Wat maakt dat sommige kinderen eerder seksueel actief worden, meer seksuele partners hebben, agressiever zijn en meer met politie en justitie in aanraking komen: opgroeien in een sociale omgeving met armoede of in een sociale omgeving die instabiel is?
Uit dit onderzoek (ondertussen verschenen in Developmental Psychology) blijkt dat het gaat om die instabiliteit. Daaronder werd verstaan: periodes van werkloosheid van een ouder, aantal verhuizingen en aantal keren dat de moeder veranderde van inwonende partner, alles in de periode tot het kind vijf jaar werd. Kinderen die meer instabiliteit hadden meegemaakt, bleken toen ze 23 jaar waren geworden, eerder dan kinderen die minder instabiliteit hadden meegemaakt, eerder met sex te zijn begonnen en meer met wisselende partners seks te hebben gehad. Ook bleken ze agressiever te zijn en meer met politie en justitie in aanraking te zijn geweest. Dit alles gold niet voor kinderen die tot hun vijfde levensjaar meer armoede hadden meegemaakt. Opvallend was ook dat instabiliteit van de sociale omgeving op latere leeftijd (tussen 6 en 16 jaar) niet uitmaakte. Kennelijk vormen de eerste vijf levensjaren een kritiek periode.
Kinderen lijken van een instabiele omgeving op vroege leeftijd op te pikken dat je in het algemeen maar niet teveel op mensen kunt vertrouwen. Ze zijn er vandaag wel, maar dat hoeft voor morgen of volgende week niet te gelden. Als de zaken er zo voor staan, dan blijkt dat kinderen voor een snelle en riskante (opportunistische) levensstrategie "kiezen". Die aanhalingstekens willen zeggen dat die keuze niet het gevolg is van een bewuste afweging. Althans, daar zijn weinig aanwijzingen voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten