Als ik me goed herinner, noemde Wagner-kenner Martin van Amerongen Richard Wagner (1813 - 1883, dus wel een heel secure tijdgenoot van Karl Marx, die leefde van 1818 tot 1883) "de grootste van de tweederangs componisten". Hij zal dat geschreven hebben in zijn Wagner. De buikspreker van God uit 2005.
Van Amerongen was toch een groot bewonderaar van Wagner, die de wereld over reisde om uitvoeringen van zijn muziek bij te wonen. Ik heb dat altijd maar beperkt kunnen begrijpen.
Maar tijdens mijn bezoek aan de David Hockney-tentoonstelling in het Van Gogh-museum stond ik naar de video The Four Seasons. Woldgate Wood te kijken en luisterde ik op de audio naar de begeleidende muziek. En dat was een van de Preludes van Wagner, welke heb ik niet onthouden. (Ook Hockney is een Wagner-liefhebber.)
En ik vond het geweldig! De ultieme landschaps- en natuurmuziek. En ik bedacht me dat veel muziek lichaamsbewegingsmuziek is, muziek waar je niet stil bij kunt zitten. Muziek die samenvalt met de ervaring van het bewegende lichaam. Dansen, marsen, Bach, Beethoven.
Maar er is daarnaast ook muziek die gaat over het lichaam dat door het landschap beweegt. Dus over de lichamelijke ervaring van de natuur. Ontzag, bedwelming, het ondergaan van grootsheid.
Wagner dus. Hier dirigeert Georg Solti Het Chicago Symphony Orchestra in Preludes en Ouvertures van Wagner.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten