De (uitstekende!) gespreksleider Yvonne van der Weerd vroeg mij aan het begin om drie vragen te noemen waarop ik graag een antwoord zou willen hebben en om aan het eind van de bijeenkomst te melden wat de discussie aan beantwoording van die vragen had bijgedragen (of woorden van gelijke strekking). Ik kwam toen met de volgende drie vragen:
- Kan de jeugdzorg de stap maken van gezin naar buurt? (Zie ook dit bericht.)
- Zullen de gemeentes de decentralisering ("Transitie") gaan benutten om jeugdzorg, buurtwerk, welzijnswerk, sportbevordering, opbouwwerk, maatschappelijk werk (en wat nog meer?) te laten samenwerken (of zelfs te laten samengaan), zodat in de uitvoering geprofiteerd kan worden van de samenhang van activiteiten en doelen? En dan gedecentraliseerd naar buurten?
- Zal het nog gebeuren dat de veel te academische en in de praktijk lastige term "pedagogische civil society" vervangen wordt door het meteen voor iedereen begrijpelijke "Buurten voor kinderen"?
- Een antwoord is natuurlijk nog niet mogelijk. Maar mijn indruk was ook nu weer dat mensen gemakkelijk inzien dat het bevorderen van het buurtnetwerk voor kinderen heel belangrijk is en dat het de manier is om preventief te werken. Na afloop kreeg ik ook reacties in de trant van "ja, zo'n "dorp" om kinderen heen, dat hoort toch eigenlijk volstrekt normaal te zijn. Natuurlijk moeten we helpen om dat tot stand te brengen."
- Mijn indruk was dat de aanwezige wethouders en jeugdzorgmanagers het belang hiervan goed inzagen. (Maar ja, het kan zijn dat degenen die er sceptisch tegenover stonden, meer hun mond hebben gehouden.)
- Ik had de stellige indruk dat iedereen de eerste term graag voor de tweede zou inruilen. Laten we dat ook inderdaad gewoon doen. Dat maakt de communicatie en de public relations een stuk gemakkelijker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten