Waarschijnlijk is die verklaring populair geworden door het bekende boek The Selfish Gene van Richard Dawkins uit 1976. Dawkins heeft in dat boek het misverstand laten ontstaan dat het biologische mechanisme van het wederkerigheidsaltruïsme ook inhoudt dat pro-sociaal gedrag tussen niet-verwanten alleen maar kan als we berekenend zijn, dus ons laten leiden door voor-wat, hoort-wat. Hij maakte geen goed onderscheid tussen de uiteindelijke verklaring voor het bestaan van pro-sociaal gedrag en de proximate verklaring van hoe pro-sociaal gedrag tussen individuen tot stand komt. Zie hier voor meer over dat onderscheid. Update: En uitgebreider dit artikel. De auteurs geven deze mooie en korte omschrijving van het onderscheid:
Kort gezegd gaan uiteindelijke verklaringen over waardoor een gedrag bestaat en gaan proximate verklaringen over een hoe een gedrag werkt.Nu zijn mensen zeker in staat tot voor-wat, hoort-wat. Maar er zijn veel aanwijzingen dat ons pro-sociale gedrag niet alleen maar of zelfs in hoofdzaak, daaruit voortkomt. We zijn zeker ook in staat tot het helpen van anderen zonder daar iets voor terug te willen of te verwachten. Onbaatzuchtigheid bestaat. Als we met vertrouwde anderen omgaan, dan keuren we het juist af als iemand berekenend bezig is. We helpen vanuit een gevoel dat "wij elkaar bijstaan". Onderlinge solidariteit. We doen het samen. We zorgen voor elkaar. We kennen de gevoelens die zulke uitdrukkingen bij ons teweeg brengen.
Een ander misverstand is dat pro-sociaal gedrag typisch menselijk is en bij dieren niet zou voorkomen. Integendeel, dat vermogen tot onbaatzuchtigheid was al bij zoogdieren aanwezig, in het bijzonder ook bij primaten, toen mensen nog niet op het toneel waren verschenen. Frans de Waal wordt niet moe om dat te betogen.
In een pas verschenen studie (fulltext achter de poort), samen met Malini Suchak, laat hij zien dat kapucijnapen niet alleen spontaan pro-sociaal gedrag vertonen, maar meer tot pro-sociaal gedrag worden aangezet als ze "samen bezig zijn" (acting together). Ze waren getraind om een token te kiezen en dat weer aan de onderzoeker terug te geven en daar een beloning voor te ontvangen (een stukje appel). Maar ze konden ook een token kiezen waarbij ze niet alleen zelf, maar ook een andere aap een stukje appel kreeg. Als ze de keuze hadden, kozen ze vaker voor dat pro-sociale alternatief dan voor het egoïstische alternatief. Zie hier voor een filmpje.
En dat pro-sociale gedrag nam toe als je beide apen om de beurt liet kiezen. Reageerden ze dan op de vorige keuze van de ander? Zoals je zou verwachten als je uitgaat van voor-wat, hoort-wat. Als jij mij net niet een stukje appel hebt bezorgd, dan geef ik jou nu ook niets. Nee, in het geheel niet. Er was geen enkele samenhang tussen wat de een in een beurt had gekozen en wat de andere in de beurt daarna koos.
Kennelijk ontstond er een soort gevoel van "wij samen", dat het pro-sociale gedrag bevorderde. En opvallend was dat dat gevoel ook ontstond tussen twee kapucijnapen uit verschillende groepen. Die elkaar dus niet kenden. Ze waren niet met elkaar vertrouwd, maar wisten dat kennelijk snel te worden.
Wij mensen kunnen dat ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten