Er was dus het naoorlogse vooruitgangsoptimisme waarin ik opgroeide, dat samenging met de neiging om maar niet teveel terug te kijken op de gruwelijkheden van de oorlog, de onderdrukking door een foute leider en de genocide die hadden plaatsgevonden. Hier het vorige bericht. Er heerste het vaste voornemen om dit nooit meer te laten gebeuren en om een betere maatschappij op te bouwen, een maatschappij waarin "de gemeenschap georganiseerd was in de staat".
Achteraf gezien zou je denken dat het ook als urgent werd gezien om uit te zoeken hoe het had kunnen gebeuren, wat precies de voorwaarden waren geweest waaronder die maatschappelijk inferieure toestand had kunnen ontstaan. En dus inzicht te krijgen hoe zo'n toestand in de toekomst zou kunnen worden voorkomen. Er waren natuurlijk wel pogingen in die richting. Er waren de Keynesiaanse economen die wezen op het belang van een beleid gericht op economische voorspoed voor iedereen en van het voorkomen van economische crises en depressies.
En er waren de historici. Ik herinner me van William L. Shirer De opkomst en ondergang van het Derde Rijk, de Nederlandse vertaling uit 1961 van het een jaar eerder uitgebrachte The Rise and Fall of the Third Reich. Ik las dat toe het uitkwam en het heeft nog lang in mijn boekenkast gestaan. Maar eerder, in 1952 was er al van Abel J. Herzberg zijn Kroniek der Jodenvervolging, 1940-1945, dat nu is heruitgebracht. In 1965, het jaar dat ik ging studeren, verscheen Ondergang: De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945 van Jacques Presser. En vanaf 1969 verscheen in 12 delen, verdeeld over 26 banden, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van Lou de Jong.
Maar er was, en is, zoals eerder opgemerkt, niet een sociaalwetenschappelijk vak, zeker niet het vak sociologie, dat op basis van inzichten in de menselijke sociale natuur en in de mogelijke maatschappelijke uitkomsten daarvan een theoretisch kader ontwikkelde waarmee de gebeurtenissen verklaard en begrepen konden worden en dat richtlijnen kon bieden om herhaling te voorkomen. En waarmee misschien de hernieuwde opkomst van rechts-extremisme en foute leiders had kunnen worden voorkomen.
Maar daarmee loop ik op zaken vooruit. Ik had natuurlijk van een en ander nog maar weinig besef toen ik opgroeide en begin jaren zestig besloot sociologie te gaan studeren.
Het dorp en de wereld
Er was toen ik opgroeide natuurlijk allereerst de lokale omgeving, de straat, de buurt en het dorp. Maar er was ook de wereld. Ik herinner me van wat waarschijnlijk de eerste les aardrijkskunde is geweest, dat we begonnen met het tekenen van de plattegrond van het schoollokaal, daarna van de buurt rondom de school en van het dorp. Waarna de overgang werd gemaakt naar de geografische kaart van Nederland en naar de atlas van de hele wereld. Wat dichtbij was en wat je direct waarnam, werd deel van een groot geheel, waarover je kon lezen. Of waar je naar toe kon reizen. Of toch soms kon waarnemen. Oudere broer Wobbe en ik stonden op heldere avonden op dat veldje aan het einde van de straat naar de noordelijke horizon te kijken, op zoek naar de vuurtorenlichten van de Waddeneilanden. Er was toen nog weinig lichtvervuiling en vaak konden we ze van links naar rechts alle vijf zien. Wat ik zag en de atlas vielen samen. Ik dacht daaraan terug toen later de eerste beelden van de aarde gezien vanuit de ruimte vertoond werden.
Het dorp was dus onderdeel van de wereld. En dat was ook sociaal gezien het geval. Waar ik nu aan moet denken is wat ik later als socioloog "zelforganisatie" kon noemen. Dat woord slaat op het verschijnsel dat mensen met een gedeeld belang of een gedeelde interesse zich organiseren om iets tot stand te brengen dat ze elk afzonderlijk niet hadden kunnen bereiken. Zelforganisatie is typisch menselijk. Het samenwerken en delen van onze verre voorouders, de jager-verzamelaars, was zelforganisatie en het was essentieel voor hun overleving en hun succes. Tegenwoordig is zelforganisatie bijna een randverschijnsel, doordat zoveel van onze belangenbehartiging al formeel georganiseerd is, in de vorm van overheid en overheidsinstellingen, ondernemingen, vakbonden, beroepsverenigingen etc. En doordat we veel van onze belangen kunnen behartigen door als consument op de markt goederen en diensten aan te schaffen. Daardoor is wat er nog over is van zelforganisatie sociologisch gezien een interessant verschijnsel. Denk aan het onderzoek van Elinor Ostrom (1933 - 2012), die overigens geen socioloog was en voor haar werk in 2009 de Nobelprijs voor economie kreeg.
Dat fenomeen van zelforganisatie maakte ik ook op lokaal niveau in mijn jeugd mee. Ik denk terug aan die Speeltuinvereniging Akkrum-Oost, die ik al noemde. Bewoners van het ten oosten van de spoorlijn gelegen gedeelte van Akkrum organiseerden zich omstreeks 1950 om op datzelfde landje waar wij naar de vuurtorens keken, een speeltuintje te maken en te onderhouden. Maar dat niet alleen. Ook werd er eenmaal per jaar op dat stukje land een spelletjesdag voor jong en oud georganiseerd. En voor de jeugd was er eenmaal per jaar de vaartocht met een praam van de gemeentewerken naar de Terhornster Poelen. Dat waren sociaal belangrijke evenementen. Ik vermoed dat er naast de contributies ook een gemeentelijke subsidie was.
En er was een geval van zelforganisatie waar ikzelf bij betrokken was, maar die bovenal door mijn oudere broer Wobbe tot stand kwam. Het was de tijd van de verzuiling. Er was naast twee openbare lagere scholen een school met de bijbel. Er waren naast "de openbaren", de vrijzinnig hervormden, de rechtzinnigen (de 'fijnen"), de gereformeerden en de doopsgezinden. Politiek gezien overheerste de sociaaldemocratie van de PvdA, maar ook de confessionelen en de VVD waren in de gemeenteraad vertegenwoordigd. Tussen de verschillende zuilen was weinig contact. Wij vonden, in onze jeugdige wijsneuzigheid, dat jongeren ook in democratische zin moesten opgroeien en dus moesten leren om met andere ideeën om te gaan dan waarmee ze vertrouwd waren. Dat leidde tot de oprichting van het Politiek Jongeren Dispuut "Arena". Zelforganisatie dus. Daarover meer in het volgende bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten