Het is al langer bekend dat het sterftecijfer een pro-cyclisch patroon vertoont. Anders gezegd, dat minder mensen per jaar sterven als het economisch slechter gaat en meer als het economisch beter gaat.
Dat lijkt raadselachtig. Als het economisch beter gaat, hebben mensen meer geld te besteden en dat kunnen ze gebruiken om een meer ontspannen en gelukkiger leven te leiden en dat zal toch ook wel een langer leven zijn. Maar zo is het niet. De aanwijzingen daarvoor zijn sterk. Hoe kan dat?
In deze studie geven onderzoekers daarop een antwoord. Het zou kunnen dat in slechtere tijden met meer werkloosheid minder mensen de weg op gaan (de werklozen), waardoor er minder verkeersdoden vallen.
Maar daar blijkt de verklaring niet te liggen. Want de verschillen in sterfte tussen economische slechtere en betere tijden doen zich vooral voor bij ouderen, die niet meer aan het arbeidsproces deelnemen. En dat doet vermoeden dat de verklaring ligt in de kwaliteit van de gezondheidszorg voor ouderen.
Wat blijkt? Het aantal sterfgevallen in verzorgingshuizen hangt samen met de economische cycli. Als het economisch slecht gaat, met hoge werkloosheid, kunnen de verzorgingshuizen gemakkelijker aan personeel komen dan wanneer het economisch goed gaat. In goede tijden trekt de rest van de economie zoveel werk aan dat de belangstelling voor werk in de zorg voor ouderen afneemt. En daardoor kampen verzorgingshuizen in economisch goede tijden meer met personeelsproblemen, waardoor de zorg slechter is en meer ouderen sterven.
Als dat zo is, dan is het wrang. Als we rijker zijn, krijgen we het slechter voor elkaar om goed voor onze ouderen te zorgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten