Het blijft verbazen dat veel regeringen na de financiële crisis in 2008, na een korte periode waarin de economie werd gestimuleerd, snel overgingen tot een bezuinigingsbeleid. Alle problemen zouden hun oorzaak vinden in te hoge overheidstekorten en dus moest er zo snel mogelijk worden "geconsolideerd", dat wil zeggen terugdringen van overheidsuitgaven en verhogen van overheidsinkomsten. Dus vermindering van publieke dienstverlening en lastenverzwaring.
Die keuze werd verdedigd met de redenering dat het vertrouwen in de economie van consumenten en producten cruciaal zou zijn voor herstel en dat dat vertrouwen sterk te lijden zou hebben van hoge overheidsuitgaven en overheidstekorten. Iedereen zou er op gaan rekenen dat zulke hoge tekorten in de toekomst tot hogere belastingen zouden leiden. Consumenten zouden daardoor minder gaan uitgeven en producenten zouden minder gaan investeren. Dus was het zaak om nu snel de tekorten terug te dringen.
Keynesianen waarschuwden dat dit bezuinigingsbeleid averechts zou werken. Door de financiële crisis zou de private sector sterk gaan besparen. Met afnemende bestedingen tot gevolg, waardoor de inkomens achteruit zouden gaan want wat de een uitgeeft is inkomen voor de ander. De oplossing voor deze spaarparadox zou er uit moeten bestaan dat de overheid juist meer zou moeten gaan uitgeven, om de inkomsten op peil te houden. Op korte termijn dus een oplopend overheidstekort om de economie op de been te houden, waardoor op langere termijn de tekorten weer zouden kunnen worden teruggedrongen. De gedachte dat snel "consolideren" goed zou zijn voor het vertrouwen, werd afgedaan als het geloof in de vertrouwensfee (Paul Krugman).
Er is nu nieuw onderzoek, het ECB-rapport The confidence effects of fiscal consolidations (pdf), dat uitwijst dat de Keynesianen in grote lijnen gelijk hebben. Die vertrouwensfee, die blijkt inderdaad een fee te zijn, dus niet te bestaan. Samengevat komen de belangrijkste resultaten van het onderzoek er op neer dat aankondigingen van "consolidaties" (bezuinigingen en lastenverzwaringen) het consumentenvertrouwen én het producentenvertrouwen verminderen. Voor het consumentenvertrouwen is het effect sterker en het effect is ook sterker voor aangekondigde lastenverzwaringen dan voor bezuinigingen.
Er zijn nog wel wat mitsen en maren, maar in grote lijnen levert het onderzoek geen argumenten op die het na de crisis van 2008 zo zelfverzekerd ingezette bezuinigingsbeleid achteraf zouden kunnen rechtvaardigen. Was er dan in die periode onderzoek dat dat beleid wel ondersteunde? Ja, er was de studie van Alesina en Ardagna, maar daarvan bleek al gauw dat die niet klopte. Opvallend is dat de onderzoekers van de ECB-studie ook opmerken dat er verbazend weinig onderzoek bestaat naar de vertrouwenseffecten van consolidatie.
En daarom blijft het dus maar verbazen dat al die politici zonder empirische onderbouwing toch zo vol overtuiging in het sprookje van de vertrouwensfee gingen geloven. En vandaag de dag maar o zo schoorvoetend of zelfs helemaal niet van dat geloof afvallen. Terwijl ook de werkelijke economische ontwikkelingen hen al die jaren alleen maar in het ongelijk hebben gesteld. Denk maar weer aan het steeds maar niet uitkomen van hun optimistische voorspellingen.
Update. Zie vandaag ook Merijn Knibbe: Inside the neoliberal mind part 1 – the rebranding of failure
Update. De Wall Street Journal interpreteert het ECB-rapport als een ondersteuning van het bezuinigingsbeleid. Door vooral veel nadruk te leggen op de mitsen en maren. Tja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten