.

Vanuit de Dual Mode-theorie gezien, zou je verwachten dat mensen als ze de keuze hebben om met iemand samen te werken of niet, minder voor samenwerking kiezen als ze aanwijzingen hebben dat die andere persoon meer door het statuscompetitiepatroon gemotiveerd wordt. Hoewel de waarneming van veiligheid dan wel onveiligheid al in het autonome zenuwstelsel plaatsvindt (neuroceptie), zijn mensen ook in staat tot een bewust besef van de bijpassende gedragspatronen, gemeenschapsgedrag in het geval van veiligheid en statuscompetitiegedrag in het geval van onveiligheid. Evenals tot een bewust besef van de noodzakelijkheid van gemeenschapsgedrag voor samenwerking. Mensen zullen dus op hun hoede zijn als ze aanwijzingen hebben voor statuscompetitiegedrag van iemand.

Die verwachting wordt bevestigd door de nieuwe studie On the Value of Modesty: How Signals of Status Undermine Cooperation. De onderzoekers lieten proefpersonen een gevangenendilemma spelen met een gefingeerde partner (Studie 1) of een onbekende andere persoon (Studie 2). In dat dilemma kun je door samen te werken de voor beide spelers hoogste opbrengst verkrijgen. Maar voor elk van de spelers geldt dat ze door niet samen te werken, terwijl de ander dat wel doet, een hogere opbrengst krijgen, terwijl de ander dan zeer slecht af is. Nog slechter dan wanneer ze allebei kiezen om niet samen te werken. De spelers beslissen onafhankelijk van elkaar. 

De rationele keuzetheorie voorspelt in dit geval dat beide spelers er voor kiezen om niet samen te werken. Ze zijn dan altijd beter af, wat de andere speler ook kiest. Niet-samenwerken is de zogenaamde dominante strategie. We zagen al dat veel mensen niet volgens die voorspelling handelen. Zo zijn er veel mensen die uit zijn op samenwerking, daar ook voor kiezen en er, in een herhaald spel, pas mee stoppen als gebleken is dat de andere speler anders kiest. Anderen kiezen so wie so voor niet-samenwerken.

In dit onderzoek gaven de onderzoekers de gefingeerde partner een avatar, waarmee de persoon zich geacht werd te presenteren. En in het geval van de onbekende andere persoon als partner lieten ze deze persoon zelf een avatar kiezen. Die avatars hadden wel of geen luxueuze uitstraling. In het geval van luxe ging het om kleding van dure merken (zoals Prada, Gucci, Dior, Louis Vuitton). In andere gevallen ging het om merkloze kleding. De proefpersonen kregen die avatars te zien voorafgaand aan hun keuze om samen te werken of niet.

Het idee daarachter was dat een luxe avatar door de proefpersoon zou worden opgevat als een aanwijzing dat de persoon achter de avatar gemotiveerd werd door het statuscompetitiepatroon. Dat hij of zij uit was op het streven naar status door middel van "conspicuous consumption". En dat zo'n aanwijzing zou ontbreken in het geval van merkloze kleding. Uit een "manipulatiecheck" bleek inderdaad dat de proefpersonen in het geval van de luxe avatar meer de indruk hadden dat die persoon gemotiveerd werd door het streven naar status.

Maakte die wel of niet luxe avatar wat uit voor de keuze van de proefpersonen om samen te werken of niet? Jazeker. In Studie 1 koos 57 procent voor samenwerking als de partner bescheiden was (geen luxe avatar), tegenover 45 procent als de partner streefde naar status (luxe avatar). Hiermee kwam overeen dat de proefpersonen van de partners die naar status streefden minder samenwerking verwachten dan van de bescheiden partners.

En in Studie 2 koos 54 procent voor samenwerking in geval van een bescheiden partner en slechts 38 procent in geval van een statusgerichte partner. 

Kozen de partners die meer voor een luxe avatar hadden gekozen ook inderdaad minder voor samenwerking? Jazeker, van hen koos slechts 27 procent voor samenwerking, tegenover 53 procent van de bescheiden partners.

Dat laatste wijst er dus op dat ook zoiets op het oog onbeduidends als het kiezen voor een luxe uitstralende avatar iets zegt over het eigen gedrag. Naast dat het gevolgen heeft voor hoe anderen je beoordelen, namelijk als iemand waarmee je beter niet samenwerkt.

Het onderzoek laat in het klein iets zien wat we natuurlijk ook in het groot, in de natuurlijke omgang tussen mensen en in maatschappij en politiek, kunnen waarnemen. We zagen al dat statusvertoon en vriendschap elkaar slecht verdragen.  En we zagen dat mensen in landen met meer zorg voor elkaar er ook meer voor kiezen om middels uitgebreidere overheidsvoorzieningen onderling samen te werken en te delen. Zoals we ook zien dat de samenwerking in de vorm van democratie en mensenrechten moet worden veroverd op de bedreigingen van statuscompetitie in de vorm van autocratie en fascisme.

maandag 19 september 2022

Meer contact vergroot het draagvlak voor asielzoekers - Twee nieuwe aanwijzingen voor de contacthypothese en de Dual Mode-theorie

Zes op tien Nederlanders (60 procent) vinden het 'onze morele plicht' om asielzoekers fatsoenlijk op te vangen. En 61 procent onderschrijft de uitgangspunten van het Nederlandse asielbeleid, zoals die vastliggen in internationale verdragen en Europees recht. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research, gebaseerd op een representatieve steekproef van 2684 Nederlanders. Het werd uitgevoerd in opdracht van de NOS, die daar gisteren over berichtte.

Er is de laatste tijd veel te doen over die opvang van asielzoekers. Denk aan die honderden asielzoekers die bij het COA in Ter Apel buiten moesten slapen vanwege een tekort aan slaapplekken. Volgens de VN Vluchtelingenorganisatie UNHCR lag dat er vooral aan dat de Nederlandse regering al jarenlang een kortetermijnbeleid voert. Als er even wat minder asielzoekers komen, worden opvangplekken snel gesloten. 

De indruk bestaat dat de regering terughoudend is in het opvolgen van de eisen van die internationale verdragen en het Europees recht. Misschien omdat vooral regeringspartij VVD beducht is voor stemmenverlies aan rechts-extremistische partijen die die verdragen en het geldende recht opzij willen zetten en een asielstop willen invoeren. 

Hoe dan ook, het blijkt dus dat een ruime meerderheid, die je overigens nog wel ruimer zou willen hebben, een fatsoenlijke opvang een morele plicht vindt en de uitgangspunten van het asielbeleid onderschrijft. Voor die meerderheid geldt dat de morele gemeenschapsintuïtie van het iedereen-telt-mee zich ook uitstrekt tot mensen die vluchten voor oorlog, geweld of vervolging.

Er werd in het onderzoek ook gevraagd naar het draagvlak voor een asielzoekerscentrum (azc) in de eigen buurt. Daar kwam een interessant verschil uit tussen mensen zonder en met een azc in de buurt (binnen 500 meter). 55 procent van de ondervraagden zonder een azc in de buurt zou vestiging van een azc acceptabel vinden. Dat percentage stijgt tot 73 procent voor degenen met wel een azc in de buurt. Hen werd gevraagd of ze vestiging van een azc in de buurt acceptabel hadden gevonden als hen dat destijds was gevraagd.

Het lijkt plausibel om aan te nemen dat dat hogere percentage eruit voortkomt dat die laatste groep ervaringen heeft opgedaan met met de aanwezigheid van asielzoekers in hun buurt. En contacten met hen heeft gehad.

Als dat zo is, dan zou dat geheel overeenkomen met de sociaalwetenschappelijke contacthypothese. Zie hier voor mijn laatste bericht over die contacthypothese: Door meer contact en dus vertrouwdheid bewegen we naar het gemeenschapsevenwicht. Volgens die hypothese nemen door een toename van onderling contact negatieve vooroordelen tussen mensen af en gaan ze positiever over elkaar oordelen. Door die toename van contact raken mensen meer met elkaar vertrouwd. Wat weer het gevoel van veiligheid bevordert dat maakt dat gemeenschapsgedrag waarschijnlijk wordt. Geheel volgens Stelling 2 van de Dual Mode-theorie

Dit onderzoek van I&O Research voegt dus een aanwijzing toe aan al die aanwijzingen die er al bestaan voor die contacthypothese. En daarmee voor de Dual Mode-theorie.

Toevallig kwam er vandaag ook deze studie voorbij Exposure to Past Immigration Waves and Attitudes toward Newcomers, Die laat zien dat Duitsers die in gebieden wonen die in de jaren negentig een instroom meemaakten van immigranten uit de vroegere Sovjet-Unie, immigranten met een Duitse achtergrond, in 2016 positiever stonden tegenover de vluchtelingen uit het Midden-Oosten, in het bijzonder uit Syrië.  Dat is dus nog weer een aanwijzing erbij.

In beide gevallen gaat het overigens niet om een toename van persoonlijke vertrouwdheid, dat wil zeggen de vertrouwdheid met dezelfde personen. Een toename van vertrouwdheid met vertegenwoordigers van een bepaalde categorie (vluchtelingen, immigranten, asielzoekers) blijkt zich dus uit te kunnen breiden naar andere vertegenwoordigers van die categorie. Het sociale veiligheidsgevoel blijkt zich gemakkelijk te generaliseren.

zondag 18 september 2022

Een sociaalwetenschappelijk zicht op hoe Nederlanders reageerden op de Duitse Bezetting - 5. Over hoe het Duitse volk zelf niet in verzet kwam

De vraag waardoor niet meer Nederlanders gedurende de Duitse bezetting van 1940-1945 in verzet kwamen, in verzet tegen de Duitse terreurmaatregelen en de vervolging van Joodse landgenoten, heeft een algemenere strekking. Zie ook het vorige bericht.  

Want die bezetting, terreur en vervolging vormen een bijzonder geval van het vaker voorkomende verschijnsel van het collectief bedreigd zijn, waartegen een verdediging mogelijk zou zijn als maar genoeg mensen daaraan zouden meedoen. En dat laatste is dus vaak niet zo. Hoe komt dat?

Een ander geval is de situatie waarin de Duitsers zelf verkeerden gedurende de opkomst van Hitler in de jaren dertig en na het uitbreken van de oorlog, met de inval in Polen, in 1939. Hoewel de steun voor Hitler opliep, haalde hij bij de laatste Rijksdagverkiezing voor de machtsovername, op 5 maart 1933, geen meerderheid. En na de aanvankelijke economische (en militaire) successen werd het voor de Duitse bevolking al gauw duidelijk dat die succesvolle economie niet voor hun welzijn bedoeld was, maar voor het voeren van een roekeloze oorlog die slechts op een ramp kon uitlopen. 

Onder die oorlogseconomie en onder die oorlog had ook het Duitse volk zelf te lijden, dus nog afgezien van het leed dat aan anderen werd toegebracht. Er was weliswaar enig verzet en er waren een of twee mislukte aanslagen op Hitler. Maar ook toen de meeste Duitsers al wel door hadden gekregen dat ze zich door een narcistische fantast hadden laten begeesteren en dat het niet goed zou aflopen, bleven ze passief en zelfs apathisch en kwam er geen volksopstand.

Ik bladerde even door The Wages of Destruction van Adam Tooze, dat hier en hier al aan de orde kwam.  Nadat de militaire successen duidelijk tot het verleden behoorden en de geallieerde bombardementen op de Duitse steden waren begonnen, was er van die aanvankelijke begeestering weinig meer over. Tooze schrijft daarover (p. 602-3):

...the impact of the events of July 1943 (het bombardement op Hamburg) cannot be exaggerated. Even the most rabid adherents of the Third Reich could hardly deny that 'the end was nigh'. (...) Not surprisingly, as the news from Hamburg leaked, the Gestapo picked up reports of shock and dismay from across the country. (...) The SD noted that party members were no longer wearing their party badges in public and people were avoiding the Hitler salute wherever possible. Speer (Albert Speer) found that even party audiences no longer responded to his boasts about the triumphs of the armaments miracle. Amongst senior industrial leaders, the SD reported, there was no longer anyone who believed in the possibility of a German victory. To admit as much in public, however, was extremely dangerous.

Dat laatste slaat op de terreur van het bewind tegen de eigen bevolking. Een onafhankelijke rechtspraak bestond al lang niet meer. Tooze (p. 603):

The politcization of the judiciary, which had taken on ever more aggressive forms since the beginning of the war, was intensified. By 1943 the courts were issuing death penalties against Germans for defeatism and sabotage at the rate of a hundred a week. Even prominent businessmen were no longer immune. (...) In the autumn of 1943 two senior branch managers of the Deutsche Bank were arrested and executed for making defeatist remarks. A designated board member of the electricity giant RWE suffered the same fate...

Het is natuurlijk moeilijk om nog een goed beeld te krijgen van wat dit voor de Duitse bevolking betekende. Als je The German War. A Nation Under Arms, 1939-1945 van Nicholas Stargardt er op naslaat, dan lees je (p. 373-4):

Most ominously for a Security Service primed to prevent a repeat of the 1918 revolution, during the course of August 1943 it reported growing public dissent. When the Lord Mayor of Göttingen boarded a train from Hamburg, refugees spotted his golden Party badge and told him quitley that there would be a reckoning. A woman even held her sleeve up to his nose so that he could smell the stench of the smoke on her clothes. Party officals were so often abused and threatened in public, especially in cities which had recently been bombed, that in the late summer of 1943 many stopped wearing their uniforms and Party badges in public. (...) In Marburg, Lisa de Boor was thrilled: "'Everywhere in the streets, in the shops, at the station, people are talking to one another saying that it can't go on like this.' 

Ook lees je daar dat het onder de Duitse bevolking rond ging dat de bombardementen een wraakactie waren voor wat de Duitsers de Joden hadden aangedaan (p. 375):

As evacuees from northern and western Germany brought tales of horror they had endured to the unscathed south and east of the country, everywhere 'terror bombing' was ascribed to 'the Jewish retaliation'. Nazi propaganda had played its part in preparing this response by insisting that the Jewish lobby in London and Washingtom was behind the bombing in an attempt to exterminate the German nation. But the tenor of popular reasoning was now different: it was what the Germans had done to the Jews that had provoked them to use their power to bomb German cities.

Wat er meteen op wijst dat de bevolking behoorlijk goed op de hoogte was van de massamoord op de Joden. Denk ook aan Peter Longerichs "Davon haben wir nichts gewusst!". Die kennis drong zich nu natuurlijk op, maar dat zette ook nu niet aan tot verzet. Stargardt (p.380):

The regime could demand silence from the German people, but it could not alter the fact that the shared secret of the murder of the Jews had been broached openly across Germany and that such talk did not strenghten support for the regime. But it did not provoke real action either: dissent never progressed beyond the talk of regime change and a separate peace.

Het bleef dus bij woorden. De verschrikkingen gingen door. Tot uiteindelijk die narcistische fantast, waar ze al zo lang op waren uitgekeken, op 30 april 1945 in zijn Berlijnse bunker zelfmoord pleegde. Gedurende zijn leven kwam het Duitse volk niet in verzet.

Wat maakt dat collectief en massaal verzet tegen terreur en onderdrukking zo moeilijk van de grond komt? Wat hield de Nederlanders tegen gedurende de Duitse bezetting van 1940-1945? Wat hield de Duitsers zelf tegen, nadat ze doordrongen waren geraakt van de ware aard van het Hitler-bewind?

Het zijn vragen die ook nu nog, of weer, van groot belang zijn, in een tijd waarin het rechts-extremisme weer her en der de kop opsteekt. Wordt vervolgd. Hier het volgende bericht.

Zondagochtendmuziek - Glenn Gould plays his own transcriptions of Wagner!

De Russisch-Duitse pianist Igor Levit bracht onder de titel Tristan een dubbel-CD uit. Met werk van Hans Werner Henze met die titel en van Franz Liszt en met bewerkingen voor piano van de Prelude van Richard Wagners Tristan und Isolde en van het Adagio van Gustav Mahlers Symfonie nr. 10.  

Die bewerking van de Prelude van Wagners Tristan und Isolde is van Zoltán Kocsis. Ik verbaasde me erover dat er kennelijk pianobewerkingen van Wagners muziek gemaakt zijn. Je zou zeggen dat dat niet voor de hand ligt.

Maar wat blijkt? Glenn Gould deed dat al. Hier speelt hij eigen transcripties van een Prelude uit Die Meistersinger von Nürnberg, delen uit Die Götterdämmerung en de Siegfried-Idyll. 

Bij de reacties kom je iemand tegen die het betreurt dat Gould nooit de Prelude en Liebestod van Tristan und Isolde heeft bewerkt en en gespeeld. Welnu, wat de Prelude betreft, heeft Igor Levit dat dus nu gedaan. 

Ik moet die CD nog afluisteren. Maar wat Gould hier doet, is wel heel boeiend.

maandag 12 september 2022

De gevaren van het Grote Geld en de Terreur van de Kijkcijfers voor de informatievoorziening en daarmee voor de democratie

De democratie kan niet goed functioneren als de kiezers niet goed zijn geïnformeerd. Natuurlijk kan niet iedereen van alles op de hoogte zijn, maar een zeker niveau van geïnformeerdheid hoort in een democratie te worden nagestreefd. Dat betekent dat je als overheid de media waar de kiezers hun informatie aan ontlenen, niet aan de markt kunt overlaten

Als je dat wel doet, dan zet je de deur wijd open voor twee gevaren: de invloed van het Grote Geld en de Terreur van de Kijkcijfers. 

Het gevaar van het Grote Geld bestaat eruit dat je de democratie uitlevert aan de rijken en de vermogenden. Die kunnen niet alleen politici rechtstreeks omkopen, ze kunnen ook televisie- en radiokanalen, kranten en andere media opkopen en daarmee beïnvloeden hoe kiezers geïnformeerd worden. Zo geïnformeerd dat ze politici en politieke partijen in het zadel helpen die voor de rijken gunstige besluiten nemen. Minder progressieve belastingen. Minder geld naar de bestrijding van belastingfraude. Meer besluiten die overeenkomen met de politieke, meestal rechts-extremistische, voorkeuren van de rijken. 

Dit kan op den duur leiden tot afschaffing van de democratie. De Amerikaanse rijken deden middels Donald Trump een poging in die richting, die vooralsnog mislukt is. Maar ook zonder afschaffing kan kan er alleen een papieren democratie overblijven. Lees over het gevaar van het Grote Geld Dark Money. The Hidden History of the Billionaires Behind the Rise of the Radical Right van Jane Mayer. Of Democracy For Sale. Dark Money and Dirty Politics van Peter Geoghehan. 

Wat te doen? Allereerst: dring de extreme inkomens- en vermogensongelijkheid terug. En zorg voor een sterkere regulering van de commerciële media. Maar ja, daar heb je een functionerende democratie voor nodig.

Dan is er nog dat gevaar van de Terreur van de Kijkcijfers. De overheid kan besluiten, zoals in ons land, dat informatievoorziening een publieke taak is en dus een publieke omroep in stand houden. Ten behoeve van de democratie. Maar wat zal er dan gebeuren als je die publieke omroep mede door reclame-inkomsten laat financieren? Dan vervaagt het onderscheid tussen publiek en commercieel. De publieke omroep wordt dan als vanzelf geprikkeld om te bezwijken voor de Terreur van de Kijkcijfers. Ten koste van de informatievoorziening. 

Vandaag fulmineert Teun van de Keuken in de Volkskrant heel terecht tegen die "kijkcijfergekte" van de publieke omroep, in het bijzonder van de talkshows. Zie De publieke omroep verwart kijkcijfers met kwaliteit. Het doel is niet meer om de kijkers te informeren:

Vaak geven omroepcollega's en -bazen pas hun mening over een uitzending als de cijfers bekend zijn: 'Mooi programma! En goede cijfers!' (...) Bij slechte cijfers hoor je meestal niks. Wel schieten de programmamakers dan in de stress. Naarstig gaan ze op zoek naar oorzaken. (...)

En dan komt het grote aanpassen. Er moeten populairdere onderwerpen komen en leukere sprekers. Dat zie je ook in de talkshows, waar kennelijk een 'oorlog' woedt. Als je wilt winnen, nodig je geen mensen uit die ergens verstand van hebben. Dan nodig je populaire BN'ers en populisten (Henk Bleker) uit, die goed zijn voor de controverse.

Wat te doen? Teun van de Keuken roept op om niet mee te doen aan die 'talkshowoorlog'. 

Maak programma's die werkelijk inzicht bieden in de energiecrisis, inflatie, armoede, het klimaat, stikstof, wereldwijde spanningen, en de opvang van vluchtelingen (het liefst niet voor het hek in Ter Apel). Met mensen die er verstand van hebben.

Kortom: leg je toe op het uitvoeren van de publieke taak van een goede informatievoorziening. Omdat de democratie niet zonder kan.

Maar waarom gebeurt dat dan niet al? 

Nou, dat is heel eenvoudig: als je het uitvoeren van een publieke taak niet financiert met publieke middelen, maar met reclame-inkomsten, dan stel je de programmamakers bloot aan de Terreur van de Kijkcijfers. Een publieke taak moet je met publiek geld financieren

En dan verdwijnt die publieke taak ergens naar de achtergrond. Wordt een papieren werkelijkheid. Dan kun je, met Teun van de Keuken, oproepen wat je wilt, maar het gaat niet gebeuren.

vrijdag 9 september 2022

Over de biologievrije sociale wetenschap. En over Charles Darwin, de Polyvagaaltheorie en het werk van Bessel van der Kolk.

De sociologie, en algemener de sociale wetenschappen, hebben zich grotendeels ontwikkeld zonder voort te bouwen op inzichten uit de biologie en dus op het gegeven dat menselijk gedrag op basaal niveau sterk overeenkomt met dat van andere organismen, in het bijzonder met dat van zoogdieren. Anders gezegd, zonder zich er systematisch rekenschap van te geven hoe sterk het menselijk gedrag wordt beïnvloed door het autonome zenuwstelsel, dat we delen met andere zoogdieren. Natuurlijk zijn er specifiek menselijke aspecten van ons gedrag (taal, cultuur, wetenschap), maar het lijkt bij voorbaat geen goed idee om je als sociale wetenschap daartoe te beperken. 

Die ontwikkeling heeft ertoe geleid dat vele generaties onderzoekers zijn opgeleid en gesocialiseerd in een biologievrije sociale wetenschap. En normaal zijn gaan vinden wat eigenlijk al op het eerste gezicht eigenaardig is. Toch zijn er al wel pleidooien geweest om die normale toestand te doorbreken. Zo hielden Rudi Wielers in 1999 zo'n pleidooi: Sociale wetenschappen in ontwikkeling. Waarom sociologen zich moeten openstellen voor de biologie.

Wat er zich meteen aan je voordoet als je wel oog hebt voor dat basale niveau van het menselijke gedrag is het grote gewicht van het verkeren in een toestand van veiligheid dan wel onveiligheid. Zoals alle organismen is de mens het product van een evolutionair proces, dat eigenschappen heeft geselecteerd die in het verleden bijdroegen tot overleving en reproductie. Cruciaal daarin is het vermogen om voor overleving en reproductie gunstige (veilige) en voor overleving en reproductie ongunstige (onveilige) omgevingstoestanden te onderscheiden en er zo goed mogelijk op te reageren. 

Ons autonome zenuwstelsel herbergt precies dat vermogen. En de polyvagaaltheorie van Stephen W. Porges verschaft ons de tot nu toe meest volledige beschrijving ervan. Zie het vorige bericht. Mensen zijn er op gericht om, juist ook onbewust (neuroceptie), de omgeving op veiligheid of onveiligheid te scannen. In geval van veiligheid is er ruimte voor sociale betrokkenheid en dus voor samenwerking en delen. Wat in de Dual Mode-theorie gemeenschapsgedrag wordt genoemd. En in geval van onveiligheid zijn er, afhankelijk van de omstandigheden en de individuele geschiedenis, de vechtreactie, de vluchtreactie en de immobilisatie met angst (het bevriezen of verstijven), Varianten van wat in de Dual Mode-theorie statuscompetitiegedrag wordt genoemd. Daar komt bij dat mensen elkaar veiligheid kunnen verschaffen, door dat gemeenschapsgedrag, maar ook onveiligheid, namelijk door de statuscompetitie aan te gaan.

In het vorige bericht vermeldde ik al dat die polyvagaaltheorie vooral is ontwikkeld in de context van de behandeling van psychische aandoeningen, in het bijzonder van trauma's, maar dat hij een theoretisch fundament biedt voor de bestudering van menselijk gedrag in het algemeen en voor sociale en maatschappelijke processen. Ik volsta nu maar even met te verwijzen naar veel berichten op dit blog, in het bijzonder de berichten achter het label Dual Mode-theorie

In dat vorige bericht noemde ik ook het werk van de psychiater en trauma-onderzoeker Bessel van der Kolk, die gast was in de laatste aflevering van Zomergasten. En ik vermeldde dat ik niet zo goed bekend was met zijn werk en dat ik vermoedde dat je bij hem de immobilisatiereactie tegenkomt als "verdringing" of "dissociatie". 

Welnu, ik heb ondertussen Van der Kolks boek The Body Keeps the Score aangeschaft, in het Nederlands vertaald als Traumasporen. En ik sloeg hoofdstuk 5 op, met de titel Body-Brain Connections

Dat begint met een paragraaf over Charles Darwins in 1872 verschenen The Expressions of the Emotions in Man and Animals, waaruit weer eens blijkt hoe ver Darwin zijn tijd vooruit was. Ik citeer maar even (p. 88):

Darwin goes on to observe that the fundamental purpose of emotions is to initiate movement that will restore the organism to safety and physical equilibrium. Here is his comment on the origin of what today we would call PTSD:

Behaviors to avoid or escape from danger have clearly evolved to render each organism competitive in terms of survival. But inappropriately prolonged escape or avoidance behavior would put the animal at a disadvantage in that succesful species preservation demands reproduction which, in turn, depends upon feeding, shelter, and mating activites all of which are reciprocals of avoidance and escape.

In other words: If an organism is stuck in survival mode, its energies are focused on fighting off unseen enemies, which leaves no room for nurture, care and love. For us humans, it means that as long as the mind is defending itself against invisible assaults, our closest bonds are threatened, along with our ability to imagine, plan, play, learn, and pay attention to other people's needs.

En twee bladzijden verder kom je uitgerekend Stephen Porges' Polyvagaaltheorie tegen als een aanpak die op Darwin verder bouwt. En die voor het werk van Van der Kolk zelf van cruciaal belang is geweest (p. 90-91):

The Polyvagal Theory provided us with a more sophisticated understanding of the biology of safety and danger, one based on the subtle interplay between the visceral experiences of our own bodies and the voices and faces of the people around us. It explained why a kind face or a soothing tone of voice ca dramatically alter the way we feel. It clarified why knowing that we are seen an dheard by the important people in our lives can make us feel calm and safe, and why being ignored or dismissed can precipiate rage reactions or mental collapse. It helped us understand why focused attunement with another person can shift us out of disorganized and fearful states.

Dat wist ik dus niet. Dat die polyvgaaltheorie ook voor het werk van Bessel van der Kolk zo belangrijk is geweest. 

Blijft staan dat het belang ervan voor sociaalwetenschappelijk onderzoek nog grotendeels onontgonnen terrein is. Zoals voor onderzoek naar hoe mensen reageren op rampen een grootschalige bedreigingen. Zie weer het vorige bericht. Wordt dus vervolgd.